Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Janco Schout
Utrecht, Nederland (Utrecht) - Tuindorpkerk
Doorverwezen vanaf: Utrecht - Oosterkerk (1891 - 1981)
Gemeente: Utrecht
Adres: Professor Suringarlaan 1, 3571 WH, Utrecht
Website: https://tuindorpkerk.nl/
Beschrijving nr.: 1003776.
Kaartnummer Stichting Orgelcentrum: GR0039 (Utrecht - Oosterkerk, vóór 1952).
Gebouwd door: Conrad Ruprecht jr. (1702)
Kort overzicht van plaatsen waar het orgel heeft gestaan
Technische gegevens
Dispositie
Hoofdwerk (C-f'''): Bourdon 16' (B/D) - 17e/19e eeuw/1891, Prestant 8' - 17e/19e eeuw, Holpijp 8' - 17e/19e eeuw, Octaaf 4' - 17e/19e eeuw, Fluit 4', Nasard 3' - 17e/19e eeuw, Superoctaaf 2', Fluit 2', Terts 1 3/5' - 1952/1985/1999, Cornet V sterk (discant) - 17e eeuw, Sexquialter II sterk, Mixtuur III sterk - 17e/19e eeuw, Cymbel II sterk, Trompet 8' (B/D) - 1921.
Borstpositief (C-f'''): Holpijp 8' - 17e/19e eeuw, Prestant 4' - 17e/19e eeuw, Roerfluit 4' - 17e/19e eeuw, Quintfluit 3', Octaaf 2', Quint 1 1/2', Cornet III sterk (discant) - 1952, Sexquialter II sterk, Mixtuur III sterk, Kromhoorn 8' (B/D) - 1999, Tremulant - 1985.
Pedaal (C-d'): Subbas 16' - 1999, Octaaf 8' - 1999, Fagot 16' - 1999, Trompet 8' - 1999.
Koppelingen: Hoofdwerk - Onderpositief, Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Onderpositief.
Foto: Janco Schout
Utrecht, Nederland (Utrecht) - Tuindorpkerk
Doorverwezen vanaf: Utrecht - Oosterkerk (1891 - 1981)
Gemeente: Utrecht
Adres: Professor Suringarlaan 1, 3571 WH, Utrecht
Website: https://tuindorpkerk.nl/
Beschrijving nr.: 1003776.
Kaartnummer Stichting Orgelcentrum: GR0039 (Utrecht - Oosterkerk, vóór 1952).
Gebouwd door: Conrad Ruprecht jr. (1702)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1702 | Conrad Ruprecht jr. | nieuwbouw | ca. 1740? | Jean-Baptiste le Picard | overplaatsing | 1800 | Frans Louvigny | overplaatsing | 1895 | Gebroeders Franssen | overplaatsing | 1921 | firma A. Standaart | ombouw | 1952 | Ernst Leeflang | restauratie | 1985 | Ernst Leeflang | overplaatsing | 2000 | Verschueren Orgelbouw | restauratie |
- Het orgel van de Tuindorpkerk is waarschijnlijk gebouwd door Conrad Ruprecht jr. voor de Garnizoenskerk in Roermond. Het instrument werd gebouwd in 1702, maar stond omstreeks 1740 in de Minrebroederskerk in Roermond, nu in gebruik bij de Nederlands Hervormde Gemeente. Bij aflevering had het twee manualen met 25 registers en een aangehangen kistpedaal. Tijdens de Franse bezetting werden de Minderbroeders in 1797 verdreven en werd hun kerk gesloten.
- Het orgel werd behouden en kreeg een nieuwe plek in de Munsterkerk in Roermond. Het werd daar geplaatst door F. Louvigny. F. en L. Louvigny renoveerden het instrument in deze periode of tussen 1840 en 1850. In 1865 werd de Munsterkerk gerestaureerd en werd het orgel tijdelijk in een hoek van het koor geplaatst. Toen de restauratie in 1892 voltooid was, kreeg de kerk een nieuw modern orgel, gebouwd door Franssen.
- Het oude instrument werd verkocht en Franssen plaatste het in 1891 in de nieuw gebouwde Gereformeerde Oosterkerk, Maliebaan 53 in Utrecht. Het orgel werd aan deze kerk geschonken door een anonieme weldoener. Door ruimtegebrek in de nieuwe kerk werd het orgel flink aangepast: de kast werd ingekort, de klavieren werden naar de zijkant van het orgel verplaatst en alle mechanieken werden vernieuwd. Op de plaats van de oude klaviatuur werd een schijnfront gecreëerd. Waarschijnlijk is ook de dispositie aangepast. In 1921 werd het instrument opnieuw gewijzigd door de firma A. Standaart. In 1951/1952 vond een grote restauratie plaats door Ernst Leeflang uit Middelharnis. Zij reconstrueerden de originele dispositie, maakten een nieuw zelfstandig pedaal, reconstrueerden de speeltafel en pasten het front aan.
