Volledige beschrijving geselecteerd orgel
München, Deutschland (Bayern) - Katholische Pfarrkirche Sankt Gabriel (Haidhausen)
Gemeente: München
Streek:Oberbayern
Adres: Versailler Straße 20, 81677, München
Website: http://www.sanktgabriel.de/
Beschrijving nr.: 2003150.
Gebouwd door: E.F. Walcker & Cie. (1970) - opus 5262
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelfront en enig pijpwerk uit 1930 van Max Dreher
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Quintaton 16' - 1930, Prinzipal 8', Hohlflöte 8' - 1930, Oktave 4' - 1982, Nachthorn 4' - 1930, Oktave 2', Cornett 5 fach (8') - 1982, Mixtur 8 fach (2'), Trompete 16' - horizontaal, Trompete 8' - horizontaal.
Rückpositiv (C-g'''): Kupfergedeckt 8', Praestant 4', Koppelflöte 4', Oktave 2', Gemsquinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Plein Jeu 2', Rohrschalmei 8', Tremolo.
Schwellwerk (C-g'''): Gedackt 8' - 1930, Salicional 8' - 1930, Oktave 4' - 1930, Rohrflöte 4' - 1930, Nasart 2 2/3' - 1930, Blockflöte 2' - 1930, Terz 1 3/5' - 1930, Oktave 1', Dulcian 16', Hautbois 8', Trompette Harmonique 8', Clairon 4', Tremolo.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16' - 1930, Subbass 16', Quintbass 10 2/3', Bassflöte 8' - 1930, Oktavbass 8' - 1930, Choralbass 4' - 1930, Nachthorn 2' - 1930, Mixtur 6 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8' - 1930.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 3 freie Kombinationen, 2 freie Pedalkombinationen, Tutti, Crescendo-Tritt, Zungen ab.
München, Deutschland (Bayern) - Katholische Pfarrkirche Sankt Gabriel (Haidhausen)
Gemeente: München
Streek:Oberbayern
Adres: Versailler Straße 20, 81677, München
Website: http://www.sanktgabriel.de/
Beschrijving nr.: 2003150.
Gebouwd door: E.F. Walcker & Cie. (1970) - opus 5262
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelfront en enig pijpwerk uit 1930 van Max Dreher
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1930 | Max Dreher | nieuwbouw | 1953 | Dreher & Reinisch Orgelbau | restauratie | 1970 | E.F. Walcker & Cie. | 5262 | ombouw | 1982 | Josef Garhammer | restauratie en uitbreiding | 1996 | Dieter Schingnitz | restauratie |
- De Gabrielkirche in München werd op 31 oktober 1926 ingewijd. Men kocht in dat jaar een klein orgel met zeven stemmen van de firma Schuster & Schmid uit München. Dit instrument verkocht men in mei 1930 aan de parochiekerk van Sint Magdalena in München. Op 4 november 1929 tekende de firma Dreher & Flamm een contract voor de bouw van een groot orgel met 42 stemmen en een koororgel met 8 stemmen, dat hierop kon worden aangesloten. De dispositie moest volgens de ideeën van de orgelbeweging worden opgesteld. Het instrument is op 13 april 1930 in gebruik genomen, maar het koororgel werd nooit gebouwd.
- Kerk en orgel raakten gedurende de Tweede Wereldoorlog in oktober 1944 beschadigd, maar konden worden hersteld. Het orgel is in 1953 hersteld door Dreher & Reinisch.
- In 1969/1970 bouwde Walcker een nieuw orgel met een meer neobarokke dispositie en een rugpositief. 26 stemmen van Dreher werden opnieuw gebruikt. In het koor van de kerk plaatste Walcker een klein orgel met elf stemmen. Het vernieuwde instrument werd in oktober 1970 in gebruik genomen. Na een grote restauratie van het kerkgebouw in de jaren 1980-1982 plaatste Josef Garhammer het orgel opnieuw. Er werden acht stemmen toegevoegd. In 1996 restaureerde D. Schingnitz het orgel.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 10 |
- Rückpositiv | 8 |
- Schwellwerk | 12 |
- Pedal | 10 |
Totaal aantal stemmen | 40 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Electrisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Quintaton 16' - 1930, Prinzipal 8', Hohlflöte 8' - 1930, Oktave 4' - 1982, Nachthorn 4' - 1930, Oktave 2', Cornett 5 fach (8') - 1982, Mixtur 8 fach (2'), Trompete 16' - horizontaal, Trompete 8' - horizontaal.
Rückpositiv (C-g'''): Kupfergedeckt 8', Praestant 4', Koppelflöte 4', Oktave 2', Gemsquinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Plein Jeu 2', Rohrschalmei 8', Tremolo.
Schwellwerk (C-g'''): Gedackt 8' - 1930, Salicional 8' - 1930, Oktave 4' - 1930, Rohrflöte 4' - 1930, Nasart 2 2/3' - 1930, Blockflöte 2' - 1930, Terz 1 3/5' - 1930, Oktave 1', Dulcian 16', Hautbois 8', Trompette Harmonique 8', Clairon 4', Tremolo.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16' - 1930, Subbass 16', Quintbass 10 2/3', Bassflöte 8' - 1930, Oktavbass 8' - 1930, Choralbass 4' - 1930, Nachthorn 2' - 1930, Mixtur 6 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8' - 1930.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 3 freie Kombinationen, 2 freie Pedalkombinationen, Tutti, Crescendo-Tritt, Zungen ab.
Opnamen |
Symphonische Orgelmusik aus Frankreich / Elmar Jahn. - Edition R & J ERJ 02 (CD). - 1996. |