Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Zscheila, Deutschland (Sachsen) - Trinitatiskirche
Gemeinde: Meißen
Adresse: Trinitatiskircheweg, 01662, Meißen-Zscheila
Website: http://www.trinitatiskirche-meissen.de/
Beschreibung nr.: 2055880.
Gebaut von: Richard Kreutzbach (1878) - Opus 22
Demolished (1928)
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 4 fach (2').
Oberwerk (C-e'''): Viola d'Amour 8', Flauto Amabile 8', Gedackt 8', Rohrflöte 4', Viola (Dolce) 4', Gambette 2'.
Pedal (C-d'): Subbaß 16', Violonbaß 16', Principalbaß 8', Posaunenbaß 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcantenklingel.
Zscheila, Deutschland (Sachsen) - Trinitatiskirche
Gemeinde: Meißen
Adresse: Trinitatiskircheweg, 01662, Meißen-Zscheila
Website: http://www.trinitatiskirche-meissen.de/
Beschreibung nr.: 2055880.
Gebaut von: Richard Kreutzbach (1878) - Opus 22
Demolished (1928)
- De Trinitatiskirche in Zscheila dateert uit de dertiende eeuw. In de zeventiende eeuw is de kerk vergroot. In 1878 bouwde Richard Kreutzbach een nieuw orgel voor de kerk, dat op 25 december 1878 in gebruik is genomen. Het was een tweeklaviers orgel met twintig stemmen.
- In 1907 plaatste Julius Jahn het tweede klavier in een zwelkast. De in 1917 gevorderde frontpijpen werden in 1924 door hem vervangen door zinken exemplaren, en in 1925 plaatste Jahn een windmotor.
- Het orgel is in 1928 afgebroken, waarna Hermann Eule een nieuw groter orgel bouwde. Het front van dit nieuwe instrument is afgeleid van het front van Kreutzbach, maar groter en rijker versierd. Het pijpwerk van Kreutzbach is grotendeels hergebruikt.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 10 |
| - Oberwerk | 6 |
| - Pedal | 4 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 20 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 4 fach (2').
Oberwerk (C-e'''): Viola d'Amour 8', Flauto Amabile 8', Gedackt 8', Rohrflöte 4', Viola (Dolce) 4', Gambette 2'.
Pedal (C-d'): Subbaß 16', Violonbaß 16', Principalbaß 8', Posaunenbaß 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcantenklingel.
| Literatur |
|