Complete description of the selected organ
Photo: Groenling
Preetz, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Klosterkirche
Region:Holstein
Address: Klosterhof 5, 24211, Preetz
Description nr.: 2008986.
Built by: Hans Köster (1573)
Het orgel in de Klosterkirche van Preetz gaat is van oorsprong gebouwd in 1573 door Hans Köster, orgelmaker te Lübeck. Het stond oorspronkelijk in het koor van de kerk. Na 1650 is het verplaatst naar de westzijde van de kerk. Er werden twee pedaaltorens en een rugpositief toegevoegd. In 1686 bouwde Ahasverus Schütze een nieuw rugpositief. Het orgel is in 1767 gewijzigd door Johann Busch en in 1838 door Jürgen Marcussen. In dat jaar werd het kort octaaf opgeheven. Desalniettemin is het als bijzonder waardevol historisch instrument bewaard gebleven. Eberhard Tolle voerde in 1950 herstelwerkzaamheden uit. In 1999 is het orgel grondig gerestaureerd door de firma Marcussen.
Technical data
Specification
Hauptwerk: Bordun 16', Prinzipal 8', Viola di Gamba 8', Quintatön 8', Oktave 4', Quinte 2 2/3', Superoktave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 3 fach, Trompete 8'.
Rückpositiv: Gedackt 8', Prinzipal 4', Flöte 4', Fugara 4', Spitzflöte 2', Sesquialter 2 fach, Dolzian 8', Vox Humana 8'.
Pedal: Prinzipal 16', Oktave 8', Gedackt 8', Oktave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
Couplers: Hauptwerk - Rückpositiv, Pedal - Hauptwerk.
Photo: Groenling
Preetz, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Klosterkirche
Region:Holstein
Address: Klosterhof 5, 24211, Preetz
Description nr.: 2008986.
Built by: Hans Köster (1573)
Year | Builder | Opus | Activity | 1573 | Hans Köster | new organ | 1686 | Ahasverus Schütze | enlargement | 1767 | Johann Daniel Busch | rebuild | 1838 | Marcussen & Reuter | rebuild | 1950 | Eberhard Tolle | restoration | 1999 | Marcussen & Søn | restoration |
Het orgel in de Klosterkirche van Preetz gaat is van oorsprong gebouwd in 1573 door Hans Köster, orgelmaker te Lübeck. Het stond oorspronkelijk in het koor van de kerk. Na 1650 is het verplaatst naar de westzijde van de kerk. Er werden twee pedaaltorens en een rugpositief toegevoegd. In 1686 bouwde Ahasverus Schütze een nieuw rugpositief. Het orgel is in 1767 gewijzigd door Johann Busch en in 1838 door Jürgen Marcussen. In dat jaar werd het kort octaaf opgeheven. Desalniettemin is het als bijzonder waardevol historisch instrument bewaard gebleven. Eberhard Tolle voerde in 1950 herstelwerkzaamheden uit. In 1999 is het orgel grondig gerestaureerd door de firma Marcussen.
Technical data
Number of stops per division | |
- Hauptwerk | 10 |
- Rückpositiv | 8 |
- Pedal | 6 |
Total number of stops | 24 |
Key action | Mechanical |
Stop action | Mechanical |
Windchest(s) | Slider chests |
Specification
Hauptwerk: Bordun 16', Prinzipal 8', Viola di Gamba 8', Quintatön 8', Oktave 4', Quinte 2 2/3', Superoktave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 3 fach, Trompete 8'.
Rückpositiv: Gedackt 8', Prinzipal 4', Flöte 4', Fugara 4', Spitzflöte 2', Sesquialter 2 fach, Dolzian 8', Vox Humana 8'.
Pedal: Prinzipal 16', Oktave 8', Gedackt 8', Oktave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
Couplers: Hauptwerk - Rückpositiv, Pedal - Hauptwerk.
Literature |
Denkmalorgeln zwischen Nord- und Ostsee / Günter Seggermann, Wolfgang Weidenbach. - Kassel : Merseburger Verlag, 1992. - (Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde ; 127). |