Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Naarden, Nederland (Noord-Holland) - Grote- of Sint Vituskerk
Gemeente: Gooise Meren
Streek:'t Gooi
Adres: Sint Annastraat, 1411 PE, Naarden
Website: http://www.grotekerknaarden.nl/
http://www.pkn-naarden.nl/
Beschrijving nr.: 1002344.
Gebouwd door: Peter Gerritsz (1520)
Afgebroken (1862)
Rond 1520 is het eerste orgel gebouwd in de grote kerk van Naarden. De bouwer is niet bekend, maar zeer waarschijnlijk is het Peter Gerritsz uit Utrecht, of mogelijk Cornelis Gerritsz. In de zestiende eeuw werkten verschillende Utrechtse meesters aan het orgel. In de zeventiende eeuw werd het omgebouwd door Johannes Slegel en later door Johannes Duyschot. Deze verbouwde in 1699 de blokwerdlade tot een sleeplade. Het orgel wordt daarna door de plaatselijke organisten onderhouden. In 1809 voerde Abraham Meere reparaties uit. Rond 1860 is het orgel zo slecht geworden, dat besloten werd een nieuw instrument te laten bouwen. Het is in 1862 geslooptdoor de timmerman H. Wiesman: het hout werd grotendeels in de kachels opgestookt. C.G.F. Witte bouwde een nieuw orgel, dat nog altijd in de kerk aanwezig is. Van het oude bestaat slechts een tekening, in 1862 gemaakt door Gerard Arentzen, schoolhoofd te Naarden. In het Rijksmuseum in Amsterdam worden nog enkele panelen en bazuinende engelen van het oude orgel bewaard. De bel uit het uurwerk hangt tegenwoordig in de consistoriekamer. De vermelde dispositie is volgens Hess uit 1774.
Technische gegevens
Dispositie
Hoofdwerk (CD-c'''): Praestant 16', Praestant 8', Octave 4', Quinte 3', Mixture VI sterk, Trompet 8'.
Bovenwerk (CD-c'''): Roerfluit 8', Holpijpje 8', Octave 4', Flute 4', Nachthoorn 2', Sesquialtra (discant), Hautbois 8'.
Rugwerk (B-c'''): Praestant 8', Octave 4', Nachthoorn 2', Scharp IV sterk, Dulciane 8'.
Pedaal: Aangehangen.
Naarden, Nederland (Noord-Holland) - Grote- of Sint Vituskerk
Gemeente: Gooise Meren
Streek:'t Gooi
Adres: Sint Annastraat, 1411 PE, Naarden
Website: http://www.grotekerknaarden.nl/
http://www.pkn-naarden.nl/
Beschrijving nr.: 1002344.
Gebouwd door: Peter Gerritsz (1520)
Afgebroken (1862)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1520 | Peter Gerritsz | nieuwbouw | 1569 | Peter Jansz | 1596 | Jacob Jansz & Jan Jacobs Lin | 1611 | Dirck Peters | 1655 | Bocke Rochus | 1661 | Johannes Slegel | 1699 | Johannes Duyschot | ombouw | 1709 | Govert Cousijns | diverse werkzaamheden | 1809 | Abraham Meere | diverse werkzaamheden |
Rond 1520 is het eerste orgel gebouwd in de grote kerk van Naarden. De bouwer is niet bekend, maar zeer waarschijnlijk is het Peter Gerritsz uit Utrecht, of mogelijk Cornelis Gerritsz. In de zestiende eeuw werkten verschillende Utrechtse meesters aan het orgel. In de zeventiende eeuw werd het omgebouwd door Johannes Slegel en later door Johannes Duyschot. Deze verbouwde in 1699 de blokwerdlade tot een sleeplade. Het orgel wordt daarna door de plaatselijke organisten onderhouden. In 1809 voerde Abraham Meere reparaties uit. Rond 1860 is het orgel zo slecht geworden, dat besloten werd een nieuw instrument te laten bouwen. Het is in 1862 geslooptdoor de timmerman H. Wiesman: het hout werd grotendeels in de kachels opgestookt. C.G.F. Witte bouwde een nieuw orgel, dat nog altijd in de kerk aanwezig is. Van het oude bestaat slechts een tekening, in 1862 gemaakt door Gerard Arentzen, schoolhoofd te Naarden. In het Rijksmuseum in Amsterdam worden nog enkele panelen en bazuinende engelen van het oude orgel bewaard. De bel uit het uurwerk hangt tegenwoordig in de consistoriekamer. De vermelde dispositie is volgens Hess uit 1774.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hoofdwerk | 6 |
- Bovenwerk | 7 |
- Rugwerk | 5 |
- Pedaal | aangehangen |
Totaal aantal stemmen | 18 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hoofdwerk (CD-c'''): Praestant 16', Praestant 8', Octave 4', Quinte 3', Mixture VI sterk, Trompet 8'.
Bovenwerk (CD-c'''): Roerfluit 8', Holpijpje 8', Octave 4', Flute 4', Nachthoorn 2', Sesquialtra (discant), Hautbois 8'.
Rugwerk (B-c'''): Praestant 8', Octave 4', Nachthoorn 2', Scharp IV sterk, Dulciane 8'.
Pedaal: Aangehangen.
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Hess (1774) |
Het Orgel in de Gereformeerde-Kerk, met drie Hand-Clavieren en een aangehangen Pedaal, heeft 18 stemmen. MiddenClavier, 6 stemmen: Praestant 16', Praestant 8', Octaav 4', Quint 3', Mixtuur 6 st. uit 16' D en Trompet 8'. BovenClavier, 7 stemmen: Rhoerfluit 8', Holpyp 8', Octaav 4', Fluit 4', Nagth. 6', Sexquialtra D en Hautbois 8'. Rugpositief, 5 stemmen: Praestant, Octaav, Nagthoorn, Scharp en Dulciaan. By dit Werk, het welk mede een der oudste Kerk-werken van Nederland is, zyn 4 Blaasbalgen; en, ofschoon de 3 Clavieren yder 4 Octaav Toetzen opleveren, zo spreekt egter het Rugpositief, dat zeer klein is, alleen van groot B tot driegestreept C. Dit Werk heeft twee onderscheidene tyden, onaangenaame lotgevallen ondergaan, namelyk: Ao. 1762 wierde het in 't laatst van July door den Blixem zodanig getroffen, dat het Pypwerk geschonden, het Regeerwerk &c. verlamd, en dus het Orgel geheel onbruikbaar wierd; ook wierd by deze geleegenheid, het Wyzer-bord van 't uurwerk, welk boven het Orgel geplaatst is, geheel zwart gezengd, en van den Predikstoel verscheidene Lysten afgeslagen. Het tweede, en teffens diergelyk geval, gebeurde twee Jaaren na deeze, mede in 't laatst derzelfder maand, namelyk den 21 July, en of schoon de schaade toen zo groot niet was, als in Ao. 1762, zo is het Orgel daar door egter weder onbruikbaar geworden, en hersteld door Jan Perk Kruisst Organist van deeze kerk. |
Literatuur |
|