Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Komárno, Slovenská Republika (Nitriansky kraj) - Reformovaného Kostol
Beschreibung nr.: 2025804.
Gebaut von: Johann Bohack und Georg Reinharth (1805)
Johann Bohack bouwde in 1805 een orgel voor de Reformierte Kirche van Komorn (Komárno). Hij kwam echter te overlijden voor de voltooiing, waarna het instrument is afgebouwd door Georg Reinharth, die zich daarna definitief in de stad vestigde. Het orgel is in 1892 door Ján Szettfeld gerestaureerd. In 1902 werd het interieur van de kerk vernieuwd. Ook het orgel is daarbij onder handen genomen. Alexander Györke voerde verschillende wijzigingen in de dispositie uit. Het rugpositief werd voorzien van zweljaloezieën en drie registers werden vervangen door tongwerken met harmoniumtongen. In 1955 is het orgel gerepareerd door František Tattinger onder advies van Ernest Zavarský. De harmonium-stemmen uit 1902 werden vervangen door nieuwe aliquoot-registers. Ook werd een windmotor geplaatst. De in 1917/1918 gevorderde frontpijpen werden vervangen door nieuwe exemplaren.
Technische Daten
Disposition
Hlavný Stroj (Hauptwerk): Principal 8', Burdon 8', Salicional 8' - 1902, Gamba 8' - 1902, Flauta 8', Flauta 4', Dolce 4', Quinta 2 2/3', Octava 2', Mixtura 3x (2 2/3').
Pozitív (Rückpositiv): Gedeckt 8', Principal 4', Burdon 4', Octava 2', Piccolo 2' - 1955, Quinta 1 1/3' - 1955, Mixtura 2x - 1955.
Pedál: Subbass 16', Principalbass 8', Violonbass 8', Gedeckt 8' - 1955, Quintbass 6', Octavbass 4'.
Komárno, Slovenská Republika (Nitriansky kraj) - Reformovaného Kostol
Beschreibung nr.: 2025804.
Gebaut von: Johann Bohack und Georg Reinharth (1805)
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1805 | Johann Bohack | Neubau | 1805 | Georg Reinharth | Neubau | 1892 | Ján Szettfeld | Restaurierung | 1902 | Alexander Györke | Umbau | 1955 | František Tattinger | Restaurierung |
Johann Bohack bouwde in 1805 een orgel voor de Reformierte Kirche van Komorn (Komárno). Hij kwam echter te overlijden voor de voltooiing, waarna het instrument is afgebouwd door Georg Reinharth, die zich daarna definitief in de stad vestigde. Het orgel is in 1892 door Ján Szettfeld gerestaureerd. In 1902 werd het interieur van de kerk vernieuwd. Ook het orgel is daarbij onder handen genomen. Alexander Györke voerde verschillende wijzigingen in de dispositie uit. Het rugpositief werd voorzien van zweljaloezieën en drie registers werden vervangen door tongwerken met harmoniumtongen. In 1955 is het orgel gerepareerd door František Tattinger onder advies van Ernest Zavarský. De harmonium-stemmen uit 1902 werden vervangen door nieuwe aliquoot-registers. Ook werd een windmotor geplaatst. De in 1917/1918 gevorderde frontpijpen werden vervangen door nieuwe exemplaren.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hlavný Stroj (Hauptwerk) | 10 |
- Pozitív (Rückpositiv) | 7 |
- Pedál | 6 |
Gesamtzahl der Stimmen | 23 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hlavný Stroj (Hauptwerk): Principal 8', Burdon 8', Salicional 8' - 1902, Gamba 8' - 1902, Flauta 8', Flauta 4', Dolce 4', Quinta 2 2/3', Octava 2', Mixtura 3x (2 2/3').
Pozitív (Rückpositiv): Gedeckt 8', Principal 4', Burdon 4', Octava 2', Piccolo 2' - 1955, Quinta 1 1/3' - 1955, Mixtura 2x - 1955.
Pedál: Subbass 16', Principalbass 8', Violonbass 8', Gedeckt 8' - 1955, Quintbass 6', Octavbass 4'.
Literatur |
Historické organy na Slovensku : Historische Orgeln in der Slowakei / Otmar Gergelyi, Karol Wurm. - Bratislava : Opus, 1982. |