- De Oosterkerk werd in 1977 gesloten en in 1981 gesloopt. Het orgel werd verkocht aan de Tuindorpkerk in Utrecht. Het oude Flentrop-orgel van de Tuindorpkerk was afgebroken, en er zijn losse pijpen van dit instrument verkocht ten behoeve van het orgelfonds. De firma Leeflang plaatste het Ruprecht-orgel in de Tuindorpkerk na een volledige restauratie, waarbij de technische staat werd gereconstrueerd naar de situatie van Louvigny (1800). De restauratie van het pijpwerk moest echter wegens geldgebrek worden uitgesteld. Het vrije pedaal werd verwijderd en vervangen door een aangehangen pedaal. Op 30 augustus 1985 werd het orgel in de Tuindorpkerk in gebruik genomen. Het werd bij deze gelegenheid bespeeld door Peter van Dijk. De firma Verschueren demonteerde het instrument op 4 januari 1999. Het doel was om de situatie van 1822 te reconstrueren. Er werden nieuwe tongwerken gemaakt en er werden nu weer enkele registers op het pedaal worden geplaatst, zodat het weer zelfstandig was. Op 7 september 2000 is het orgel weer in gebruik genomen met een concert door Peter van Dijk en David Jansen.
Kort overzicht van plaatsen waar het orgel heeft gestaan
1702 | Roermond | Garnizoenskerk |
1740 | Roermond | Minrebroederskerk |
ca. 1800 | Roermond | Munsterkerk |
1891 | Utrecht | Oosterkerk |
1985 | Utrecht | Tuindorpkerk |
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hoofdwerk | 14 |
- Borstpositief | 10 |
- Pedaal | 4 |
Totaal aantal stemmen | 28 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Toonhoogte | a' = 415 Hz |
Temperatuur | Kirnberger III |
Winddruk | 67 mm |
Dispositie
Hoofdwerk (C-f'''): Bourdon 16' (B/D) - 17e/19e eeuw/1891, Prestant 8' - 17e/19e eeuw, Holpijp 8' - 17e/19e eeuw, Octaaf 4' - 17e/19e eeuw, Fluit 4', Nasard 3' - 17e/19e eeuw, Superoctaaf 2', Fluit 2', Terts 1 3/5' - 1952/1985/1999, Cornet V sterk (discant) - 17e eeuw, Sexquialter II sterk, Mixtuur III sterk - 17e/19e eeuw, Cymbel II sterk, Trompet 8' (B/D) - 1921.
Borstpositief (C-f'''): Holpijp 8' - 17e/19e eeuw, Prestant 4' - 17e/19e eeuw, Roerfluit 4' - 17e/19e eeuw, Quintfluit 3', Octaaf 2', Quint 1 1/2', Cornet III sterk (discant) - 1952, Sexquialter II sterk, Mixtuur III sterk, Kromhoorn 8' (B/D) - 1999, Tremulant - 1985.
Pedaal (C-d'): Subbas 16' - 1999, Octaaf 8' - 1999, Fagot 16' - 1999, Trompet 8' - 1999.
Koppelingen: Hoofdwerk - Onderpositief, Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Onderpositief.
Vulstem | Samenstelling |
Mixtuur III sterk (Hoofdwerk) | C: 1' - 2/3' - 1/2'. c°: 1 1/3' - 1' - 2/3'. c': 2' - 1 1/3' - 1'. c'': 4' - 2 2/3' - 2'. |
Cymbel II sterk (Hoofdwerk) | C: 1/2' - 1/3'. c°: 2/3' - 1/2'. c': 1' - 2/3'. c'': 1 1/3' - 1'. g'': 2' - 1 1/3'. |
Sexquialter II sterk (Hoofdwerk en Borstpositief) | C: 1 1/3' - 4/5'. c': 2 2/3' - 1 3/5'. |
Cornet V sterk (Hoofdwerk) | c': 8' - 4' - 2 2/3' - 2' - 1 3/5'. |
Mixtuur III sterk (Borstpositief) | C: 1' - 2/3' - 1/2'. c°: 1' - 2/3' - 2/3'. c': 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. |
Cornet III sterk (Borstpositief) | c': 2 2/3' - 2' - 1 3/5'. |
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Verschillende disposities |
De dispositie in de Oosterkerk ná de werkzaamheden van Leeflang (1952) luidde: Grand Orgue: Bourdon 16', Montre 8', Bourdon 8', Prestant 4', Flûte 4', Nasard 3', Doublette 2' (1952), Quarte de Nasard 2', Tierce 1 3/5' (1952), Cornet V rangs (Discant), Sesquialtera II rangs, Fourniture III rangs, Cymbale II rangs (1952), Trompette 8' (Gedeeld, 1921). Positif: Bourdon 8', Viole de Gamba 8' (1921), Prestant 4', Flûte à Cheminée 4', Quinteflûte 3' (Sic), Doublette 2', Larigot 1 1/2' (1952), Cornet III rangs (Discant, 1952), Tierçaine II rangs (1952), Mixture III rangs (1952), Cromorne 8' (1921), Tramblant . Pedaal: Soubasse 16' (1921/1952), Flûte 8', Bombarde 16', Bourdon 32' (Unit uit Soubasse), Bourdon 8' (Unit uit Soubasse), Flûte 4' (Unit uit Flute 8'), Flûte 2' (Unit uit Flûte 8'), Trompette 8' (Unit uit Bombarde), Clairon 4' (Unit uit Bombarde). Koppelingen: Tirasse Grand Orgue, Tirasse Positif, Accouplement des Claviers. |
Literatuur |
|
Opnamen |
|
Links |
https://stichtingruprechtorgel.nl/ |
|
|
|
|
|
|