Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Wien, Österreich (Wien) - Katholische Pfarrkirche Sankt Elisabeth (Wieden)
Gemeente: Wien
Adres: St.-Elisabeth-Platz, 1040, Wien 4
Website: http://st-elisabeth.pfarrgemeinde.at/
Beschrijving nr.: 2016204.
Gebouwd door: Franz Capek (1902)
Afgebroken (1985)
Franz Capek bouwde in 1902 een tweeklaviers orgel met pneumatische kegelladen voor de Sankt Elisabethkirche in Wenen. Het orgel is in 1985 afgebroken en vervangen door nieuwbouw.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk: Bourdon 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Gamba 8', Gemshorn 8', Quintatön 8', Oktav 4', Rohrflöte 4', Fugara 4', Rauschquinte 2 2/3', Mixtur 5 fach (2 2/3'), Trompete 8'.
Schwellwerk: Viola 16', Geigenprinzipal 8', Lieblich Gedeckt 8', Salicional 8', Aeoline 8', Vox Coelestis 8', Traversflöte 4', Gemshorn 4', Progressiv 2-4 fach (2 2/3'), Klarinette 8'.
Pedal: Untersatz 32', Principalbaß 16', Subbaß 16', Bourdonbaß 16', Violonbaß 16', Oktavbaß 8', Flötenbaß 8', Cellobaß 8', Posaune 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Schwellwerk Sub, Hauptwerk - Schwellwerk Super, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Hauptwerk Super, Schwellwerk Super, Kontrapedal (Subkoppel Pedal).
Speelhulpen: 5 Feste Kombinationen (p - mf - f - ff - pleno), Freie Kombination.
Overige bronnen
Wien, Österreich (Wien) - Katholische Pfarrkirche Sankt Elisabeth (Wieden)
Gemeente: Wien
Adres: St.-Elisabeth-Platz, 1040, Wien 4
Website: http://st-elisabeth.pfarrgemeinde.at/
Beschrijving nr.: 2016204.
Gebouwd door: Franz Capek (1902)
Afgebroken (1985)
Franz Capek bouwde in 1902 een tweeklaviers orgel met pneumatische kegelladen voor de Sankt Elisabethkirche in Wenen. Het orgel is in 1985 afgebroken en vervangen door nieuwbouw.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 12 |
| - Schwellwerk | 10 |
| - Pedal | 9 |
| Totaal aantal stemmen | 31 |
| Toetstractuur | Pneumatisch |
| Registertractuur | Pneumatisch |
| Windlade(n) | Kegelladen |
Dispositie
Hauptwerk: Bourdon 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Gamba 8', Gemshorn 8', Quintatön 8', Oktav 4', Rohrflöte 4', Fugara 4', Rauschquinte 2 2/3', Mixtur 5 fach (2 2/3'), Trompete 8'.
Schwellwerk: Viola 16', Geigenprinzipal 8', Lieblich Gedeckt 8', Salicional 8', Aeoline 8', Vox Coelestis 8', Traversflöte 4', Gemshorn 4', Progressiv 2-4 fach (2 2/3'), Klarinette 8'.
Pedal: Untersatz 32', Principalbaß 16', Subbaß 16', Bourdonbaß 16', Violonbaß 16', Oktavbaß 8', Flötenbaß 8', Cellobaß 8', Posaune 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Schwellwerk Sub, Hauptwerk - Schwellwerk Super, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Hauptwerk Super, Schwellwerk Super, Kontrapedal (Subkoppel Pedal).
Speelhulpen: 5 Feste Kombinationen (p - mf - f - ff - pleno), Freie Kombination.
| Literatuur |
Ars Organi 4/2001. |
| Links |
http://st-elisabeth.at/kirchenmusik/orgel/ |
- Jörg R. Becker