Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Trier, Deutschland (Rheinland-Pfalz) - Katholische Pfarrkirche Maria-Königin (Trier-Pallien)
Gemeente: Trier
Adres: Im Sabel 32, 54294, Trier
Beschrijving nr.: 2003574.
Gebouwd door: E.F. Walcker & Cie. (1964) - opus 4494
De parochiekerk Maria-Königin in Trier-Pallien is op 20 februari 1960 ingewijd. Het Walcker-orgel in de kerk werd op 22 november 1964 in gebruik genomen. De orgelkassen zijn ontworpen door H.O. Vogel en P. von Stipelen, architecten uit Trier. Adviseur bij de bouw was Wolfgang Oehms.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Holzquintade 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Spillflöte 4', Quinte 2 2/3', Waldflöte 2', Oktave 1', Mixtur 5-6 fach (1 1/3'), Spanische Trompete 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Hohlflöte 8', Bartpfeife 8', Prinzipal 4', Nachthorn 4', Oktave 2', Nasat 1 1/3', Sesquialter 2 fach, Scharff 4 fach (1'), Zimbel 3 fach (1/4'), Fagott 16', Krummhorn 8'.
Pedalwerk (C-f'): Prinzipalbaß 16', Subbaß 16', Oktavbaß 8', Rohrpommer 8', Blockflöte 4', Pedalmixtur 4 fach (2 2/3'), Bombarde 16', Kopftrompete 4'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, 1 Pedalkombinationen, Zungen ab, Zungereinzelabsteller.
Trier, Deutschland (Rheinland-Pfalz) - Katholische Pfarrkirche Maria-Königin (Trier-Pallien)
Gemeente: Trier
Adres: Im Sabel 32, 54294, Trier
Beschrijving nr.: 2003574.
Gebouwd door: E.F. Walcker & Cie. (1964) - opus 4494
De parochiekerk Maria-Königin in Trier-Pallien is op 20 februari 1960 ingewijd. Het Walcker-orgel in de kerk werd op 22 november 1964 in gebruik genomen. De orgelkassen zijn ontworpen door H.O. Vogel en P. von Stipelen, architecten uit Trier. Adviseur bij de bouw was Wolfgang Oehms.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 10 |
| - Schwellwerk | 11 |
| - Pedalwerk | 8 |
| Totaal aantal stemmen | 29 |
| Toetstractuur | Mechanisch |
| Registertractuur | Electrisch |
| Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Holzquintade 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Spillflöte 4', Quinte 2 2/3', Waldflöte 2', Oktave 1', Mixtur 5-6 fach (1 1/3'), Spanische Trompete 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Hohlflöte 8', Bartpfeife 8', Prinzipal 4', Nachthorn 4', Oktave 2', Nasat 1 1/3', Sesquialter 2 fach, Scharff 4 fach (1'), Zimbel 3 fach (1/4'), Fagott 16', Krummhorn 8'.
Pedalwerk (C-f'): Prinzipalbaß 16', Subbaß 16', Oktavbaß 8', Rohrpommer 8', Blockflöte 4', Pedalmixtur 4 fach (2 2/3'), Bombarde 16', Kopftrompete 4'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, 1 Pedalkombinationen, Zungen ab, Zungereinzelabsteller.
| Literatuur |
|
| Opnamen |
Orgeln der Stadt Trier / Joachim Reidenbach. - OnLine Records CE 98003 (CD). - 1997. |