Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: MartinH. Datering: 20 October 2020.

Foto: MartinH

Stuttgart, Deutschland (Baden-Württemberg) - Katholische Pfarrkirche Sankt Maria (Marienkirche)
Gemeente: Stuttgart
Streek:Württemberg
Adres: Tübinger Straße 36, 70178, Stuttgart
Website: https://www.kath-suedgemeinden-stuttgart.de/

Beschrijving nr.: 2026772.

Gebouwd door: Reiser Orgelbau (1954) - opus 258

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1954 Reiser Orgelbau258 nieuwbouw
1964 Reiser Orgelbau  uitbreiding
1968 Reiser Orgelbau  diverse werkzaamheden
2002 Reiser Orgelbau  ombouw
2005 Reiser Orgelbau  uitbreiding

  • De Marienkirche in Stuttgart raakte in 1944 door bombardementen zwaar beschadigd. Het orgel, gebouwd door Walcker in 1879 en uitgebreid in 1929 door Späth, raakte ook zwaar beschadigd en kon niet meer worden hersteld. Het kerkgebouw is na de oorlog gerestaureerd, waarbij met name het interieur eenvoudiger is opgezet dan oorspronkelijk.
  • Begin 1954 kreeg de firma Reiser de opdracht voor de bouw van een nieuw orgel. Er werd een vierklaviers instrument ontworpen, maar in eerste instantie werden slechts twee manualen en pedaal gebouwd met dertig stemmen. Het orgel werd officieel in gebruik genomen op 13 november 1954, toen slechts twaalf stemmen geplaatst waren. De rest volgde snel en begin 1955 was de eerste fase voltooid. Het orgel kreeg een front met een open opstelling van het pijpwerk in een lichte boog om het roosvenster. Het werd ontworpen door Hugo Schlösser. De speeltafel werd vrijstaand en verplaatsbaar gemaakt.
  • In 1964 breidde Reiser het orgel uit met het geplande Brustwerk en verschillende nog ontbrekende registers, waaronder de pedaaltongwerken. Het rugpositief werd nooit meer gebouwd, en ook de Untersatz 32' van het pedaal bleef vacant. In 1968 zijn door Reiser enkele dispositiewijzigingen uitgevoerd op advies van Hans Böhringer, met name in de samenstelling van enkele vulstemmen..
  • Vanaf 1990 werd duidelijk dat het klankconcept en de dispositieopbouw van het orgel niet meer werden gewaardeerd. Het instrument had ook te lijden onder vervuiling. Plannen voor volledige nieuwbouw bleken echter te kostbaar. Uiteindelijk is gekozen voor herbouw van het bestaande orgel met verschillende wijzigingen in dispositie en opbouw, intonatie en techniek. De firma Reiser kreeg opnieuw de opdracht. Adviseur bij de werkzaamheden was Ludger Lohmann.
  • In het voorjaar van 2001 werd gestart met de werkzaamheden. Het orgel kreeg nu vier manualen en pedaal, een nieuwe vaste en klassiek vormgegeven speeltafel, rein-electrische tracturen en een meer naar de romantiek omgebogen dispositie. Op 1 december 2002 werd het orgel opnieuw in gebruik genomen. Het orgel is in 2005 nog uitgebreid met een Glockenspiel op het Brustwerk.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Hauptwerk13
- Unterwerk14 (13)
- Oberwerk13
- Solowerk4
- Pedal16 (13)
Totaal aantal stemmen60 (56)
ToetstractuurElectrisch
RegistertractuurElectrisch
Windlade(n)Sleepladen
Toonhoogtea' = 440 Hz
TemperatuurEqual temperament
Winddruk76 mm (Oberwerk/Kleinpedal), 80 mm (Hauptwerk), 90 mm (Großpedal), 92 mm (Unterwerk), 100 mm (Solowerk).

Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Principal 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Gamba 8' - 2002, Octave 4', Gemshorn 4' - 1964, Quinte 2 2/3' - 2002, Superoctave 2' - 1964, Cornett 2-5 fach (8') - 1954/1968, Großmixtur 3-5 fach (2'), Kleinmixtur 4 fach (1') - 1968, Bombarde 16' - 1964 (discant)/2002 (bas), Trompete 8' - 1964.
Unterwerk (Schwellbar) (C-g'''): Geigenprincipal 8' - 2002, Rohrgedackt 8' - 1964, Spitzgamba 8', Salicional 8', Vox Angelica 8' - Spitzgamba en Salicional, Fugara 4' - 2002, Nachthorn 4', Nasard 2 2/3', Hohlflöte 2', Terz 1 3/5' - 1964, Piccolo 1' - 1964, Trompete 8', Vox Humana 8' - 1964, Clarinette 8' - 2002, Tremulant.
Oberwerk (Schwellbar) (C-g'''): Bourdon 16', Diapason 8', Gedecktflöte 8', Viola di Gamba 8' - 2002, Vox Coelestis 8' (from c°) - 2002, Octave 4', Querflöte 4', Flageolett 2' - 2002, Mixtur 3-4 fach (2'), Fagott 16' - 2002, Trompette Harmonique 8' - 2002, Oboe 8' - 2002, Clarine 4' - 1964, Tremulant.
Solowerk (C-g'''): Flûte Harmonique 8' - 2002, Cornet 5 fach (8') (from g°) - 2002, Trompette 8' - 2002, Clairon 4' - 2002, Tremulant, Glockenspiel 4' (f-d''') - 2005, Cymbelstern (8 Glocken) - 2002.
Pedal (C-f'): Untersatz 32' - C-H 2002; vanaf c gecombineerd met Principalbass 16', Principalbass 16', Violon 16' - transmissie, Subbass 16', Bourdon 16' - transmissie, Octavbass 8', Spitzflöte 8' - 1964, Choralbass 4', Flötgedackt 4', Nachthorn 2', Hintersatz 6 fach (4'), Posaune 16' - 1964, Fagott 16' - 1964, Tromba 8' - 1964, Kopftrompete 4' - 1964, Singend Cornett 2' - 1964.
Koppelingen: Hauptwerk - Unterwerk, Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Solowerk, Unterwerk - Oberwerk, Unterwerk - Solowerk, Oberwerk - Solowerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Unterwerk, Pedal - Oberwerk, Pedal - Solowerk, Hauptwerk - Unterwerk 16', Hauptwerk - Unterwerk 4', Hauptwerk - Oberwerk 16', Pedal - Oberwerk 4', Unterwerk - Unterwerk 16', Unterwerk - Unterwerk 4'.
Speelhulpen: 2048 Setzer-Kombinationen, Tutti, Pleno, Registercrescendo.

Overige dispositiegegevens
Verschillende disposities De dispositie luidde in 1964:
Hauptwerk (C-g'''): Prinzipal 16', Prinzipal 8', Gedacktflöte 8', Spitzgamba 8', Oktav 4', Querflöte 4', Nasat 2 2/3', Hohlflöte 2', Kornett 3-6 fach (8'), Grossmixtur 4-5 fach (2'), Kleinmixtur 3-4 fach (1'), Trompete 8', Trompete 4'.
Oberwerk (C-g'''): Pommer 16', Hornprinzipal 8', Rohrflöte 8', Weidenpfeife 8', Kupferoktav 4', Nachthorn 4', Schwegel 2', Mixtur 6-8 fach (2'), Spitzquinte 1 1/3', Terzzimbel 3 fach (1/6'), Silbermanntrompete 8', Schalmei-Oboe 8', Zink 4', Tremulant.
Brustwerk (C-g'''): Gemsrohrpommer 8', Gemshorn 4', Prinzipal 2', Nachthorn 1', Glockenton 4 fach (2 2/3'), Scharfzimbel 3 fach (1/2'), Dulzian 16', Bärpfeife 8', Singend Regal 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Untersatz 32' (reserviert), Prinzipalbass 16', Subbass 16', Zartbass 16' (transmissie), Oktavbass 8', Spitzflöte 8', Choralbass 4', Gedacktpommer 4', Nachthorn 2', Hintersatz 6 fach (4'), Posaune 16', Fagott 16', Trompete 8', Kopftrompete 4', Singend Kornett 2'.
Spielhilfen: 3 freie Kombinationen, 2 freie Pedalkombinationen, Automatisches Pedal, Pleno, Tutti, Zungenabsteller, Registercrescendo.
Reserviert: Rückpositiv (C-g'''): Prinzipal 8', Gedackt 8', Oktav 4', Blockflöte 4', Gemshornquinte 2 2/3', Oktav 2', Terzflöte 1 3/5', Scharff 5 fach (1'), Rankett 16;', Krummhorn 8', Schalmei 4', Tremulant.
Literatuur
  • Die Orgel der Marienkirche Stuttgart : Festschrift zur Orgelweihe am 1. Advent 2002 / Ulrich Zimmerle. - Stuttgart : Pfarrgemeinde Sankt Maria, 2002.
  • Orgelgeschichte der Pfarrkirche St. Maria zu Stuttgart : Rudolf Walter zum 90. Geburtstag / Ulrich Zimmerle. - In: Acta Organologica, Band 30. - Kassel : Merseburger Verlag, 2008. - (Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde ; 240).
Opnamen Marianische Orgelwerke in der Marienkirche Stuttgart / Renate Denk. - Label Mitra 16234 (CD). - 1990.

Foto: Subbass1. Datering: 20 October 2020.
Foto: Subbass1
Foto: MartinH. Datering: 20 October 2020.
Foto: MartinH
Foto: Subbass1. Datering: 20 October 2020.
Foto: Subbass1
Foto: MartinH. Datering: 20 October 2020.
Foto: MartinH