Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Regensburg, Deutschland (Bayern) - Klosterkirche Heilig Kreuz (Dominikanerinnenkloster)
Gemeente: Regensburg
Streek:Oberpfalz
Adres: Am Judenstein 10, 93-47, Regensburg
Website: http://www.heilig-kreuz.org/
Beschrijving nr.: 2017652.
Gebouwd door: Georg Jann (1978) - opus 21
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1900 van Willibald Siemann
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Bleigedackt 8', Principal 4', Gemshorn 4', Feldpfeife 2', Mixtur 3-5 fach (1 1/3'), Trompete 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Rohrflöte 8', Dolkan 8', Holzflöte 4', Prinzipal 2', Sesquialter 2 fach (1 3/5'), Cymbel 2 fach (2/3'), Tremulant.
Pedal (C-f'): SUbbaß 16', Oktavbaß 8' - 1855, Gedackt 8', Hohlflöte 4', Fagott 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Regensburg, Deutschland (Bayern) - Klosterkirche Heilig Kreuz (Dominikanerinnenkloster)
Gemeente: Regensburg
Streek:Oberpfalz
Adres: Am Judenstein 10, 93-47, Regensburg
Website: http://www.heilig-kreuz.org/
Beschrijving nr.: 2017652.
Gebouwd door: Georg Jann (1978) - opus 21
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1900 van Willibald Siemann
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1855 | Johann Anton Breil | nieuwbouw | 1900 | Willibald Siemann | nieuwbouw in bestaande kas | 1946 | Eduard Hirnschrodt | restauratie | 1978 | Georg Jann | 21 | nieuwbouw in bestaande kas |
- Johann Anton Breil bouwde in 1855 een nieuw orgel voor de Dominikaner Zusters in Regensburg. Hij bouwde een nieuwe orgelkas in neogotische stijl, die niet paste bij de rococostijl van de kerk. In 1900 werd een nieuw orgel gebouwd door Binder & Siemann. Van Breil namen ze alleen de frontpijpen over, die in een nieuwe orgelkas in rococostijl werden geplaatst. De pijpen waren echter niet sprekend gemaakt. Dit orgel had vijftien registers. Het werd in 1946 gereviseerd door Eduard Hirnschrodt.
- In 1978 voltooide de firma Georg Jann een nieuw orgel met mechanische mechaniek en sleepladen voor de kerk. De orgelkast uit 1900 werd hergebruikt en de frontpijpen van Breil werden nu aangesloten op de Octavbaß van het pedaal.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 6 |
| - Schwellwerk | 6 |
| - Pedal | 5 |
| Totaal aantal stemmen | 17 |
| Toetstractuur | Mechanisch |
| Registertractuur | Mechanisch |
| Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Bleigedackt 8', Principal 4', Gemshorn 4', Feldpfeife 2', Mixtur 3-5 fach (1 1/3'), Trompete 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Rohrflöte 8', Dolkan 8', Holzflöte 4', Prinzipal 2', Sesquialter 2 fach (1 3/5'), Cymbel 2 fach (2/3'), Tremulant.
Pedal (C-f'): SUbbaß 16', Oktavbaß 8' - 1855, Gedackt 8', Hohlflöte 4', Fagott 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
| Overige dispositiegegevens | |
|---|---|
| Verschillende disposities |
De dispositie van Binder & Siemann (1900) was: I. Manual: Bourdon 16', Principal 8', Gamba 8', Dolce 8', Tibia 8', Oktav 4', Traversflöte 4', Mixtur 4 fach (2 2/3'). II. Manual: Salicional 8', Lieblich Gedeckt 8', Aeoline 8', Quintatön 8', Fugara 4'. Pedal: Subbaß 16', Oktavbaß 8'. |
| Literatuur |
Historische Orgeln in der Oberpfalz / Eberhard Kraus. - Regensburg : Verlag Schnell & Steiner, 1990. |
| Links |
https://www.jannorgelbau.com/2009/11/opus-21/ |