Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Schloßvippach, Deutschland (Thüringen) - Sankt Vituskirche (Unterkirche Sankt Viti)
Gemeinde: Schloßvippach
Beschreibung nr.: 2019649.
Gebaut von: Johann Friedrich Hartung (1782)
Het orgel in de Unterkirche Sankt Viti te Schloßvippach werd in de jaren 1773-1782 gebouwd door Johann Friedrich Hartung. Het is verschillende keren verbouwd en gewijzigd. Als eerste in 1824 door Johann August Posche en daarna in 1855 door Wilhelm Döll. Ingrijpender was de ombouw door Louis Witzmann in 1877. De oude frontpijpen moesten in 1917 worden ingeleverd. Wiegand Helfenbein plaatste in 1924 nieuwe exemplaren van zink. Een laatste restauratie had plaats in 1962. Gerhard Kirchner herstelde het orgel en plaatste een aantal nieuwe registers.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-d'''): Bordun 16', Prinzipal 8', Bordun 8', Hohlflöte 8', Gemshorn 8', Gambe 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Blockflöte 4' - 2001, Quinte 3', Oktave 2', Terz 1 3/5' - 2001, Sifflöte 1' - 2001, Mixtur 6 fach, Trompete 8'.
Oberwerk (C-d'''): Geigenprinzipal 8', Lieblich Gedackt 8', Flauto Traverse 8', Schweizerflöte 8', Salicional 8', Harmonika 8', Rohrflöte 4' - 2001, Oktave 2' - 2001, Waldflöte 2' - 2001, Terzian 2 fach - 2001, Mixtur 3 fach.
Pedal (C-d'): Prinzipal 16', Subbaß 16', Quintbaß 12', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4' - 2001, Rauschpfeife 4 fach - 2001.
Koppeln: Manualkoppel, Pedalkoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: 3 Sperrventile.
Schloßvippach, Deutschland (Thüringen) - Sankt Vituskirche (Unterkirche Sankt Viti)
Gemeinde: Schloßvippach
Beschreibung nr.: 2019649.
Gebaut von: Johann Friedrich Hartung (1782)
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1782 | Johann Friedrich Hartung | Neubau | 1824 | Johann August Posche | Umbau | 1855 | Wilhelm Döll | Restaurierung | 1877 | Louis Witzmann | Umbau | 1924 | Wiegand Helfenbein | Verschiedene Tätigkeiten | 1962 | Gerhard Kirchner | Restaurierung und Vergrößerung |
Het orgel in de Unterkirche Sankt Viti te Schloßvippach werd in de jaren 1773-1782 gebouwd door Johann Friedrich Hartung. Het is verschillende keren verbouwd en gewijzigd. Als eerste in 1824 door Johann August Posche en daarna in 1855 door Wilhelm Döll. Ingrijpender was de ombouw door Louis Witzmann in 1877. De oude frontpijpen moesten in 1917 worden ingeleverd. Wiegand Helfenbein plaatste in 1924 nieuwe exemplaren van zink. Een laatste restauratie had plaats in 1962. Gerhard Kirchner herstelde het orgel en plaatste een aantal nieuwe registers.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 15 |
- Oberwerk | 11 |
- Pedal | 7 |
Gesamtzahl der Stimmen | 33 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-d'''): Bordun 16', Prinzipal 8', Bordun 8', Hohlflöte 8', Gemshorn 8', Gambe 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Blockflöte 4' - 2001, Quinte 3', Oktave 2', Terz 1 3/5' - 2001, Sifflöte 1' - 2001, Mixtur 6 fach, Trompete 8'.
Oberwerk (C-d'''): Geigenprinzipal 8', Lieblich Gedackt 8', Flauto Traverse 8', Schweizerflöte 8', Salicional 8', Harmonika 8', Rohrflöte 4' - 2001, Oktave 2' - 2001, Waldflöte 2' - 2001, Terzian 2 fach - 2001, Mixtur 3 fach.
Pedal (C-d'): Prinzipal 16', Subbaß 16', Quintbaß 12', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4' - 2001, Rauschpfeife 4 fach - 2001.
Koppeln: Manualkoppel, Pedalkoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: 3 Sperrventile.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
In 1957 noteerde Karl Schubert de volgende dispositie: Hauptwerk: Bordun 16', Prinzipal 8', Bordun 8', Hohlflöte 8', Gemshorn 8', Gemshorn 8' (niet meer aanwezig), Gambe 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Quinte 3', Oktave 2', Mixtur 6 fach, Cimbel 3 fach (niet meer aanwezig), Trompete 8'. Oberwerk: Geigenprinzipal 8', Lieblich Gedackt 8', Flauto Traverse 8', Schweizerflöte 8', Salicional 8', Harmonika 8', Prinzipal 4' (niet meer aanwezig), Rohrflöte 4' (niet meer aanwezig), Flauto Dulcis 4' (niet meer aanwezig), Sesquialter 2 fach (niet meer aanwezig), Mixtur 3 fach. Pedal: Prinzipal 16', Subbaß 16', Violon 16' (niet meer aanwezig), Quintbaß 12', Prinzipalbaß 8' (niet meer aanwezig), Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Violon 8' (niet meer aanwezig), Quinte 5 1/3' (niet meer aanwezig), Posaune 16' (niet meer aanwezig). Koppelingen: Manualkoppel, Pedalkoppel. Speelhulpen: 3 Sperrventile. |
Literatur |
Die Orgelbauer Hartung in Schloßvippack und in Kölleda / Karl H. Schubert. - In: Ars Organi, 55. Jahrgang, Heft 2, Juni 2007. |