Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: René Troost
Kaltenbrunn (Kaunertal), Österreich (Tirol) - Katholische Pfarr- und Wallfahrtskirche zu Unserer Lieben Frau
Gemeente: Kaunertal
Streek:Kaunertal
Adres: Kaltenbrunn 1, 6524, Kaunertal
Beschrijving nr.: 2006891.
Gebouwd door: Ferdinand Pez (1720)
Het orgel in de Wallfahrtskirche te Kaltenbrunn, Tirol, werd gebouwd in 1720 door Ferdinand Pez, orgelmaker te Augsburg. Diens leerling Johann Kronthaler plaatste enkele jaren later drie nieuwe registers. Het instrument stond oorspronkelijk boven de sacristie opgesteld, achter de kansel. Franz Weber plaatste het orgel in 1883 over naar een andere plaats in de kerk, in het nieuwgebouwde koor waar voortaan het zangkoor stond. Weber wijzigde het orgel ingrijpend. 12 registers werden verwijderd en verder is de dispositie uitgebreid tot 23 stemmen. Het instrument is in deze toestand gerestaureerd door de firma Späth. De Harmonika van het Brustwerk is geplaatst in een eigen zwelkast, die ondewr de orgelbank is gebouwd.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bourdon 16' (from c°), Prinzipal 8', Prinzipalflöte 8', Copl 8', Octav 4', Spitzflöte 4', Flaut 4', Quint 2 2/3', Superoctav 2', Cornett 3 fach (2 2/3'), Mixtur 4 fach (2').
Brustwerk (C-f'''): Prinzipal 8', Flachflöte 8', Gamba 8', Octav 4', Flöte 4', Superoctav 2', Harmonika 8' - in zwelkast.
Pedal (C-c°): Subbass 16', Octavbass 8', Quintbass 5 1/3', Posaunenbass 16', Fagottbass 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk.
Foto: René Troost
Kaltenbrunn (Kaunertal), Österreich (Tirol) - Katholische Pfarr- und Wallfahrtskirche zu Unserer Lieben Frau
Gemeente: Kaunertal
Streek:Kaunertal
Adres: Kaltenbrunn 1, 6524, Kaunertal
Beschrijving nr.: 2006891.
Gebouwd door: Ferdinand Pez (1720)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1720 | Ferdinand Pez | nieuwbouw | 1883 | Franz Weber | ombouw | 2001 | Späth Orgelbau AG | restauratie |
Het orgel in de Wallfahrtskirche te Kaltenbrunn, Tirol, werd gebouwd in 1720 door Ferdinand Pez, orgelmaker te Augsburg. Diens leerling Johann Kronthaler plaatste enkele jaren later drie nieuwe registers. Het instrument stond oorspronkelijk boven de sacristie opgesteld, achter de kansel. Franz Weber plaatste het orgel in 1883 over naar een andere plaats in de kerk, in het nieuwgebouwde koor waar voortaan het zangkoor stond. Weber wijzigde het orgel ingrijpend. 12 registers werden verwijderd en verder is de dispositie uitgebreid tot 23 stemmen. Het instrument is in deze toestand gerestaureerd door de firma Späth. De Harmonika van het Brustwerk is geplaatst in een eigen zwelkast, die ondewr de orgelbank is gebouwd.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 11 |
- Brustwerk | 7 |
- Pedal | 5 |
Totaal aantal stemmen | 23 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bourdon 16' (from c°), Prinzipal 8', Prinzipalflöte 8', Copl 8', Octav 4', Spitzflöte 4', Flaut 4', Quint 2 2/3', Superoctav 2', Cornett 3 fach (2 2/3'), Mixtur 4 fach (2').
Brustwerk (C-f'''): Prinzipal 8', Flachflöte 8', Gamba 8', Octav 4', Flöte 4', Superoctav 2', Harmonika 8' - in zwelkast.
Pedal (C-c°): Subbass 16', Octavbass 8', Quintbass 5 1/3', Posaunenbass 16', Fagottbass 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk.
|
|
|
|