Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Quelle: Festschrift 1983.

Quelle: Festschrift 1983

Denstorf, Deutschland (Niedersachsen) - Evangelisch-Lutherische Sankt Johanneskirche
Gemeinde: Vechelde

Beschreibung nr.: 2026928.

Gebaut von: Emil Hammer Orgelbau (1988)
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1769 von Johann Christoph Hüsemann

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1769 Johann Christoph Hüsemann  Neubau
1913 Gebrüder Sander  Neubau im alten Gehäuse
1954 firmen Friedrich Weissenborn  Umbau
1988 Emil Hammer Orgelbau  Neubau im alten Gehäuse

Johann Christoph Hüsemann kreeg eind 1764 de opdracht voor de bouw van een nieuw orgel voor de kerk van Denstorf. Hij bouwde het instrument in vijf jaar, zodat het in 1769 in gebruik is genomen. De overgeleverde dispositie (in: Corpus Bonorum, 1836) is merkwaardig en mogelijk niet juist. Zo zijn er twee mixturen op het hoofdwerk geplaatst, en er is geen Octave 2'. Ook de combinatie van een Gedackt 8' en een Flöte 8' op het positief is niet gebruikelijk. Het binnenwerk is echter verloren gegaan. In de jaren 1912-1913 bouwden de gebroeders Sander een nieuw orgel met pneumatische tractuur en membraanladen in de kas van Hüsemann. Dit orgel had twaalf stemmen. In 1954 is het door Friedrich Weissenborn gemoderniseerd. Maar uiteindelijk is ook dit instrument afgebroken. Emil Hammer leverde in de jaren 1983-1988 een nieuw mechanisch binnenwerk met sleepladen, waarbij de dispositie is overgenomen van het originele bestek van Hüsemann, met als verschil dat de hoge Mixtuur is gebouwd als Auszug uit de volledige Mixtuur. Op 11 december 1983, de zondag van de derde Advent, werd het eerste gedeelte van het orgel in gebruik genomen.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk9 (8)
- Oberwerk7
- Pedal4
Gesamtzahl der Stimmen20 (19)
TastentrakturMechanical
RegistertrakturMechanical
Windlade(n)Slider chests

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Quintade 16' - oud, Principal 8', Rohrflöte 8', Gambe 8' - oud, Oktave 4', Rohrflöte 4' - oud, Mixtur 6 fach (2'), Mixtur 4 fach (1') - Auszug, Trompete 8'.
Oberwerk (C-g'''): Gedackt 8' - oud, Principal 4', Flöte 4' - oud, Quinte 3', Oktave 2' - oud, Mixtur 3 fach (2/3'), Vox Humana 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Subbaß 16' - oud, Oktave 8' - oud, Bauernflöte 8' - oud, Posaune 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Glockenspiel, Zimbelstern.

Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen Het werk van Hüsemann had als dispositie:
Hauptwerk: Quintadena 16', Principal 8', Rohrföte 8', Gambe 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Mixtur 6 fach, Mixtur 4 fach.
Oberwerk: Gedackt 8', Flöte 8', Principal 4', Quinta 3', Octava 2', Mixtur 3 fach, Trompete 8', Vox Humana 8', Glockenspiel.
Pedal: Subbaß 16', Octave 8', Bauernflöte 8', Posaune 16'.
Literatur Die Orgeln des Herzogtums Braunschweig vor 1810 / Uwe Pape. - In: Acta Organologica, Band 30. - Kassel : Merseburger Verlag, 2008. - (Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde ; 240).