Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Piet Bron
Cottbus, Deutschland (Brandenburg) - Oberkirche Sankt Nikolai
Gemeente: Cottbus
Streek:Niederlausitz
Adres: Oberkirchplatz 1, 03046, Cottbus
Website: http://www.st-nikolai-cottbus.de/
Beschrijving nr.: 2002693.
Gebouwd door: Eule Orgelbau (1984) - opus 500
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1759 van Johann Georg Schön, Orgelkas uit 1759 van Adam Gottfried Oehme
De orgelkas van het orgel in de Nikolaikirche te Cottbus is niet nieuw, maar is afkomstig uit de Sankt Nikolaikirche in Hainichen (Sachsen). Het werd gemaakt door twee leerlingen van Gottfried Silbermann, Johann Georg Schön en Adam Gottfried Oehme in 1759.Toen deze kerk in 1898 is afgebroken werd het orgel gesloopt. De kas bleef echter bewaard in opslag. Hij werd in de jaren zestig van de twintigste eeuw weer ontdekt. Na restauratie is de kas in 1982 in Cottbus geplaatst, ter vervanging van het in 1979 beschadigde Jehmlich-orgel uit 1950. De firma Eule bouwde een geheel nieuw orgel in de historische kas, opus 500 van de firma. De kas werd wel dieper gemaakt. Adviseurs bij de bouw waren Christhard Kirchner uit Berlijn en de cantor-organist van de kerk, Wilfried Wilke. Het orgel werd in gebruik genomen tijdens het Erntedankfest.
Kort overzicht van plaatsen waar het orgel heeft gestaan
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-a'''): Pommer 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Nachthorn 2', Cornett 3-5 fach, Großmixtur 4-5 fach, Kleinmixtur 3-4 fach, Fagott 16', Trompete 8'.
Schwellwerk (C-a'''): Stillgedackt 16', Spitzprinzipal 8', Koppelflöte 8', Salizional 8', Schwebung 8' (from c°), Oktave 4', Blockflöte 4', Nasat 2 2/3', Spitzoktave 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Sifflöte 1', Prinzipal Mixtur 4-5 fach, Spillregal 16', Cromorne 8', Tremulant.
Brustwerk (C-a'''): Holzgedackt 8', Quintadena 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Oktave 2', Spitzquinte 1 1/3', Septime 1 1/7', Sesquialter 2 fach, Zimbel 3 fach, Rohrschalmei 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Prinzipalbaß 16', Subbaß 16', Quintbaß 10 2/3', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4', Pommer 4', Rohrpfeife 2', Rauschpfeife 4 fach, Posaune 16', Trompete 8', Clairon 4', Tremulant Kleinpedal.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Brustwerk, Schwellwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Brustwerk.
Speelhulpen: 4000-facher Setzerkombination, Zungeneinzelabsteller, Registercrescendo (Walze).
Foto: Piet Bron
Cottbus, Deutschland (Brandenburg) - Oberkirche Sankt Nikolai
Gemeente: Cottbus
Streek:Niederlausitz
Adres: Oberkirchplatz 1, 03046, Cottbus
Website: http://www.st-nikolai-cottbus.de/
Beschrijving nr.: 2002693.
Gebouwd door: Eule Orgelbau (1984) - opus 500
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1759 van Johann Georg Schön, Orgelkas uit 1759 van Adam Gottfried Oehme
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1759 | Johann Georg Schön | nieuwbouw | 1759 | Adam Gottfried Oehme | nieuwbouw | 1984 | Eule Orgelbau | 500 | nieuwbouw in bestaande kas |
De orgelkas van het orgel in de Nikolaikirche te Cottbus is niet nieuw, maar is afkomstig uit de Sankt Nikolaikirche in Hainichen (Sachsen). Het werd gemaakt door twee leerlingen van Gottfried Silbermann, Johann Georg Schön en Adam Gottfried Oehme in 1759.Toen deze kerk in 1898 is afgebroken werd het orgel gesloopt. De kas bleef echter bewaard in opslag. Hij werd in de jaren zestig van de twintigste eeuw weer ontdekt. Na restauratie is de kas in 1982 in Cottbus geplaatst, ter vervanging van het in 1979 beschadigde Jehmlich-orgel uit 1950. De firma Eule bouwde een geheel nieuw orgel in de historische kas, opus 500 van de firma. De kas werd wel dieper gemaakt. Adviseurs bij de bouw waren Christhard Kirchner uit Berlijn en de cantor-organist van de kerk, Wilfried Wilke. Het orgel werd in gebruik genomen tijdens het Erntedankfest.
Kort overzicht van plaatsen waar het orgel heeft gestaan
1759 | Hainrichen, Sachsen | Sankt Nikolaikirche |
1975 | Cottbus, Brandenburg | Oberkiche Sankt Nikolai |
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 13 |
- Schwellwerk | 15 |
- Brustwerk | 10 |
- Pedal | 12 |
Totaal aantal stemmen | 50 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Electrisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-a'''): Pommer 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Nachthorn 2', Cornett 3-5 fach, Großmixtur 4-5 fach, Kleinmixtur 3-4 fach, Fagott 16', Trompete 8'.
Schwellwerk (C-a'''): Stillgedackt 16', Spitzprinzipal 8', Koppelflöte 8', Salizional 8', Schwebung 8' (from c°), Oktave 4', Blockflöte 4', Nasat 2 2/3', Spitzoktave 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Sifflöte 1', Prinzipal Mixtur 4-5 fach, Spillregal 16', Cromorne 8', Tremulant.
Brustwerk (C-a'''): Holzgedackt 8', Quintadena 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Oktave 2', Spitzquinte 1 1/3', Septime 1 1/7', Sesquialter 2 fach, Zimbel 3 fach, Rohrschalmei 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Prinzipalbaß 16', Subbaß 16', Quintbaß 10 2/3', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4', Pommer 4', Rohrpfeife 2', Rauschpfeife 4 fach, Posaune 16', Trompete 8', Clairon 4', Tremulant Kleinpedal.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Brustwerk, Schwellwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Brustwerk.
Speelhulpen: 4000-facher Setzerkombination, Zungeneinzelabsteller, Registercrescendo (Walze).
Literatuur |
Berühmte Orgeln : Meisterwerke europäischer Orgelbauer / Ursula und Ulrich Rüge. - Hamburg : Nikol Verlagsgesellschaft mbH, 1994. |
|
|
|