Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Giel Daems
Bregenz, Österreich (Vorarlberg) - Kloster Mehrerau
Gemeente: Bregenz
Adres: Mehrerauerstrasse 66, 6900, Bregenz
Website: http://www.mehrerau.at/
Beschrijving nr.: 2029701.
Gebouwd door: Rieger Orgelbau (1971)
In 1971 voltooide de firma Rieger een nieuw hoofdorgel voor de abdijkerk Mehrerau bij Bregenz. Adviseur bij de bouw was Günther Fetz. De orgelkas is ontworpen door Hans Purin. Op 3 juli 1971 werd het orgel ingewijd.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Quintade 16', Principal 8', Spitzflöte 8', Oktave 4', Blockflöte 4', Quinte 2 2/3', Superoktave 2', Cornett 5 fach (8') (discant), Mixtur 6 fach (1 1/3'), Trompete 8', Spanische Clairon 4'.
Rückpositiv (C-g'''): Rohrflöte 8', Salicional 8', Principal 4', Koppelflöte 4', Gemshorn 2', Sesquialter 2 fach (2 2/3'), Scharff 4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant.
Brustwerk (C-g'''): Holzgedackt 8', Rohrflöte 4', Principal 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Zimbel 2 fach (2/3'), Regal 16', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbaß 16', Oktave 8', Gedackt 8', Nachthorn 4', Mixtur 5 fach (4'), Fagott 16', Posaune 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Brustwerk, Rückpositiv - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Brustwerk.
Overige bronnen
Foto: Giel Daems
Bregenz, Österreich (Vorarlberg) - Kloster Mehrerau
Gemeente: Bregenz
Adres: Mehrerauerstrasse 66, 6900, Bregenz
Website: http://www.mehrerau.at/
Beschrijving nr.: 2029701.
Gebouwd door: Rieger Orgelbau (1971)
In 1971 voltooide de firma Rieger een nieuw hoofdorgel voor de abdijkerk Mehrerau bij Bregenz. Adviseur bij de bouw was Günther Fetz. De orgelkas is ontworpen door Hans Purin. Op 3 juli 1971 werd het orgel ingewijd.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 11 |
| - Rückpositiv | 8 |
| - Brustwerk | 7 |
| - Pedal | 8 |
| Totaal aantal stemmen | 34 |
| Toetstractuur | Mechanisch |
| Registertractuur | Mechanisch |
| Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Quintade 16', Principal 8', Spitzflöte 8', Oktave 4', Blockflöte 4', Quinte 2 2/3', Superoktave 2', Cornett 5 fach (8') (discant), Mixtur 6 fach (1 1/3'), Trompete 8', Spanische Clairon 4'.
Rückpositiv (C-g'''): Rohrflöte 8', Salicional 8', Principal 4', Koppelflöte 4', Gemshorn 2', Sesquialter 2 fach (2 2/3'), Scharff 4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant.
Brustwerk (C-g'''): Holzgedackt 8', Rohrflöte 4', Principal 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Zimbel 2 fach (2/3'), Regal 16', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbaß 16', Oktave 8', Gedackt 8', Nachthorn 4', Mixtur 5 fach (4'), Fagott 16', Posaune 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Brustwerk, Rückpositiv - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Brustwerk.
| Opnamen |
Von Purcell bis Bach : Europäische Orgelmusik des Spätbarock / Günther Fetz. - CALIG CLG 30 803 (LP). - 1972. |
- Bert Wisgerhof