Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bron: Boek

Bron: Boek "De Orgelmakers Witte"

Amsterdam, Nederland (Noord-Holland) - Vrije Gemeente
Gemeente: Amsterdam
Adres: Weteringschans 6, 1017 SG, Amsterdam

Beschrijving nr.: 1004646.

Gebouwd door: Johan Frederik Witte (1890)
Afgebroken (1964)

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1890 Johan Frederik Witte  nieuwbouw
1908 Maarschalkerweerd & Zoon  diverse werkzaamheden
1933 Gerrit van Leeuwen  restauratie en uitbreiding
1962 Willem van Leeuwen  restauratie

  • De Vrije Gemeente in Amsterdam, behorende tot de Protestantenbond, had rond 1880 een nieuw gebouw laten optrekken. In 1887 besloot men een orgel aan te schaffen. Eind 1888 tekende Witte een contract, waarna het orgel werd gebouwd en op 30 november 1890 in gebruik kon worden genomen. Het werd bespeeld door Samuel de Lange jr. In 1908 was organist Anton Tierie niet erg tevreden over het instrument. Maarschalkerweerd wijzigde een aantal zaken: de Trompet werd vervangen door een nieuw exemplaar, de Dulciaan werd vervangen door een Clarinet en de Fagot door een Bazuin. De zwelkast werd vergroot. Toch bleef Tierie ontevreden. Plannen ter verbetering van Adema uit 1923 werden niet uitgevoerd, maar in 1928 kreeg Spiering de opdracht een nieuw orgel te bouwen. Deze plannen kregen echter geen goedkeuring van de Nederlandse Klokken- en Orgelraad, zodat het Witte-orgel behouden bleef.
  • Gerrit van Leeuwen kreeg in 1931 de opdracht het orgel uit te breiden en te reviseren. Van Leeuwen behield het werk van Witte grotendeels in originele staat, maar breidde het wel uit met een pneumatisch derde manuaal met een kegellade, en een nieuwe kegellade voor het pedaal. Er kwam een nieuwe vrijstaande speeltafel. Enkele registers verschoven van het oude werk naar het nieuwe. Alle tongwerken werden vervangen door nieuwe, afkomstig van Gustave Masure uit Parijs. Een nieuwe en grotere orgelkas werd ontworpen door J.W.F. Hartkamp. De werkzaamheden werden begeleid door de Nederlandsche Klokken- en Orgelraad. Begin 1933 is was het werk gereed, anderhalf jaar later dan gepland. De meningen over het resultaat waren echter verdeeld. Van Leeuwen gebruikte de Witte-klavieren voor het orgel van de Hervormde Kerk te Sloten, maar uiteindelijk kwamen ze terecht in een nieuw orgel van de Gereformeerde Gemeente te Zaandam. Op 8 januari 1934 werd het verbouwde orgel door het bestuur van de Vrije Gemeente goedgekeurd en aanvaard.
  • In 1962 restaureerde Willem van Leeuwen het orgel. Op 9 mei 1962 werd het weer in gebruik genomen. Vlak daarna betrok de gemeente een nieuw gebouw. Het orgel zou worden verkocht, maar dit lukte niet, zodat op 12 december 1964 aan Strubbe werd opgedragen een nieuw orgel te bouwen met oud materiaal. Maar daarna besloot men een piano te gaan gebruiken als begeleidingsinstrument. Strubbe kocht het orgel hierna, maar demonteerde het volledig. Onderdelen kwamen her en der terecht: de Hervormde Kerk te Spijkenisse en de Opstandingskerk in Alphen aan den Rijn kregen volledige registers en een windlade. De andere registers werden fragmentarisch hergebruikt. Het gebouw is in 1968 omgebouwd en in gebruik genomen als concertzaal onder de naam Paradiso. De resten van de orgelkas zijn nog enkele jaren in de grote zaal zichtbaar geweest.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Hoofdwerk10
- Zwelwerk9
- Pedaal4
Totaal aantal stemmen23
ToetstractuurMechanisch
RegistertractuurMechanisch
Windlade(n)Sleepladen

Dispositie
Hoofdwerk (C-f'''): Bourdon 16', Prestant 8', Violon 8' - C-B from Prestant, Roerfluit 8', Octaaf 4', Quint 3', Octaaf 2', Cornet III-V sterk (from gis), Mixtuur II-III-IV sterk, Trompet 8'.
Zwelwerk (C-f'''): Salicet 8', Viola 8' - C-cis° from Salicet, Voix-Céleste 8', Holfluit 8', Gemshoorn 8' - C-c° from Holfluit, Salicet 4', Fluit 4', Fluit 2', Dulciaan 8'.
Pedaal (C-d'): Subbas 16', Octaaf 8', Bourdon 8', Fagot 16'.
Koppelingen: Hoofdwerk - Zwelwerk, Pedaal - Hoofdwerk.
Speelhulpen: Trede voor afsluiting combinatiestemmen Hoofdwerk, Ventiel, Calcant.

VulstemSamenstelling
Cornet V sterk (Hoofdwerk) gìs°: 4' - 2 2/3' - 2'. b°: 8' - 4' - 2 2/3' - 2'. c': 8' - 4' - 2 2/3' - 2' - 1 3/5'.
Mixtuur II-III-IV sterk (Hoofdwerk) C: 1 1/3' - 1'. G: 2' - 1 1/3' - 1'. g°: 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1'. g': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. g'': 5 1/3' - 4' - 2 2/3' - 2'.
Overige dispositiegegevens
Verschillende disposities De dispositie luidde na 1934:
Hoofdwerk - Manuaal I (C-g'''): Prestant 16', Prestant 8', Violon 8', Bourdon 8', Octaaf 4', Quint 2 2/3', Octaaf 2', Cornet V sterk (discant), Mixtuur II-III-IV sterk, Trompet 8'.
Zwelwerk - Manuaal II (C-g'''): Bourdon 16', Viool Prestant 8', Holfluit 8', Quintadeen 8', Salicet 4', Flûte Harmonique 4', Woudfluit 2', Clarinet 8', Tremolo.
Zwelwerk - Manuaal III (C-g'''): Gedekt 16', Gemshoorn 8', Viola da Gamba 8', Roerfluit 8', Aeoline 8', Vox Celeste 8', Flûte Dolce 4', Piccolo 2', Sesquialter II sterk, Basson-Hobo 8', Vox Humana 8', Tremolo.
Pedaal (C-f'): Contrabas 16', Principaalbas 16', Subbas 16', Octaafbas 8', Gedekt 8', Bazuin 16', Clairon 4'.
Koppelingen: Manuaal I - Manuaal II, Manuaal I - Manuaal II Super, Manuaal I - Manuaal II Sub, Manuaal I - Manuaal III, Manuaal I - Manuaal III Super, Manuaal I - Manuaal III Sub, Manuaal II - Manuaal III, Pedaal - Manuaal I, Pedaal - Manuaal II, Pedaal - Manuaal III, Super Manuaal II, Super Manuaal III, Generaalkoppel.
Speelhulpen: Generaal Crescendo, Automatische Pedaalomschakeling, Vulstemmen Manuaal I af.
Literatuur
  • Het orgel der Vrije Gemeente te Amsterdam. - In: Het Orgel, 29e Jaargang No. 6, Maart 1932.
  • De orgelmakers Witte : Een bijdrage tot de geschiedschrijving van de orgelbouw in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw / dr. Teus den Toom. - Heerenveen: Uitgeverij J.J. Groen en Zoon, 1997.