Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Friemar, Deutschland (Thüringen) - Sankt Veitkirche
Gemeente: Friemar
Adres: Kirchstraße, 99869, Friemar
Beschrijving nr.: 2011073.
Gebouwd door: Johann Georg Seitz (1782)
Het orgel in de Sankt Veitkirche in Friemar is gebouwd in 1782 door Johann Georg Seitz. Volgens de website van de kerk is het echter gebouwd in 1831 door Valentin Knauf. In 1999 is het instrument gerestaureerd door Friedrich Löbling.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Gemshorn 8', Gedackt 8', Hohlflöte 8', Viola di Gamba 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Quinte 3', Superoctave 2', Mixtur 4 fach (2'), Zimbel 3 fach (1').
Oberwerk (C-f'''): Geigenprincipal 8', Salicional 8', Lieblich Gedackt 8', Flauto Traverso 8', Principal 4', Flaut Double 4', Octave 2', Cornet 4 fach (8'), Sesquialter 2 fach (3'), Mixtur 4 fach (1').
Pedal (C-d'): Principalbaß 16', Subbaß 16', Violonbaß 16', Principalbaß 8', Gemshornbaß 8' - transmissie, Hohlflötenbaß 8' - transmissie, Hohlflötenbaß 4' - transmissie, Superoctave 2' - transmissie, Posaunenbaß 16'.
Koppelingen: Manualkoppel, Pedal - Hauptwerk.
Speelhulpen: Tremulant.
Friemar, Deutschland (Thüringen) - Sankt Veitkirche
Gemeente: Friemar
Adres: Kirchstraße, 99869, Friemar
Beschrijving nr.: 2011073.
Gebouwd door: Johann Georg Seitz (1782)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1782 | Johann Georg Seitz | nieuwbouw | 1831 | Valentin Knauf | ombouw | 1999 | Friedrich Löbling | restauratie |
Het orgel in de Sankt Veitkirche in Friemar is gebouwd in 1782 door Johann Georg Seitz. Volgens de website van de kerk is het echter gebouwd in 1831 door Valentin Knauf. In 1999 is het instrument gerestaureerd door Friedrich Löbling.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 12 |
- Oberwerk | 10 |
- Pedal | 9 (5) |
Totaal aantal stemmen | 31 (27) |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Gemshorn 8', Gedackt 8', Hohlflöte 8', Viola di Gamba 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Quinte 3', Superoctave 2', Mixtur 4 fach (2'), Zimbel 3 fach (1').
Oberwerk (C-f'''): Geigenprincipal 8', Salicional 8', Lieblich Gedackt 8', Flauto Traverso 8', Principal 4', Flaut Double 4', Octave 2', Cornet 4 fach (8'), Sesquialter 2 fach (3'), Mixtur 4 fach (1').
Pedal (C-d'): Principalbaß 16', Subbaß 16', Violonbaß 16', Principalbaß 8', Gemshornbaß 8' - transmissie, Hohlflötenbaß 8' - transmissie, Hohlflötenbaß 4' - transmissie, Superoctave 2' - transmissie, Posaunenbaß 16'.
Koppelingen: Manualkoppel, Pedal - Hauptwerk.
Speelhulpen: Tremulant.
Literatuur |
|