Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Eppstein (Frankenthal), Deutschland (Rheinland-Pfalz) - Evangelische Christuskirche
Gemeente: Frankenthal (Pfalz)
Adres: Dürkheimer Straße 30, 67227, Frankenthal-Eppstein
Website: https://evkirche-eppstein-flomersheim.de/
Beschrijving nr.: 2073998.
Gebouwd door: Heinrich Voit & Söhne (1904) - opus 499
De firma Voit & Söhne bouwde in 1904 een nieuw orgel voor de Evangelische Kirche in Eppstein. Het oude orgel van de kerk werd verkocht naar Roxheim. Het nieuwe orgel had twaalf registers. In 1958 is het door Oberlinger verbouwd en ingrijpend gewijzigd. Adviseur was Adolf Graf. In 1980 voerde Werner Owart groot onderhoud uit.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Kleingedackt 4', Oktave 2', Mixtur 5 fach (1 1/3').
Nebenwerk (C-f'''): Gedackt 8', Koppelflöte 4', Prinzipal 2', Quinte 1 1/3', Zimbel 4 fach (1/2').
Pedal (C-d'): Subbass 16', Oktavbass 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Nebenwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Nebenwerk.
Eppstein (Frankenthal), Deutschland (Rheinland-Pfalz) - Evangelische Christuskirche
Gemeente: Frankenthal (Pfalz)
Adres: Dürkheimer Straße 30, 67227, Frankenthal-Eppstein
Website: https://evkirche-eppstein-flomersheim.de/
Beschrijving nr.: 2073998.
Gebouwd door: Heinrich Voit & Söhne (1904) - opus 499
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1904 | Heinrich Voit & Söhne | 499 | nieuwbouw | 1958 | Oberlinger Orgelbau | ombouw | 1980 | Werner Owart | diverse werkzaamheden |
De firma Voit & Söhne bouwde in 1904 een nieuw orgel voor de Evangelische Kirche in Eppstein. Het oude orgel van de kerk werd verkocht naar Roxheim. Het nieuwe orgel had twaalf registers. In 1958 is het door Oberlinger verbouwd en ingrijpend gewijzigd. Adviseur was Adolf Graf. In 1980 voerde Werner Owart groot onderhoud uit.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 6 |
- Nebenwerk | 5 |
- Pedal | 2 |
Totaal aantal stemmen | 13 |
Toetstractuur | Pneumatisch |
Registertractuur | Pneumatisch |
Windlade(n) | Kegelladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Kleingedackt 4', Oktave 2', Mixtur 5 fach (1 1/3').
Nebenwerk (C-f'''): Gedackt 8', Koppelflöte 4', Prinzipal 2', Quinte 1 1/3', Zimbel 4 fach (1/2').
Pedal (C-d'): Subbass 16', Oktavbass 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Nebenwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Nebenwerk.
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Verschillende disposities |
De oorspronkelijke dispositie luidde: Hauptwerk: Principal 8', Gamba 8', Orchesterflöte 8', Dolce 8', Octave 4', Harmonica Aetherea 3 fach (2 2/3'). Nebenwerk: Geigenprincipal 8', Bourdon 8', Aeoline 8', Flauto Amabile 4'. Pedal: Subbass 16', Harmonicabass 16'. Koppeln: Manualkoppel, Pedal - Manual I, Pedal - Manual II, Superoktavkoppel Manual I, Suboktavkoppel Manual I - Manual II. Spielhilfen: Tutti, Crescendowalze. |
Literatuur |
Die Orgeln der Stadt Frankenthal / Bernhard H. Bonkhoff. - In: Mitteilungen der Arbeitsgemeinschaft für mittelrheinische Musikgeschichte, Nr. 60, 1993. |