Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bron: Friedrich Weigle Orgelbau
Ruit, Deutschland (Baden-Württemberg) - Auferstehungskirche
Gemeente: Esslingen am Neckar
Adres: Mörikestraße 8, 73760, Ostfildern
Beschrijving nr.: 2018483.
Gebouwd door: Weigle Orgelbau (1967)
Onder advies van Walter Lutz bouwde de firma Weigle in 1966/1967 een tweeklaviers orgel voor de Evangelische Kirche te Ruit. Het front is ontworpen door W. Ruff.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-c''''): Quintade 16', Prinzipal 8', Spitzpfeife 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Engquinte 2 2/3', Waldflöte 2', Mixtur 5 fach (1 1/3').
Schwellwerk (C-c''''): Gedeckt 8', Rohrflöte 4', Prinzipal 2', Spitzquinte 1 1/3', Oktave 1', Sesquialter 2 fach (2 2/3'+1 3/5'), Scharf 4 fach (2/3'), Dulzian 16', Oboe 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Gemshorn 16', Oktavbaß 8', Koppelflöte 8', Holzgamba 4', Hintersatz 4 fach (4'+2 2/3'+2'+ 1 1/3'), Rauschpfeife 3 fach (5 1/3'+3 1/5'+2 2/7'), Posaune 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, 1 freie Pedalkombination, Organo Pleno, Tutti, Zungeneinzelabsteller.
Overige bronnen
Bron: Friedrich Weigle Orgelbau
Ruit, Deutschland (Baden-Württemberg) - Auferstehungskirche
Gemeente: Esslingen am Neckar
Adres: Mörikestraße 8, 73760, Ostfildern
Beschrijving nr.: 2018483.
Gebouwd door: Weigle Orgelbau (1967)
Onder advies van Walter Lutz bouwde de firma Weigle in 1966/1967 een tweeklaviers orgel voor de Evangelische Kirche te Ruit. Het front is ontworpen door W. Ruff.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 8 |
- Schwellwerk | 9 |
- Pedal | 7 |
Totaal aantal stemmen | 24 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Electrisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-c''''): Quintade 16', Prinzipal 8', Spitzpfeife 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Engquinte 2 2/3', Waldflöte 2', Mixtur 5 fach (1 1/3').
Schwellwerk (C-c''''): Gedeckt 8', Rohrflöte 4', Prinzipal 2', Spitzquinte 1 1/3', Oktave 1', Sesquialter 2 fach (2 2/3'+1 3/5'), Scharf 4 fach (2/3'), Dulzian 16', Oboe 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Gemshorn 16', Oktavbaß 8', Koppelflöte 8', Holzgamba 4', Hintersatz 4 fach (4'+2 2/3'+2'+ 1 1/3'), Rauschpfeife 3 fach (5 1/3'+3 1/5'+2 2/7'), Posaune 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, 1 freie Pedalkombination, Organo Pleno, Tutti, Zungeneinzelabsteller.
- Friedrich Weigle Orgelbau