Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Eiterfeld, Deutschland (Hessen) - Katholische Pfarrkirche
Beschreibung nr.: 2032950.
Gebaut von: Fritz Clewing (1901)
Fritz Clewing bouwde in 1901 een nieuw orgel voor de rooms-katholieke kerk in Eiterfeld. Het instrument kreeg 24 stemmen, twee manualen en pedaal. Het orgel heeft een neogotisch front. In 1959 is het door Alban Späth gerestaureerd. Hierbij is de dispositie ingrijpend gewijzigd. Ook het front is gemoderniseerd. In 1970 is het orgel door de firma Gebr. Hey gereviseerd. Het tweede manuaal is hierbij geplaatst in een zwelkast.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk: Gedacktpommer 16' - 1959, Prinzipal 8', Hohlflöte 8', Gemshorn 8', Oktave 4', Flöte 4', Nasat 2 2/3' - 1959, Oktave 2', Cornett 3 fach (4'), Mixtur 4 fach (1 1/3'), Fagott 16' - 1959, Trompete 8' - 1959.
Nebenwerk (im Schweller): Rohrflöte 8', Salizional 8', Singend Prinzipal 4' - 1959, Traversflöte 4', Piccolo 2', Terzian 2 fach - 1959, Scharfzimbel 4 fach - 1959, Kopftrompete 8' - 1959, Tremulant - 1959.
Pedal: Prinzipalbaß 16' - 1959, Subbaß 16', Oktavbaß 8', Gedackt 8', Weitoktave 4' - 1959, Posaune 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Nebenwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Nebenwerk, Suboktavkoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: 1 freie Kombination, Tutti, Walze.
Eiterfeld, Deutschland (Hessen) - Katholische Pfarrkirche
Beschreibung nr.: 2032950.
Gebaut von: Fritz Clewing (1901)
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1901 | Fritz Clewing | Neubau | 1959 | Alban Späth | Umbau | 1970 | Hey Orgelbau | Restaurierung |
Fritz Clewing bouwde in 1901 een nieuw orgel voor de rooms-katholieke kerk in Eiterfeld. Het instrument kreeg 24 stemmen, twee manualen en pedaal. Het orgel heeft een neogotisch front. In 1959 is het door Alban Späth gerestaureerd. Hierbij is de dispositie ingrijpend gewijzigd. Ook het front is gemoderniseerd. In 1970 is het orgel door de firma Gebr. Hey gereviseerd. Het tweede manuaal is hierbij geplaatst in een zwelkast.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 12 |
- Nebenwerk | 8 |
- Pedal | 6 |
Gesamtzahl der Stimmen | 26 |
Tastentraktur | Electropneumatic |
Registertraktur | Electropneumatic |
Windlade(n) | Cone chests |
Disposition
Hauptwerk: Gedacktpommer 16' - 1959, Prinzipal 8', Hohlflöte 8', Gemshorn 8', Oktave 4', Flöte 4', Nasat 2 2/3' - 1959, Oktave 2', Cornett 3 fach (4'), Mixtur 4 fach (1 1/3'), Fagott 16' - 1959, Trompete 8' - 1959.
Nebenwerk (im Schweller): Rohrflöte 8', Salizional 8', Singend Prinzipal 4' - 1959, Traversflöte 4', Piccolo 2', Terzian 2 fach - 1959, Scharfzimbel 4 fach - 1959, Kopftrompete 8' - 1959, Tremulant - 1959.
Pedal: Prinzipalbaß 16' - 1959, Subbaß 16', Oktavbaß 8', Gedackt 8', Weitoktave 4' - 1959, Posaune 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Nebenwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Nebenwerk, Suboktavkoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: 1 freie Kombination, Tutti, Walze.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
De oorspronkelijke dispositie luidde: Hauptwerk: Bordun 16', Prinzipal 8', Hohlflöte 8', Gemshorn 8', Gedackt 8', Gambe 8', Oktave 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Superoktave 2', Cornett 3 fach (4'), Mixtur 4 fach (2 2/3'). Nebenwerk: Geigenprinzipal 8', Rohrflöte 8', Äoline 8', Salizional 8', Fugara 4', Traversflöte 4', Piccolo 2'. Pedal: Subbaß 16', Violon 16', Oktavbaß 8', Gedacktbaß 8', Cello 8', Posaune 16'. Koppeln: Hauptwerk - Nebenwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Nebenwerk. Spielhilfen: 3 feste Kombinationen. |
Literatur |
|