Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bischofswerda, Deutschland (Sachsen) - Christuskirche
Gemeente: Bischofswerda
Adres: Kirchplatz, 01877, Bischofswerda
Website: http://www.christusbote.de/

Beschrijving nr.: 2028435.

Gebouwd door: Andreas Schuster & Sohn (1941)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1825 van Friedrich Wilhelm Trampeli, Pijpwerk uit 1879 van Eule Orgelbau

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1825 Friedrich Wilhelm Trampeli  nieuwbouw
1879 Eule Orgelbau14 nieuwbouw in bestaande kas
1926 Eule Orgelbau  diverse werkzaamheden
1941 Andreas Schuster & Sohn  nieuwbouw in bestaande kas
1992 Andreas Schuster & Sohn  restauratie

De oude Stadtkirche van Bischofswerda ging in 1813 verloren door een brand. Het orgel van de kerk, dat terugging tot 1571, ging geheel verloren. Na herbouw van de kerk, gebruikmakend van de oude muren, kreeg Friedrich Wilhelm Trampeli de opdracht voor de bouw van een orgel. Op 22 mei 1825, Eerste Pinksterdag, nam men het orgel in gebruik. Dit orgel is in 1879 door Hermann Eule afgebroken en vervangen door een groter nieuw instrument met mechanische tractuur en kegelladen. Het oude front werd door Eule verbreed. Dit nieuwe instrument nam men op 16 november 1879 in gebruik. Na de kerkdienst werd een concert gegeven door Hermann Langer, universiteitsorganist te Leipzig, en Emil Stecher, organist van de kerk. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd. Deze zijn in 1926 door Eule vervangen door zinken exemplaren. In 1940-1941 is het orgel geheel opnieuw opgebouwd door de firma Schuster & Sohn. De oude kas werd gewijzigd, maar wel behouden, evenals een groot deel van het pijpwerk van Eule. Op 1 juni 1941, Eerste Pinksterdag, werd het orgel weer in gebruik genomen. Na de Tweede Wereldoorlog raakte het orgel in de loop van de jaren in verval. De firma Schuster voerde in 1991-1992 een restauratie uit, waarna het orgel op 6 september 1992 weer in gebruik is genomen. Bij de laatste restauratie is de toonhoogte verhoogt van a' = 435 Hz naar a' = 440 Hz en de Trompete van het Hauptwerk is vernieuwd.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Hauptwerk13
- Oberwerk9
- Schwellwerk15
- Pedal11 (9)
Totaal aantal stemmen48 (46)
ToetstractuurElectro-pneumatisch
RegistertractuurElectro-pneumatisch
Windlade(n)Kegelladen
Toonhoogtea' = 440 Hz
TemperatuurEqual temperament

Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Prinzipal 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Viola di Gamba 8', Dulzflöte 8', Oktave 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Kornett 2-4 fach, Mixtur 4 fach (1 1/3'), Trompete 8' - 1992, Schalmei 4'.
Oberwerk (C-g'''): Gedackt 8', Quintatön 8', Prinzipal 4', Blockflöte 4', Oktave 2', Quinte 1 1/3', Sesquialter 2 fach, Zimbel 3 fach (1'), Krummhorn 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Gedackt 16', Geigenprinzipal 8', Gedackt 8', Holzflöte 8', Vox Coelestis 8', Oktave 4', Flöte 4', Nasat 2 2/3', Spitzflöte 2', Terz 1 3/5', Sifflöte 1', Scharf 4 fach (1/3'), Helle Zimbel 3 fach (1/4'), Oboe 8', Singend Regal 4', Tremolo.
Pedal (C-f'): Prinzipalbaß 16', Subbaß 16', Gedacktbaß 16' - transmissie, Quintbaß 10 2/3', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4', Rauschpfeife 4 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8', Oboe 2' - transmissie.
Koppelingen: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Schwellwerk, Oberwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, Tutti, Rohrwerke Ab, Koppeln aus Walze, Crescendo-Walze.

Overige dispositiegegevens
Verschillende disposities
  • De dispositie van Trampeli (1825) luidde:
    Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Stark Gedeckt 8', Spitzfloete 8', Viola da Gamba 8', Octave 4', Spitzfloete 4', Klein Gedeckt 4', Quinte 3', Octave 2', Tertia aus 2', Cornett 4 fach, Mixtur 4 fach, Cimbel 3 fach, Trompete 8'.
    Oberwerk (C-f'''): Principal 8', Quintatoen 8', Lieblich Gedeckt 8', Flut Traversiere 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Flut d'Amour 4', Nasat 3', Octave 2', Quinte 1 1/3', Siffloet 1', Mixtur.
    Pedal (C-c'): Principalbaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Octavenbaß 8', Posaunbaß 16', Trompetenbaß 8'.
    Koppeln: Manualkoppel (Schiebekoppel), Pedal - Hauptwerk.

  • Het orgel van Eule (1879) had als dispositie:
    Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Hohlflöte 8', Quintatön 8', Gedeckt 8', Quintenflöte 5 1/3', Octave 4', Flauto Dolce 4', Gemshorn 4', Octave 2', Cornett 4 fach (4'), Mixtur 5 fach (2'), Trompete 8'.
    Oberwerk (C-f'''): Lieblich Gedeckt 16', Geigenprincipal 8', Rohrflöte 8', Principalflöte 8', Salicional 8', Octave 4', Flauto d'Amour 4', Schweizer Gambe 4', Octave 2', Sesquialter 2 fach (2 2/3'), Mixtur 3 fach (2'), Clarinett 8'.
    Pedal (C-d'): Principalbass 16', Violonbass 16', Subbass 16', Quintenbass 10 2/3', Octavbass 8', Violoncell 8', Octavbass 4', Posaunenbass 16'.
    Koppeln: Manualkoppel, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk.
    Tutti Hauptwerk, Tutii Oberwerk, Crescendo.

Literatuur
  • Historische Orgeln in Sachsen : Ein Orgelinventar / Ulrich Dähnert. - 2. Auflage. - Leipzig : VEB Deutscher Verlag für Musik, 1983.
  • Die Orgeln in der Stadtkirche Bischofswerda - eine Chronik / Wolfram Hackel. - In: Dulce Melods Organorum : Festschrift Alfred Reichling zum 70. Geburtstag. - Mettlach, 2005.