Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Attenweiler, Deutschland (Baden-Württemberg) - Katholische Pfarrkirche Sankt Blasius
Region:Oberschwaben
Beschreibung nr.: 2010366.
Gebaut von: Franz Sales Hechinger (1842)
Het orgel in de parochiekerk van Attenweiler is gebouwd in 1841-1842 door Franz Sales Hechinger, orgelmaker te Ulm. Op 25 april 1842 werd het orgel goedgekeurd. Het orgel had van het begin af een vrijstaande speeltafel. Johann Baptist Schefold verplaatste deze in 1883 meer naar de borstwering. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd. Het instrument bleef verder geheel in de oorspronkelijke staat behouden. In 1967 werd het gedemonteerd in verband met een restauratie van het kerkgebouw. Albert Reiser bouwde het in 1972 weer op, maar hierbij werd het ingrijpend gewijzigd en uitgebreid. Het van oorsprong één-klaviers werk werd omgebouwd tot een orgel met twee manualen. Door een brand ging in de speeltafel in 1981 verloren. De schade is door Reiser hersteld.
Technische Daten
Disposition
I. Manual (C-f'''): Principal 8', Viola 8', Flöte 4', Octave 2' - 1972.
II. Manual (C-f'''): Gedeckt 8', Octave 4' - 1972, Sifflöte 2', Mixtur 3 fach (1 1/3') - 1842/1972.
Pedal (C-d'): Subbass 16' - 1842/1972, Octavbass 8' - 1842/1972, Choralbass 4' - 1972.
Koppeln: I. Manual - II. Manual, Pedal - I. Manual, Pedal - II. Manual.
Attenweiler, Deutschland (Baden-Württemberg) - Katholische Pfarrkirche Sankt Blasius
Region:Oberschwaben
Beschreibung nr.: 2010366.
Gebaut von: Franz Sales Hechinger (1842)
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1842 | Franz Sales Hechinger | Neubau | 1883 | Johann Baptist Schefold | Verschiedene Tätigkeiten | 1972 | Reiser Orgelbau | Umbau | 1981 | Reiser Orgelbau | Verschiedene Tätigkeiten |
Het orgel in de parochiekerk van Attenweiler is gebouwd in 1841-1842 door Franz Sales Hechinger, orgelmaker te Ulm. Op 25 april 1842 werd het orgel goedgekeurd. Het orgel had van het begin af een vrijstaande speeltafel. Johann Baptist Schefold verplaatste deze in 1883 meer naar de borstwering. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd. Het instrument bleef verder geheel in de oorspronkelijke staat behouden. In 1967 werd het gedemonteerd in verband met een restauratie van het kerkgebouw. Albert Reiser bouwde het in 1972 weer op, maar hierbij werd het ingrijpend gewijzigd en uitgebreid. Het van oorsprong één-klaviers werk werd omgebouwd tot een orgel met twee manualen. Door een brand ging in de speeltafel in 1981 verloren. De schade is door Reiser hersteld.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - I. Manual | 4 |
| - II. Manual | 4 |
| - Pedal | 3 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 11 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
I. Manual (C-f'''): Principal 8', Viola 8', Flöte 4', Octave 2' - 1972.
II. Manual (C-f'''): Gedeckt 8', Octave 4' - 1972, Sifflöte 2', Mixtur 3 fach (1 1/3') - 1842/1972.
Pedal (C-d'): Subbass 16' - 1842/1972, Octavbass 8' - 1842/1972, Choralbass 4' - 1972.
Koppeln: I. Manual - II. Manual, Pedal - I. Manual, Pedal - II. Manual.
| Gemischte Stimme | Zusammensetzung |
| Mixtur 3 fach | C: 1 1/3' - 1' - 2/3'. c°: 2' - 1 1/3' - 1'. c': 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. c'': 4' - 2 2/3' - 2'. |
| Übrige dispositiondaten | |
|---|---|
| Mehrere dispositionen |
De oorspronkelijke dispositie luidde volgens het contract uit 1840: Manual: Prinzipal 8', Viola 8', Copel 8', Prinzipal 4', Flöte 4', Octav 2', Mixtur 3 fach (2'). Pedal: Subbas 16', Octavbas 8', Violonbas 8'. |
| Literatur |
Historische Orgeln in Oberschwaben : Der Landkreis Biberach / Wolfgang Manecke, Johannes Mayr. - Regensburg : Verlag Schnell & Steiner, 1995. |