Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Hannover, Deutschland (Niedersachsen) - Markuskirche (List)
Gemeente: Hannover
Adres: Lister Platz, 30163, Hannover
Website: http://www.apostel-und-markus.de/

Beschrijving nr.: 2005352.

Gebouwd door: Paul Ott (1962)

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1962 Paul Ott  nieuwbouw
1974 Emil Hammer Orgelbau  diverse werkzaamheden
1994 Franz Reitzsch  uitbreiding

  • In de jaren 1958-1962 bouwde Paul Ott een orgel voor de Markuskirche in Hannover-List. In november 1958 waren Hauptwerk en Pedal voltooid. Het Kronwerk en Rückpositiv werden in 1960 en 1962 geplaatst en voltooid.
  • Het instrument is in 1974 door de firma Emil Hammer gerenoveerd en opnieuw geïntoneerd.
  • In 1994 voerde Franz Rietzsch een revisie uit, waarbij de dispositie is gewijzigd. Op het pedaal plaatste hij een Untersatz, opgebouwd uit de Subbaß en een Quinte, een Bassflöte 4' en een Quinte 5 1/3'. Het pijpwerk van deze twee registers werd uit de voorraad van de orgelmaker gehaald. Van het oorspronkelijke concept werden vier registers verwijderd van het pedaal: Nachthorn 1', Rauschpfeife 2 fach Basscymbel 3 fach en Kornett 2'. Rietzsch wijzigde ook de Regal 4' van het Kronwerk in een Trompete 4'.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Hauptwerk11
- Rückpositiv10
- Kronwerk13
- Brustwerk9
- Pedal13
Totaal aantal stemmen56
ToetstractuurMechanisch
RegistertractuurMechanisch
Windlade(n)Sleepladen

Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Pommer 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Koppelflöte 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 5-6 fach (1 1/3'), Scharf 3 fach (1/3'), Trompete 16', Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Quintade 8', Gedackt 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Gemshorn 2', Sifflöte 1', Sesquialtera 2 fach, Scharf 4 fach (1'), Dulzian 16', Musette 8', Tremulant.
Kronwerk (C-g'''): Spillgedackt 8', Holzpfeife 8', Prinzipal 4', Nachthorn 4', Nasat 2 2/3', Waldflöte 2', Terz 1 3/5', Septime 1 1/7', Oktave 1', None 8/9', Scharf 4 fach (2/3'), Trompete 8', Trompete 4' - 1962/1994, Tremulant.
Brustwerk (met zweljaloezieën) (C-g'''): Holzgedakt 8', Blockflöte 4', Prinzipal 2', Rohrflöte 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Zimbel 3 fach (1/2'), Vox Humana 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Untersatz 32' - 1994; akoestische transmissie, Prinzipal 16', Subbass 16', Oktave 8', Gedacktbass 8', Quinte 5 1/3' - 1994, Oktave 4', Bassflöte 4' - 1994, Nachthorn 2', Mixtur 6 fach, Posaune 16', Trompete 8', Trompete 4'.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Kronwerk, Hauptwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Kronwerk.

Links http://www.apostel-und-markus.de/kirchenmusik/orgel
http://www.goslariensis.de/hannopfor/markus.htm