Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Legnica, Polska (Województwo Dolnośląskie) - Kościół Marii Panny
Gemeente: Legnica

Beschrijving nr.: 2003326.

Gebouwd door: Weigle Orgelbau (opus 487) en Schiedmayer Pianofortefabrik (1914)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas en front uit 1735 van Johann Michael Röder

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1736 Johann Michael Röder  nieuwbouw
1848 Carl Friedrich Ferdinand Buckow  restauratie en uitbreiding
1894 Schlag & Söhne  restauratie en uitbreiding
1914 Weigle Orgelbau487 nieuwbouw in bestaande kas
1928 Weigle Orgelbau  ombouw
1977 firma Sczerbaniak  ombouw
2000 Emil Hammer Orgelbau  restauratie

  • In 1735 en 1736 bouwde Johann Michael Röder een geheel nieuw orgel voor de Liebfrauenkirche in Liegnitz in Pruisen. Het had twee manualen en vrij pedaal met 35 stemmen. Het orgel was een typisch barokorgel met klokken, pauken en bewegende figuren. In 1848 wijzigde Buckow het orgel. Het kreeg twee registers meer dan voordien, maar ook werden verschillende stemmen vervangen door meer romantische registers.
  • In 1894 herbouwde de firma Schlag & Söhne het orgel, in verband met een restauratie van het kerkgebouw. Het werd door hen geheel nieuw opgebouwd met pneumatische tractuur en een moderne romantische dispositie. Het aantal registers werd verhoogd van 42 naar 53. De oplevering van het hernieuwde instrument was in juni 1894. Overigens wordt het kerkgebouw in 1894 'Peter-Paulkirche' genoemd.
  • In 1914 bouwde de firma Weigle een vrijwel nieuw orgel in de oude kassen, met 61 registers. Niet alle geplande registers werden geplaatst: op alle manualen bleven enkele plaatsen onbezet. Het derde klavier kreeg een nieuwe vinding: dynamiekregeling door de luchtdruk te variëren, uitgevoerd met harmonium-tongen. Dit zogenaamde Parabrahm-Werk werd in de speeltafel ingebouwd. De firma Schiedmayer leverde het harmoniumgedeelte. Ook plaatste Weigle vijf hogedrukregisters. Al in 1928 verwijderde hij deze, evenals het Parabrahm-Werk, omdat het niet goed meer functioneerde. Het derde klavier kreeg nu een achttal registers met een meer barokke dispositie.
  • De firma Sczerbaniak uit Lodz reviseerde het orgel in de jaren 1974-1977. Hierbij werd de windlade van manuaal III vernieuwd, en ook werd de dispositie gewijzigd. In opdracht van de VEESO restaureerde Emil Hammer het orgel grondig in 2000. Van Röder resten nu nog slechts het front en enkele pijpen, op.a. in de Principal 8', Octave 4' en Gemshorn 8' van Manual I en de Octave 4', Gemshorn 4' en de Mixtur van Manual II.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Manual I17
- Manual II17
- Manual III8
- Pedal12
Totaal aantal stemmen54
ToetstractuurElectro-pneumatisch
RegistertractuurElectro-pneumatisch
Windlade(n)Membraanlade
Toonhoogtea' = 440 Hz
TemperatuurEqual temperament
Winddruk104 mm (manualen) en 145 mm (pedaal)

Dispositie
Manual I (C-c''''): Principal 16', Bourdon 16', Principal 8', Gamba 8', Gedeckt 8', Gemshorn 8', Flûte Octaviante 8', Dulciana 8', Oktave 4', Fugara 4', Rohrflöte 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Cornettino 3 fach, Mixtur 5 fach - gecombineerd met Quinte en Octave 2', Trompete 8', Clarine 4'.
Manual II (C-c''''): Quintatön 16', Geigen-Principal 8', Concertflöte 8', Viola 8', Nachthorn 8', Salicional 8', Lieblich Gedeckt 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Oktave 4', Gemshorn 4', Traversflöte 4', Terz 3 1/5', Piccolo 2', Mixtur 3-4 fach, Labial-Oboe 8' - Combinatie van Viola en Nachthorn, Clarinette 8', Celesta Piano, Celesta Forte.
Manual III (C-c''''): Gedeckt 8', Prästant 4', Gedecktpommer 4', Schwiegel 2', Quinte 1 1/3', Sifflöte 1', Cymbel 2 fach, Regal 16', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principalbass 32' - akoestisch, Principalbass 16', Contrabass 16', Zartbass 16' - transmissie van Manual II, Subbass 16', Violonbass 16', Quintbass 10 2/3', Octavbass 8', Cello 8' - transmissie van Manual II, Bassflöte 8', Choralbass 4', Posaune 16'.
Koppelingen: Manual I - Manual II, Manual I - Manual III, Manual II - Manual III, Pedal - Manual I, Pedal - Manual II, Pedal - Manual III, Super Manual I, Super Manual I - Manual II, Super Manual I - Manual III, Sub Manual I - Manual II, Bassaccent Pedal - Manual I.
Speelhulpen: Vaste combinaties (pp - p - mf - f - ff - tutti), Automatische pedaalomschakeling Manual II, Automatische pedaalomschakeling Manual III, 2 vrije combinaties, Generaltutti, Rollschweller.

