Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Groenling. Datering: 21 August 2006.

Foto: Groenling

Schöningen, Deutschland (Niedersachsen) - Katholische Pfarrkirche Sankt Vincenz
Adres: Niedernstraße 47, 38364, Schöningen
Website: http://www.stvincenz-schoeningen.de/

Beschrijving nr.: 2015929.

Gebouwd door: Karl Schuke (1994)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1658 van Jonas Weigel

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1658 Jonas Weigel  nieuwbouw
1958 Otto Dutkowski  ombouw
1994 Karl Schuke  restauratie

Gebouwd in een historische orgelkas van Jonas Weigel uit 1658. Het oude orgel was in 1958 omgebouwd door Otto Dutkowski. In 1994 werd het vervangen door het huidige instrument van Karl Schuke. Schuke maakte een nieuw rugpositief, dat geheel aansluit bij de architectuur van de historische hoofdwerkkas. Adviseurs bij de bouw waren Mathias Michaely en Michael Becker.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Oberwerk9
- Rückpositiv9
- Brustwerk6
- Pedal9
Totaal aantal stemmen33
ToetstractuurMechanisch
RegistertractuurMechanisch
Windlade(n)Sleepladen

Dispositie
Oberwerk (C-f'''): Bordun 16', Prinzipal 8', Spitzflöte 8', Oktave 4', Blockflöte 4', Quinte 2 2/3', Waldflöte 2', Mixtur 4-5 fach (1 1/3'), Trompete 8', Glockenspiel.
Rückpositiv (C-f'''): Rohrflöte 8', Quintatön 8', Prinzipal 4', Spitzflöte 4', Oktave 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach (2 2/3'), Scharff 3 fach (1'), Rohrschalmey 8', Tremulant.
Brustwerk (C-f'''): Gedackt 8', Holzflöte 4', Schwiegel 2', Oktävlein 1', Terz 4/5', Dulcian 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Prinzipal 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4', Flöte 4', Hintersatz 3 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8', Schalmay 4'.
Overige registers: Zimbelstern, Vogelgesang.
Koppelingen: Oberwerk - Rückpositiv, Oberwerk - Brustwerk, Pedal - Oberwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Brustwerk.
Speelhulpen: Pleno Pedal, Pleno OW/RP, Zungen ab.

Overige dispositiegegevens
Verschillende disposities De dispositie van het orgel luidde na de ombouw van 1958:
Hauptwerk: Quintadena 16', Prinzipal 8', Spitzflöte 8', Gedackt 8', Oktave 4', Gedackt Flöte 4', Quinte 3', Oktave 2', Sesquialtera 2 fach, Mixtur 5 fach, Zimbel 3 fach, Trompete 8'.
Oberwerk: Gedackt 8', Prinzipal 4', Holzflöte 4', Oktave 2', Spitzquinte 1 1/3', Sifflöte 1', Terzian 2 fach, Scharff 4 fach, Krummhorn 8'.
Pedal: Prinzipal 16', Subbaß 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Oktave 4', Nachthorn 2', Mixtur 4 fach, Posaune 16'.
Literatuur
  • Klingendes Ostfalen : Die Ostfälische Orgellandschaft / Hilde Pfeiffer-Dürkop, Walter Supper, Günter Seggermann. - Cuxhaven : Verlag Olivia, 1967. - (Die Kleinen Cux-Bücher ; 8).
  • Ars Organi 2/1997.
  • Zur Konstruktion von Orgelgehäusen des 16. und 17. Jahrhunders / Ernst Bittcher, Gerhard Aumüller. - In: Ars Organi, 61. Jhg, Heft 2, Juni 2013.
Opnamen Reinhard Schwarz-Schilling (1904-1985) : Orgelwerke / Hans-Dieter Meyer-Moortgat. - Thorofon CTH 2296 (CD). - 1996.
Links http://www.landeskirche-braunschweig.de/1095.html
Overige bronnen
  • Jörg R. Becker