Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Wiesbaden, Deutschland (Hessen) - Evangelische Hauptkirche (Biebrich)
Gemeente: Wiesbaden
Adres: Am Schloßpark, Wiesbaden-Biebrich
Beschrijving nr.: 2018431.
Gebouwd door: Emanuel Kemper & Sohn (1957)
Het orgel van de Hauptkirche te Biebrich is oorspronkelijk een werk van de firma Gebr. Ratzmann. Het werd in 1907 door Walcker omgebouwd en uitgebreid. In 1957 bouwde Emanuel Kemper een nieuw orgel achter het front uit 1907. Dit werk had een meer neobarok karakter.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Pommer 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Gedackt 4', Waldflöte 2', Rauschpfeife 2 fach, Mixtur 5-6 fach, Trompete 8'.
Oberwerk (C-f'''): Holzgedackt 8', Salicional 8', Prinzipal 4', Koppelflöte 4', Oktave 2', Terzian 3 fach, Scharf 4 fach, Vox-Humana 8', Tremulant.
Pedal (C-d'): Subbass 16', Oktavbass 8', Gedackt 8' - transmissie, Choralbass 4', Flöte 4' - transmissie, Sesquialtera 2 fach, Mixturbass 3 fach, Posaune 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, Tutti.
Wiesbaden, Deutschland (Hessen) - Evangelische Hauptkirche (Biebrich)
Gemeente: Wiesbaden
Adres: Am Schloßpark, Wiesbaden-Biebrich
Beschrijving nr.: 2018431.
Gebouwd door: Emanuel Kemper & Sohn (1957)
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | Gebrüder Ratzmann | nieuwbouw | 1907 | E.F. Walcker & Cie. | ombouw | 1957 | Emanuel Kemper & Sohn | nieuwbouw in bestaande kas |
Het orgel van de Hauptkirche te Biebrich is oorspronkelijk een werk van de firma Gebr. Ratzmann. Het werd in 1907 door Walcker omgebouwd en uitgebreid. In 1957 bouwde Emanuel Kemper een nieuw orgel achter het front uit 1907. Dit werk had een meer neobarok karakter.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 9 |
| - Oberwerk | 8 |
| - Pedal | 8 (6) |
| Totaal aantal stemmen | 25 (23) |
| Toetstractuur | Electro-pneumatisch |
| Registertractuur | Electro-pneumatisch |
| Windlade(n) | Kegelladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Pommer 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Gedackt 4', Waldflöte 2', Rauschpfeife 2 fach, Mixtur 5-6 fach, Trompete 8'.
Oberwerk (C-f'''): Holzgedackt 8', Salicional 8', Prinzipal 4', Koppelflöte 4', Oktave 2', Terzian 3 fach, Scharf 4 fach, Vox-Humana 8', Tremulant.
Pedal (C-d'): Subbass 16', Oktavbass 8', Gedackt 8' - transmissie, Choralbass 4', Flöte 4' - transmissie, Sesquialtera 2 fach, Mixturbass 3 fach, Posaune 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk.
Speelhulpen: 2 freie Kombinationen, Tutti.
| Overige dispositiegegevens | |
|---|---|
| Verschillende disposities |
De dispositie van het oude orgel luidde in 1907: Hauptwerk: Principal 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Bourdon 8', Gamba 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Octave 2', Mixtur 4 fach (2 2/3'), Trompete 8'. Positiv: Bourdon 16', Principal 8', Lieblich Gedeckt 8', Salicional 8', Flauto Dolce 4', Fugara 4', Cornet 3 fach (4'), Klarinette 8'. Schwellwerk: Lieblich Gedeckt 16', Principal 8', Echobourdon 8', Harmonieflöte 8', Aeoline 8', Vox Coelestis 8', Traversflöte 4'. Pedal: Subbass 16', Violonbass 16', Gedecktbass 16' (transmissie), Octavbass 8', Flötenbass 8', Octave 4', Posaune 16'. |
| Literatuur |
Orgeln in Wiesbaden / Markus Frank Hollingshaus, Carsten Lenz. - Wiesbaden : Lenz-Musik, 2003. |