Overige dispositiegegevens
Verschillende disposities
  • Het in 1894 gebouwde orgel had als dispositie:
    I. Manual (Hauptwerk): Principal 16', Bordun 16', Principal 8', Gambe 8', Gedackt 8', Flauto Amabile 8', Octave 4', Gambe 4', Hohlflöte 4', Rauschquinte 2 2/3'+2', Cornett 2-3 fach, Mixtur 6 fach, Trompete 8'.
    II. Manual (Schwellwerk): Gedackt 16', Principal 8', Salicet 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Flöte 8', Gemshorn 8', Octave 4', Spitzflöte 4', Progressio Harmonica 2-3 fach, Oboe 8'.
    III. Manual (Solowerk) (Schwellbar): Bordun 16', Principal 8', Cello 8', Holflöte 8', Rohrflöte 8', Concertflöte 8', Octave 4', Flauto Traverso 4', Violine 4', Quinte 2 2/3', Piccolo 2', Cornett 3-5 fach, Mixtur 4-5 fach, Cymbel 3 fach, Vox Humana 8', Tuba Mirabilis 8'.
    Pedal: Untersatz 32', Principal 16', Violon 16', Gambenbaß 16', Subbaß 16', Quinte 10 2/3', Octavbaß 8', Cellobaß 8', Baßflöte 8', Octave 4', Cornett 3 fach, Posaune 16', Trompete 8'.
    Koppelungen: 6 Normalkoppeln, Superoctave I. Manual - II. Manual, Superoctave I. Manual - III. Manual, Collectivkoppel, Accentkoppel I. Manual an III. Manual, Koppelabsteller.
    6 freie Combinationen, 6 feste Combinationen, Rollschweller, Rohrwerks-Ausschalter, General-Nulltritt, Calcantenzug.

  • De dispositie van het in 1914 gebouwde werk van Weigle luidde oorspronkelijk:
    Manual I: Principal 16', Bourdon 16', Principal 8', Gamba 8', Gedeckt 8', Gemshorn 8', Flûte Octaviante 8', Dulciana 8', Oktave 4', Fugara 4', Rohrflöte 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Cornettino 3 fach, Mixtur 5 fach (gecombineerd met Quinte, Octave 2'), Trompete 8', Clarine 4', Seraphon-Principal 8' (hogedruk), Seraphone-Gamba 8' (hogedruk).
    Manual II: Quintatön 16', Geigen-Principal 8', Concertflöte 8', Viola 8', Nachthorn 8', Salicional 8', Lieblich Gedeckt 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Oktave 4', Gemshorn 4', Traversflöte 4', Terz 3 1/5', Piccolo 2', Mixtur 3-4 fach, Labial-Oboe 8' (combinatie van Viola, Nachthorn), Clarinette 8', Seraphone-Gedeckt 8' (hogedruk), Tuba Mirabilis 8' (hogedruk), Celesta Piano, Celesta Forte.
    Manual III: Gamba 16', Echobaß 16', Geigenorchestrer 8', Principal 8', Cello 8', Orchesterflöte 8', Aeoline 8', Geigenprincipal 8', Horn 8'.
    Pedaal: Principalbass 32' (akoestisch), Principalbass 16', Contrabass 16', Zartbass 16' (transmissie van Manual II), Subbass 16', Violonbass 16', Quintbass 10 2/3', Octavbass 8', Cello 8' (transmissie van Manual II), Bassflöte 8', Choralbass 4', Posaune 16', Fundamentalbass 16' (hogedruk).
    Koppelingen: Manual I - Manual II, Manual I - Manual III, Manual II - Manual III, Pedal - Manual I, Pedal - Manual II, Pedal - Manual III, Super Manual I, Super Manual I - Manual II, Super Manual I - Manual III, Sub Manual I - Manual II, Bassaccent Pedal - Manual I, Orchestralkoppel Manual I - Manual II, Orchestralkoppel Manual I - Manual III.
    Speelhulpen: 6 vaste combinaties, 4 vaste combinaties voor Manual II, 2 vrije combinaties, Registerschweller, Pianopedal voor Manual II, Manual III, Tutti Manual III, Generalkoppel, Generaltutti.

Literatuur
  • Orgelbau-Nachrichten. - In: Zeitschrift für Instrumentenbau, 14. Jahrg. No. 15, 21. Februar 1894.
  • Orgelbau-Nachrichten. - In: Zeitschrift für Instrumentenbau, 14. Jahrg. No. 31, 1. August 1894.
  • Ars Organi 4/2000.
  • Ars Organi 1/2002.