Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Frankenthal (Pfalz), Deutschland (Rheinland-Pfalz) - Zwölf-Apostel-Kirche
Gemeente: Frankenthal (Pfalz)
Adres: Carl-Theodor-Straße 2, 67227, Frankenthal
Website: http://www.kirchen-ft.de/gemeinden/protestantisch/zwoelf-apostel-kirche-frankenthal/
Beschrijving nr.: 2011605.
Gebouwd door: Link Orgelbau (2001) - opus 1081
Het orgel bevat ouder materiaal: Front uit 1952 van Emanuel Kemper & Sohn
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Bourdon 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Gedeckt 8', Octave 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Superoctave 2', Mixtur 4 fach (1 1/3'), Trompete 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Konzertflöte 8', Salicional 8', Vox Coelestis 8', Principal 4', Traversflöte 4', Flautino 2', Progressio 2-5 fach (2'), Mixtur 4 fach (2'), Fagott 16', Trompette Harmonique 8', Oboe 8', Tremulant.
Kronpositiv (C-g'''): Rohrbourdon 8', Quintatön 8', Praestant 4', Blockflöte 4', Nazard 2 2/3', Flageolet 2', Terz 1 3/5', Larigot 1 1/3', Octävlein 1', Schalmey 8', Vox Humana 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principalbass 16', Subbass 16', Quintbass 10 2/3', Octavbass 8', Gemshorn 8', Octave 4', Mixtur 3 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Kronpositiv, Schwellwerk - Kronpositiv, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Kronpositiv.
Speelhulpen: Setzercombinaties.
Frankenthal (Pfalz), Deutschland (Rheinland-Pfalz) - Zwölf-Apostel-Kirche
Gemeente: Frankenthal (Pfalz)
Adres: Carl-Theodor-Straße 2, 67227, Frankenthal
Website: http://www.kirchen-ft.de/gemeinden/protestantisch/zwoelf-apostel-kirche-frankenthal/
Beschrijving nr.: 2011605.
Gebouwd door: Link Orgelbau (2001) - opus 1081
Het orgel bevat ouder materiaal: Front uit 1952 van Emanuel Kemper & Sohn
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1952 | Emanuel Kemper & Sohn | nieuwbouw | 2001 | Link Orgelbau | 1081 | nieuwbouw in bestaande kas |
- De Zwölf-Apostel-Kirche is de hoofdkerk van de Protestantische Gemeinde in Frankenthal. Het kerkgebouw werd in 1822 gebouwd in classistische stijl. Er werd een orgel gebouwd in 1832 door Wilhelm Friedrich Overmann, dat in 1899 werd vervangen door een nieuw orgel van Walcker. Walcker bouwde het orgel om en breidde het uit in 1932. Kerk en orgel zijn verloren gegaan door bombardementen in 1943.
- Het kerkgebouw is na de oorlog in oude stijl herbouwd. De firma Kemper & Sohn bouwde in 1952 een drieklaviers orgel. Adviseur was Adolf Graf. Het front werd ontworpen door Folker Fiebiger. Het had 43 registers. De tractuur was electrisch en de windladen waren membraanladen. Het orgel kreeg een plaats boven het altaar.
- In 2000-2001 is een nieuw orgel gebouwd door Link Orgelbau achter het front uit 1952. De tractuur is nu mechanisch, met electrische registertractuur, en de windladen zijn sleepladen.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 10 |
- Schwellwerk | 11 |
- Kronpositiv | 11 |
- Pedal | 9 |
Totaal aantal stemmen | 41 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Electrisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Bourdon 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Gedeckt 8', Octave 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Superoctave 2', Mixtur 4 fach (1 1/3'), Trompete 8'.
Schwellwerk (C-g'''): Konzertflöte 8', Salicional 8', Vox Coelestis 8', Principal 4', Traversflöte 4', Flautino 2', Progressio 2-5 fach (2'), Mixtur 4 fach (2'), Fagott 16', Trompette Harmonique 8', Oboe 8', Tremulant.
Kronpositiv (C-g'''): Rohrbourdon 8', Quintatön 8', Praestant 4', Blockflöte 4', Nazard 2 2/3', Flageolet 2', Terz 1 3/5', Larigot 1 1/3', Octävlein 1', Schalmey 8', Vox Humana 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principalbass 16', Subbass 16', Quintbass 10 2/3', Octavbass 8', Gemshorn 8', Octave 4', Mixtur 3 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Kronpositiv, Schwellwerk - Kronpositiv, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Kronpositiv.
Speelhulpen: Setzercombinaties.
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Verschillende disposities |
De dispositie van het Kemper-orgel uit 1952 was: Hauptwerk (C-g'''): Quintade 16', Prinzipal 8', Rohrgedackt 8', Spillpfeife 8', Oktave 4', Koppelflöte 4', Quinte 2 2/3', Gemshorn 2', Rauschpfeife 3 fach, Mixtur 8 fach (1 1/3'), Trompete 8', Klarine 4'. Schwellwerk (C-g'''): Grobgedackt 8', Quintade 8, Weidenpfeife 8', Prinzipal 4', Nachthorn 4', Nasat 2 2/3', Waldflöte 2', Terz 1 3/5', Oktave 1', Scharff 6 fach (1'), Dulcian 16', Vox Humana 8', Geigenregal 4', Tremulant. Kronwerk (C-g'''): Singend Gedackt 8', Rohrflöte 4', Prinzipal 2', Quinte 1 1/3', Zimbel 3 fach (2/3'), Krummhorn 8', Tremulant. Pedal (C-f'): Principal 16', Subbass 16', Quinte 10 2/3', Oktavbass 8', Gemshorn 8', Choralbass 4', Nachthorn 2', Hintersatz 6 fach, Posaune 16', Trompete 8', Kopftrompete 4'. Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Kronwerk, Schwellwerk - Kronwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Kronwerk. Spielhilfen: 2 freie Kombinationen. |
Literatuur |
Die Orgeln der Stadt Frankenthal / Bernhard H. Bonkhoff. - In: Mitteilungen der Arbeitsgemeinschaft für mittelrheinische Musikgeschichte, Nr. 60, 1993. |