Description complète d'orgue sélectionné
Photo: Piet Bron sr.
Waren, Deutschland (Mecklenburg-Vorpommern) - Evangelische Stadtkirche Sankt Georgen
Région:Müritz, Mecklenburg
Description no.: 2025928.
Bâti par: Friedrich Hermann Lütkemüller (1856)
Données techniques
Composition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Doppelflöte 8', Gedackt 8' - 1956, Octave 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Terz 1 3/5' (from c°) - 1956, Mixtur 6 fach - 1856/1956, Trompete 8' - 1989.
Schwellwerk (C-f'''): Geigenprincipal 8', Gedackt 8', Quintatön 8' - 1856/1956, Octave 4', Rohrflöte 4' - 1956, Flachflöte 2' - 1956, Sifflöte 1 1/3' - 1956, Zimbel 3 fach - 1956.
Pedal (C-d'): Violon 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Baßflöte 8', Oktave 4' - 1956, Nachthorn 2' - 1956, Mixtur 4 fach - 1956, Posaune 16' - 1989.
Accouplements: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk.
Photo: Piet Bron sr.
Waren, Deutschland (Mecklenburg-Vorpommern) - Evangelische Stadtkirche Sankt Georgen
Région:Müritz, Mecklenburg
Description no.: 2025928.
Bâti par: Friedrich Hermann Lütkemüller (1856)
Année | Facteur | Opus | Activité | 1856 | Friedrich Hermann Lütkemüller | orgue neuf | 1879 | Friedrich Hermann Lütkemüller | expansion | 1956 | Felix Grüneberg jr. | restauration et expansion |
- Friedrich Lütkemüller bouwde in 1856 een tweeklaviers orgel voor de Georgenkirche in Waren. Het instrument kreeg een kas in neogotische stijl, ontworpen door Theodor Krüger. Lütkemüller bouwde het orgel met een vrijstaande speeltafel met de rug naar het orgel. De balgen werden overgenomen van het vorige orgel, gebouwd door Paul Schmidt in de achttiende eeuw. Deze balgen zijn rond 1900 vervangen door een magazijnbalg. Het orgel had 22 stemmen.
- In 1879 breidde Lütkemüller het orgel uit met een Aeoline op een vrije sleep op het Oberwerk. In het begin van de twintigste eeuw is het Oberwerk in een zwelkast geplaatst. Het pedaal werd uitgebreid met een register op een nog lege plaats op de lade, waarschijnlijk een Violoncello 8'.
- In 1956 is het orgel door de firma Grüneberg gerestaureerd. De dispositie werd daarbij gewijzigd en het pedaal werd uitgebreid met twee stemmen op een pneumatische lade. In 1989 zijn de tongwerken vernieuwd.
Données techniques
Nombre de registres par manuel | |
- Hauptwerk | 10 |
- Schwellwerk | 8 |
- Pedal | 8 |
Nombre de jeux total | 26 |
Transmission des clés | Mechanical |
Transmission des jeux | Mechanical |
Sommier(s) | Slider chests |
Composition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Doppelflöte 8', Gedackt 8' - 1956, Octave 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Terz 1 3/5' (from c°) - 1956, Mixtur 6 fach - 1856/1956, Trompete 8' - 1989.
Schwellwerk (C-f'''): Geigenprincipal 8', Gedackt 8', Quintatön 8' - 1856/1956, Octave 4', Rohrflöte 4' - 1956, Flachflöte 2' - 1956, Sifflöte 1 1/3' - 1956, Zimbel 3 fach - 1956.
Pedal (C-d'): Violon 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Baßflöte 8', Oktave 4' - 1956, Nachthorn 2' - 1956, Mixtur 4 fach - 1956, Posaune 16' - 1989.
Accouplements: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk.
Autres données des dispositions | |
---|---|
Autres dispositions |
De oorspronkelijke dispositie luidde: Hauptwerk: Viola di Gamba 16' (vanaf c), Bordun 16', Principal 8', Doppelflöte 8', Salicional 8', Octave 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Mixtur 5 fach, Trompete 8'. Oberwerk: Quintatön 16' (vanaf c), Principal 8', Gedackt 8', Dolce 8', Aeoline 8' (1879), Octave 4', Flöte 4', Flautino 2'. Pedal: Violon 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Baßflöte 8', Posaune 16'. |
|
|