Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Joep van Koert
Wernigerode, Deutschland (Sachsen-Anhalt) - Liebfrauenkirche
Region:Harz
Adresse: Liebfrauenkirchhof, 38855, Wernigerode
Beschreibung nr.: 2025176.
Gebaut von: Wilhelm Sauer Orgelbau (1883) - Opus 401
Op 25 juni 1883 keurde G. Rebling uit Maagdenburg het nieuwe Sauer-orgel van de Liebfrauenkirche te Wernigerode. Het werd gebouwd in de orgelkas van het vorige orgel uit de kerk, daterend uit de achttiende eeuw. Het orgel, opus 401 van Sauer, is vrijwel zonder wijzigingen bewaard gebleven. De frontpijpen die overigens voor het groostet deel nog uit het oude orgel kwamen, moesten in 1917 worden ingeleverd. Bij een restauratie werden deze vervangen door zinken exemplaren. De dispositie is ook enigszins gewijzigd: op het Hauptwerk verviel de Gamba, en werd de Rauschquinte gesplitst. Op het Schwellwerk werd de Salicional vervangen door een Nachthorn 2' en de Clarinette door een Krummhorn en op het pedaal verving men de Cello door een Choralbaß 4'. In 1982 is het orgel gerestaureerd door de firma Schuster. De Krummhorn werd nu weer vervangen door een Clarinette uit 1910, gebouwd door Ernst Röver, afkomstig uit Hausneindorf. Op 31 oktober 1982 is het orgel weer in gebruik genomen met een concert door Gertraud Damm.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Gedact 8', Flûte Harmonique 8', Octave 4', Gemshorn 4', Rohrflöte 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Cornett 4 fach (4'), Mixtur 5 fach (2'), Trompete 8'.
Schwellwerk: Lieblich Gedact 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Traversflöte 4', Fugara 4', Nachthorn 2', Progressio 2-3 fach, Clarinette 8' - 1910.
Pedal: Contrabaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Großnasard 10 2/3', Principalbaß 8', Gedactflöte 8', Choralbaß 4', Posaune 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Combinationspedal, Tutti.
Bild: Joep van Koert
Wernigerode, Deutschland (Sachsen-Anhalt) - Liebfrauenkirche
Region:Harz
Adresse: Liebfrauenkirchhof, 38855, Wernigerode
Beschreibung nr.: 2025176.
Gebaut von: Wilhelm Sauer Orgelbau (1883) - Opus 401
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1883 | Wilhelm Sauer Orgelbau | 401 | Neubau | 1982 | Andreas Schuster & Sohn | Restaurierung |
Op 25 juni 1883 keurde G. Rebling uit Maagdenburg het nieuwe Sauer-orgel van de Liebfrauenkirche te Wernigerode. Het werd gebouwd in de orgelkas van het vorige orgel uit de kerk, daterend uit de achttiende eeuw. Het orgel, opus 401 van Sauer, is vrijwel zonder wijzigingen bewaard gebleven. De frontpijpen die overigens voor het groostet deel nog uit het oude orgel kwamen, moesten in 1917 worden ingeleverd. Bij een restauratie werden deze vervangen door zinken exemplaren. De dispositie is ook enigszins gewijzigd: op het Hauptwerk verviel de Gamba, en werd de Rauschquinte gesplitst. Op het Schwellwerk werd de Salicional vervangen door een Nachthorn 2' en de Clarinette door een Krummhorn en op het pedaal verving men de Cello door een Choralbaß 4'. In 1982 is het orgel gerestaureerd door de firma Schuster. De Krummhorn werd nu weer vervangen door een Clarinette uit 1910, gebouwd door Ernst Röver, afkomstig uit Hausneindorf. Op 31 oktober 1982 is het orgel weer in gebruik genomen met een concert door Gertraud Damm.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 12 |
| - Schwellwerk | 10 |
| - Pedal | 8 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 30 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Cone chests |
| Tonhöhe | a' = 440 Hz |
| Temperatur | Equal temperament |
| Winddruck | 85 mm (Manualen), 95 mm (Pedaal) |
Disposition
Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Gedact 8', Flûte Harmonique 8', Octave 4', Gemshorn 4', Rohrflöte 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Cornett 4 fach (4'), Mixtur 5 fach (2'), Trompete 8'.
Schwellwerk: Lieblich Gedact 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Traversflöte 4', Fugara 4', Nachthorn 2', Progressio 2-3 fach, Clarinette 8' - 1910.
Pedal: Contrabaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Großnasard 10 2/3', Principalbaß 8', Gedactflöte 8', Choralbaß 4', Posaune 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Combinationspedal, Tutti.
| Gemischte Stimme | Zusammensetzung |
| Mixtur 5 fach | C: 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3' - 1/2'. c': 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3'. c'': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1'. c''': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1 1/3'. |
| Literatur |
Der Orgelbauer Wilhelm Sauer (1831-1916) : Leben und Werk / Hans-Joachim Falkenberg. - Lauffen : Orgelbau Fachverlag Rensch, 1990. - (124. Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde). |