Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Hamburg, Deutschland (Hamburg) - Sankt Nikolaus-Kirche der Alsterdorfer Anstalten
Gemeinde: Hamburg
Beschreibung nr.: 2021041.
Gebaut von: Friedrich Wilhelm Ernst Röver (1895)
Demolished (1963)
Ernst Röver bouwde in 1895 een tweeklaviers orgel voor de Sankt Nikolauskirche in Hamburg-Alsterdorf. Het instrument had een romantische dispositie, pneumatische tractuur en kastenladen. Enkele jaren na de bouw is het Oberwerk uitgebreid met drie nieuwe registers, die op een aparte membraanlade werden geplaatst. Het orgel werd in 1952 geheel herbouwd door Emanuel Kemper. Kemper herbouwde het met mechanische tractuur, sleepladen, een rugpositief en verschillende nieuwe registers. Enkele stemmen van Röver werden afgezaagd (Aeoline tot Quinte 1 1/3', Prinzipal 8' tot Holzflöte) of opgeschoven (Violon 16' tot Offenbaß 8'). Het orgel van Kemper was echter geen lang leven beschoren. In 1963 is het afgebroken en vervangen door een nieuw orgel van Walcker.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk: Bordun 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Nachthorn 2', Mixtur 4 fach (4'), Oboe 8'.
Oberwerk: Prinzipal 8', Gedackt 8', Aeoline 8', Flöte 4', Oktave 2' - nieuwer, Sesquialtera 2 fach - nieuwer, Scharff 3 fach (2') - nieuwer.
Pedal: Subbaß 16', Violon 16', Prinzipal 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk.
Übrige Quellen
Hamburg, Deutschland (Hamburg) - Sankt Nikolaus-Kirche der Alsterdorfer Anstalten
Gemeinde: Hamburg
Beschreibung nr.: 2021041.
Gebaut von: Friedrich Wilhelm Ernst Röver (1895)
Demolished (1963)
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1895 | Friedrich Wilhelm Ernst Röver | Neubau | 1952 | Emanuel Kemper & Sohn | Umbau |
Ernst Röver bouwde in 1895 een tweeklaviers orgel voor de Sankt Nikolauskirche in Hamburg-Alsterdorf. Het instrument had een romantische dispositie, pneumatische tractuur en kastenladen. Enkele jaren na de bouw is het Oberwerk uitgebreid met drie nieuwe registers, die op een aparte membraanlade werden geplaatst. Het orgel werd in 1952 geheel herbouwd door Emanuel Kemper. Kemper herbouwde het met mechanische tractuur, sleepladen, een rugpositief en verschillende nieuwe registers. Enkele stemmen van Röver werden afgezaagd (Aeoline tot Quinte 1 1/3', Prinzipal 8' tot Holzflöte) of opgeschoven (Violon 16' tot Offenbaß 8'). Het orgel van Kemper was echter geen lang leven beschoren. In 1963 is het afgebroken en vervangen door een nieuw orgel van Walcker.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 7 |
| - Oberwerk | 7 |
| - Pedal | 3 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 17 |
| Tastentraktur | Pneumatic |
| Registertraktur | Pneumatic |
| Windlade(n) | Kastenlade |
Disposition
Hauptwerk: Bordun 16', Prinzipal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Nachthorn 2', Mixtur 4 fach (4'), Oboe 8'.
Oberwerk: Prinzipal 8', Gedackt 8', Aeoline 8', Flöte 4', Oktave 2' - nieuwer, Sesquialtera 2 fach - nieuwer, Scharff 3 fach (2') - nieuwer.
Pedal: Subbaß 16', Violon 16', Prinzipal 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk.
| Übrige dispositiondaten | |
|---|---|
| Mehrere dispositionen |
Na de ombouw door Kemper (1952) luidde de dispositie: Hauptwerk: Pommer 16' (1952), Praestant 8' (1952), Rohrflöte 8', Oktave 4', Querflöte 4', Gemsnasat 2 2/3' (1952), Schwegel 2', Mixtur 4-6 fach (2') (1952), Trompete 8' (1952). Rückpositiv: Gedackt 8', Praestant 4' (1952), Spitzflöte 4' (1952), Oktave 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharf 3 fach (1') (1952), Schalmei 8', Krummhorn 4' (1952), Tremulant. Pedal: Subbaß 16', Offenbaß 8', Quintade 8' (1952), Holzflöte 4', Trichterflöte 2' (1952), Rauschbaß 4 fach (1952), Stille Posaune 16' (1952). Koppeln: Hauptwerk - Rückpositiv, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv. Mechanische tractuur met sleepladen. |
| Literatur |
|
- Jörg R. Becker