Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Gransee, Deutschland (Brandenburg) - Sankt Marienkirche
Gemeente: Gransee
Streek:Oberhavel
Beschrijving nr.: 2027607.
Gebouwd door: Alexander Schuke (1968) - opus 396
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas en pijpwerk uit 1744 van Joachim Wagner
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Bordun 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4' - deels 1744, Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3' - deels 1744, Oktave 2' - deels 1744, Mixtur 5 fach - deels 1744, Cymbel 3 fach, Trompete 8'.
Hinterwerk (C-g'''): Gedackt 8', Principal 4', Rohrflöte 4', Nassat 2 2/3', Waldflöte 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3' - deels 1744, Octave 1', Mixtur 4 fach, Vox Humana 8'.
Pedal (C-f'): Subbass 16', Oktave 8', Bassflöte 8', Oktave 4', Bass-Aliquote 3 fach (5 1/3'+3 1/5'+2 2/7'), Mixtur 5 fach, Posaune 16', Trompete 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Hinterwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Hinterwerk.
Gransee, Deutschland (Brandenburg) - Sankt Marienkirche
Gemeente: Gransee
Streek:Oberhavel
Beschrijving nr.: 2027607.
Gebouwd door: Alexander Schuke (1968) - opus 396
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas en pijpwerk uit 1744 van Joachim Wagner
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1744 | Joachim Wagner | nieuwbouw | 1968 | Alexander Schuke | 396 | nieuwbouw in bestaande kas | 2012 | Mecklenburger Orgelbau | restauratie |
- In 1744 bouwde Joachim Wagner een orgel voor de Marienkirche in Gransee. De fraaie orgelkas is versierd met houtsnijwerk van de hand van Gottlieb Scholtze. Het binnenwerk is in de loop van de tijd ingrijpend verbouwd. In 1968 bouwde de firma Schuke een nieuw orgel in de kassen van Wagner. Er zijn nog 363 pijpen van Wagner in het orgel aanwezig.
- Onder advies van Klaus Eichhorn is het orgel in 2012 gerestaureerd door de firma Mecklenburger Orgelbau.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 10 |
| - Hinterwerk | 10 |
| - Pedal | 8 |
| Totaal aantal stemmen | 28 |
| Toetstractuur | Mechanisch |
| Registertractuur | Mechanisch |
| Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Bordun 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4' - deels 1744, Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3' - deels 1744, Oktave 2' - deels 1744, Mixtur 5 fach - deels 1744, Cymbel 3 fach, Trompete 8'.
Hinterwerk (C-g'''): Gedackt 8', Principal 4', Rohrflöte 4', Nassat 2 2/3', Waldflöte 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3' - deels 1744, Octave 1', Mixtur 4 fach, Vox Humana 8'.
Pedal (C-f'): Subbass 16', Oktave 8', Bassflöte 8', Oktave 4', Bass-Aliquote 3 fach (5 1/3'+3 1/5'+2 2/7'), Mixtur 5 fach, Posaune 16', Trompete 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Hinterwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Hinterwerk.
| Literatuur |
Barocke Pracht und schlichte Schönheit : Orgeln in Brandenburg / Elke Lang. - Berlin : Culturcon Medien, 2014. |