Complete description of the selected organ
Bruck an der Leitha, Österreich (Niederösterreich) - Pfarrkirche zur Heiligen Dreifaltigkeit
Description nr.: 2004294.
Built by: Jakob Sippus (1710)
Het hoofdwerk van het orgel in de parochiekerk van Bruck an der Leitha is een werkstuk van Jakob Sippus, dat op 13 juni 1710 in gebruik werd genomen. In 1741 breidde Johann Hencke het instrument uit met een rugpositief. Op 11 maart 1741 was dit gereed. In 1858 waren herstelwerkzaamheden noodzakelijk. Alois Hörbiger voerde deze uit. Hij vernieuwde de klaviatuur, breidde het hoofdwerk uit met een Viola 8' en tenslotte plaatste hij de hoofdwerkkas meer naar achteren. Hoewel de nieuwe klavieren van C tot c''' lopen is het kort octaaf op de lade aanwezig gebleven, zodat de tonen Cis, Dis, Fis en Gis via een koppelmechanisme klinken. In 1892 is een Salicional geplaatst. Josef Ullmann werkte in 1919 aan het orgel. Hij vernieuwde de frontpijpen en de Viola uit 1858.
Technical data
Specification
Hauptwerk: Principal 8' - 1919, Waldflöte 8', Quintatön 8', Viola 8' - 1919, Salicional 8' - 1892, Octav 4', Spitzflöte 4', Quint 3', Superoctav 2', Mixtur 4 fach (2').
Rückpositiv: Copula 8', Principal 4', Flöte 4', Octav 2', Mixtur 2 fach (1') - één koor functioneert (1973).
Pedal: Subbaß 16', Bordunbaß 16', Violonbaß 8', Quintbaß 6'.
Bruck an der Leitha, Österreich (Niederösterreich) - Pfarrkirche zur Heiligen Dreifaltigkeit
Description nr.: 2004294.
Built by: Jakob Sippus (1710)
Year | Builder | Opus | Activity | 1710 | Jakob Sippus | new organ | 1741 | Johann Hencke | 1858 | Alois Hörbiger | 1919 | Josef Ullmann |
Het hoofdwerk van het orgel in de parochiekerk van Bruck an der Leitha is een werkstuk van Jakob Sippus, dat op 13 juni 1710 in gebruik werd genomen. In 1741 breidde Johann Hencke het instrument uit met een rugpositief. Op 11 maart 1741 was dit gereed. In 1858 waren herstelwerkzaamheden noodzakelijk. Alois Hörbiger voerde deze uit. Hij vernieuwde de klaviatuur, breidde het hoofdwerk uit met een Viola 8' en tenslotte plaatste hij de hoofdwerkkas meer naar achteren. Hoewel de nieuwe klavieren van C tot c''' lopen is het kort octaaf op de lade aanwezig gebleven, zodat de tonen Cis, Dis, Fis en Gis via een koppelmechanisme klinken. In 1892 is een Salicional geplaatst. Josef Ullmann werkte in 1919 aan het orgel. Hij vernieuwde de frontpijpen en de Viola uit 1858.
Technical data
Number of stops per division | |
- Hauptwerk | 10 |
- Rückpositiv | 5 |
- Pedal | 4 |
Total number of stops | 19 |
Manual compass | CDEFGA-c''', klavier wel 49 toetsen |
Pedal compass | CDEFGA-a |
Key action | Mechanical |
Stop action | Mechanical |
Windchest(s) | Slider chests |
Specification
Hauptwerk: Principal 8' - 1919, Waldflöte 8', Quintatön 8', Viola 8' - 1919, Salicional 8' - 1892, Octav 4', Spitzflöte 4', Quint 3', Superoctav 2', Mixtur 4 fach (2').
Rückpositiv: Copula 8', Principal 4', Flöte 4', Octav 2', Mixtur 2 fach (1') - één koor functioneert (1973).
Pedal: Subbaß 16', Bordunbaß 16', Violonbaß 8', Quintbaß 6'.
Literature |
Orgeln in Österreich / Alois Forer. - Wien ; München : Verlag Anton Schroll & Co., 1973. |