Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Wolfram Hackel.

Bild: Wolfram Hackel

Zscheila, Deutschland (Sachsen) - Trinitatiskirche
Gemeinde: Meißen
Adresse: Trinitatiskircheweg, 01662, Meißen-Zscheila
Website: http://www.trinitatiskirche-meissen.de/

Beschreibung nr.: 2055881.

Gebaut von: Eule Orgelbau (1928) - Opus 166
Die Orgel enthält älteren Material: Pipes aus 1878 von Richard Kreutzbach

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1928 Eule Orgelbau166 Neubau
1935 Eule Orgelbau  Änders der Disposition
1939 Eule Orgelbau  Änders der Disposition
1950 Eule Orgelbau  Änders der Disposition
1953 Eule Orgelbau  Änders der Disposition
1978 Eule Orgelbau  Vergrößerung

  • De Trinitatiskirche in Zscheila dateert uit de dertiende eeuw. In de zeventiende eeuw is de kerk vergroot. In 1878 bouwde Richard Kreutzbach een nieuw orgel voor de kerk, dat op 25 december 1878 in gebruik is genomen. Het was een tweeklaviers orgel met twintig stemmen.
  • Het orgel is in 1928 afgebroken, waarna Hermann Eule een nieuw groter orgel bouwde. Het front van dit nieuwe instrument is afgeleid van het front van Kreutzbach, maar groter en rijker versierd. Het pijpwerk van Kreutzbach is grotendeels hergebruikt. De Clarinette van het Hauptwerk is afkomstig van het Eule-orgel van de Johanniskirche in Dresden (1878). Het orgel werd op 23 september 1928 gewijd. Het is het laatste orgel dat Hermann Eule zelf voltooid heeft.
  • In de jaren dertig stelde cantor Karl Müller wijzigingen voor in de dispositie, die ook zijn doorgevoerd door de firma Eule. In 1935 werd de Terzian vervangen door een Cymbel 2 fach (2/3'), waarbij een deel van het 1 1/3'-koor van de Terzian werd hergebruikt. Het terstkoor kwam als zelfstandige Terz in de plaats van de Viola 4'.
  • In 1938-1939 is nog meer gewijzigd. Op het Hauptwerk werd de Gambe 8' vervangen door een Blockflöte 2' en de Clarinette door een Krummhorn. Verder plaatste Eule de Viola d'Amour van het Schwellwerk op de plaats van de Dolce 8' van het Hauptwerk. De wijzigingen en verschuivingen op het Schwellwerk waren nog wat ingewikkelder. De Lieblich Gedackt 16' werd vervangen door een Quintadena 16', deels uit bestaand pijpwerk. De Gedackt 8' verschoof naar de plaats van de Viola d'Amour. Op de plek van de Gedackt kwam een Geigenschwebung 2 fach (8'+4'), waarvoor deels pijpwerk van de Dolce 8' en de Vox Coelestis 8' werd gebruikt. Op de plek van de Vox Coelestis kwam een Quintatön 4'. Tenslotte is het pedaal uitgebreid met een Principal 2' op een extra lade. De Oboe 8' werd opnieuw geïntoneerd.
  • In 1950 herzag Eule de intonatie van het een deel van de registers. Tevens werd de Terz 1 3/5' gewijzigd in een Quinte 1 1/3' en is een tremulant geplaatst voor het hele orgel. In 1953 plaatste Eule een nieuwe Cymbel op het Hauptwerk met een iets hogere samenstelling op basis van een 2/3-voet. Een laatste uitbreiding werd in de jaren 1977-1978 gerealiseerd, toen Eule een Cymbelstern plaatste.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk14
- Schwellwerk13
- Pedal8 (6)
Gesamtzahl der Stimmen35 (33)
TastentrakturPneumatic
RegistertrakturPneumatic
Windlade(n)Taschenladen
Tonhöhea' = 435 Hz
TemperaturEqual temperament
Winddruck80 mm

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Bordun 16' - 1878, Prinzipal 8' - 1878, Rohrflöte 8' - 1878, Quintatön 8', Viola d'Amour 8' - 1878, Oktave 4' - 1878, Zartflöte 4', Quinte 2 2/3' - 1878, Oktave 2' - 1878, Blockflöte 2' - 1939, Terz 1 3/5' - 1878, Mixtur 4 fach (2') - 1878, Cymbel 3 fach (2/3') - 1953, Krummhorn 8' - 1939.
Schwellwerk (C-g'''): Quintadena 16' - 1928/1939, Prinzipal 8', Gedackt 8' - 1878, Gemshorn 4' - 1878, Quintatön 4' - 1939, Rohrflöte 4' - 1878, Nassat 2 2/3', Gambette 2' - 1878, Quinte 1 1/3' - 1928/1950, Sifflöte 1', Geigenschwebung 2 fach (8'+4') - 1939, Cymbel 2 fach (2/3') - 1928/1935, Oboe 8'.
Pedal (C-f'): Violonbaß 16' - 1878, Subbaß 16' - 1878, Echobaß 16' - transmissie, Principalbaß 8' - 1878, Dolcebass 8' - transmissie, Choralbaß 4', Principal 2' - 1939, Posaunenbaß 16'.
Sonstige Register: Cymbelstern - 1978.
Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Sub Hauptwerk - Schwellwerk, Sub Schwellwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedalverstärkungskoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Tremolo - 1950, 1 freie Kombination, 4 feste Kombinationen (p - mf - f - tutti), Automatische Pedalumschaltung, Walze.

Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen De dispositie luidde in 1928:
Hauptwerk: Bordun 16' - 1878, Prinzipal 8' - 1878, Gamba 8' - 1878, Rohrflöte 8' - 1878, Quintatön 8', Dolce 8', Oktave 4' - 1878, Zartflöte 4', Quinte 2 2/3' - 1878, Oktave 2' - 1878, Terz 1 3/5' - 1878, Mixtur 4 fach (2') - 1878, Cimbel 3 fach (1'), Clarinette 8' - Eule 1878.
Schwellwerk: Lieblich Gedackt 16', Prinzipal 8', Viola d'Amour 8' - 1878, Vox Coelestis 8', Gedackt 8' - 1878, Gemshorn 4' - 1878, Rohrflöte 4' - 1878, Viola 4' - 1878, Nassat 2 2/3', Gambette 2' - 1878, Sifflöte 1', Terzian 2 fach (1 3/5'), Oboe 8'.
Pedal: Violonbaß 16' - 1878, Subbaß 16' - 1878, Echobaß 16' - transmissie, Principalbaß 8' - 1878, Dolcebass 8' - transmissie, Choralbaß 4', Posaunenbaß 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Sub Hauptwerk - Schwellwerk, Sub Schwellwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedalverstärkungskoppel.
Speelhulpen: 1 freie Kombination, 4 feste Kombinationen (p - mf - f - tutti), Automatische Pedalumschaltung, Walze.
Literatur
  • Richard Kreutzbach (1839-1903) : Leben und Werk / Klaus Walter, Gert Rothe, Wolfram Hackel, Jiři Kocourek. - In: Acta Organologica ; Band 34. - Kassel : Merseburger, 2015. - (270. Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde).
  • Hermann Eule Orgelbau 1872 . 1997 : Ein Beitrag zur Orgelbaugeschichte Sachsens. - Berlin : Pape Verlag, 1997.