Spring naar content
Complete description of the selected organ
Hamburg, Deutschland (Hamburg) - Nienstedtener Kirche (Nienstedten)
Municipal: Hamburg
Address: Nienstedtener Marktplatz 19a, 22609, Hamburg-Nienstedten
Website: http://kirche-nienstedten.de/

Description nr.: 2008683.

Built by: Mühleisen Orgelbau (2001)
The organ contains older material: Organ case from 1906 by Marcussen & Søn

YearBuilderOpusActivity
1906 Marcussen & Søn  new organ
1937 Karl Schwenger  rebuild
1939 Emil Hammer Orgelbau  maintenance/reparations
1967 firma Rudolf von Beckerath  restoration
2001 Mühleisen Orgelbau  new organ in old case

In 1906 bouwde de firma Marcussen & Søn een orgel voor de kerk van Nienstedten. Het orgel kreeg een front naar ontwerp van Fernando Lorenzen. Het verving een - inmiddels ingrijpend verbouwd - orgel van Schnitger uit 1681. Achter het front uit 1906 bouwde de firma Muhleisen in 2000 een nieuw orgel met 34 stemmen. Op 6 mei 2001 is het instrument in gebruik genomen. Adviseurs bij de bouw waren Hans-Martin Petersen en Frauke Grübner.

Technical data
Number of stops per division
- Hauptwerk12
- Schwellwerk15
- Pedal7
Total number of stops34
Key actionMechanical
Stop actionElectrical
Windchest(s)Slider chests

Specification
Hauptwerk (C-g'''): Bourdon 16', Principal 8', Gedackt 8', Gamba 8', Unda Maris 8', Octave 4', Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3', Superoctave 2', Cornett 5 fach (from f°), Mixtur 4-6 fach (1 1/3'), Trompete 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Principal 8', Bourdon 8', Salicional 8', Voix Céleste 8' (from c°), Aeoline 8', Fugara 4', Flûte Octaviante 4', Nazard 2 2/3', Doublette 2', Tierce 1 3/5', Mixtur 5 fach (2'), Basson 16', Trompette Harmonique 8', Hautbois 8', Clairon 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Octavbaß 8', Flûte 8', Violonbaß 8', Octave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
Other stops: Cymbelstern (8 bellen).
Couplers: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Schwellwerk 4', Schwellwerk 16'.
Accessories: 64-voudige Setzer.

Other specifications
Different specifications De dispositie van het Marcussen-binnenwerk luidde in 1997:
Hauptwerk: Quintadena 16', Prinzipal 8', Lieblich Gedackt 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Oktave 2', Flachflöte 2', Mixtur 5-6 fach, Zimbel 2 fach, Trompete 8'.
Schwellwerk: Gedackt 16', Gedackt 8', Prinzipal 4', Blockflöte 4', Quinte 2 2/3', Gemshörnlein 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Sifflöte 1', Obertöne 2 fach (1 1/7'+8/9'), Scharff 3 fach, Bärpfeife 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16', Zartbaß 16' (transmissie), Prinzipal 8', Gedackt 8', Choralbaß 4', Nachthorn 2', Hintersatz 3 fach, Posaune 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Schwellwerk 16', Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, Tutti, Handregister an, Auslöser.
Literature
  • Die Orgeln in Hamburg / Günter Seggermann. - München : Christian Verlag, 1997.
  • Forum Kirchenmusik 1/2002.
Other sources
  • Jörg R. Becker