Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Saalborn, Deutschland (Thüringen) - Wandererkirche
Gemeinde: Blankenhain
Beschreibung nr.: 2023648.
Gebaut von: Johann Georg Görbing (1784)
Het orgel in de Wandererkirche in Saalborn is gebouwd in 1783/1784 door Johann Georg Görbing. Het werd in 1911 door Emil Heerwagen reviseerd, maar daarbij is ook de tractuur omgehangen om de toonhoogte te wijzigen. In 1955 voerde Gerhard Kirchner een restauratie uit. Hij wijzigde ook de dispositie. De Rauschquinte werd gewijzigd in een Mixtur, de Gamba werd afgezaagd tot een Octave 2', de Cellobass werd opgeschoven tot een Choralbass en tenslotte is er een Quinte 1 1/3' op het Oberwerk geplaatst. In 2001 is het orgel gedemonteerd en opgeslagen. De orgelkas werd lager geplaatst.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-c'''): Bordun 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Octave 4', Mixtur 3 fach - 1955.
Oberwerk (C-c'''): Flöte 8', Flauto Dolce 4', Octave 2' - 1955, Quinte 1 1/3' - 1955.
Pedal (C-d'): Subbass 16', Octavbass 8', Choralbass 4' - 1955.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcant.
Saalborn, Deutschland (Thüringen) - Wandererkirche
Gemeinde: Blankenhain
Beschreibung nr.: 2023648.
Gebaut von: Johann Georg Görbing (1784)
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1784 | Johann Georg Görbing | Neubau | 1911 | Emil Heerwagen | Restaurierung | 1955 | Gerhard Kirchner | Änders der Disposition | 1963 | Lothar Heinze | Verschiedene Tätigkeiten | 2001 | Schönefeld Orgelbau | Verschiedene Tätigkeiten |
Het orgel in de Wandererkirche in Saalborn is gebouwd in 1783/1784 door Johann Georg Görbing. Het werd in 1911 door Emil Heerwagen reviseerd, maar daarbij is ook de tractuur omgehangen om de toonhoogte te wijzigen. In 1955 voerde Gerhard Kirchner een restauratie uit. Hij wijzigde ook de dispositie. De Rauschquinte werd gewijzigd in een Mixtur, de Gamba werd afgezaagd tot een Octave 2', de Cellobass werd opgeschoven tot een Choralbass en tenslotte is er een Quinte 1 1/3' op het Oberwerk geplaatst. In 2001 is het orgel gedemonteerd en opgeslagen. De orgelkas werd lager geplaatst.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 5 |
| - Oberwerk | 4 |
| - Pedal | 3 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 12 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-c'''): Bordun 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Octave 4', Mixtur 3 fach - 1955.
Oberwerk (C-c'''): Flöte 8', Flauto Dolce 4', Octave 2' - 1955, Quinte 1 1/3' - 1955.
Pedal (C-d'): Subbass 16', Octavbass 8', Choralbass 4' - 1955.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcant.
| Literatur |
Königin der Instrumente : Ein Orgel-Führer durch die Region Weimar und Weimarer Land / Viola-Bianka Kießling. - Friedrichshafen : Fagott-Orgelverlag, 2007. |