Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Tjalling Roosjen
Blienschwiller, France (Bas-Rhin (67)) - Église Saintes Innocents
Gemeinde: Blienschwiller
Region:Alsace
Adresse: 4 Impasse de l'église, 67650, Blienschwiller
Beschreibung nr.: 2020834.
Gebaut von: Gaston Kern (1993)
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1734 von Johann Georg Rohrer
In 1734 bouwde Johann Georg Rohrer een orgel voor de kerk van Blienschwiller. Het binnenwerk is in 1911 verloren gegaan. Martin Rinkenbach bouwde in dat jaar een nieuw pneumatisch orgel achter het oude front. De oude frontpijpen werden in 1917 gevorderd, en zijn in 1936 vervangen door als pijpen beschilderde houten stokken door François Kriess. In 1964 is het orgel door Louis Blessig gereviseerd. Hierbij zijn nieuwe frontpijpen geplaatst. In 1993 voltooide Gaston Kern een reconstructie van het oorspronkelijke binnenwerk van Rohrer. Op 18 mei 1993 werd dit orgel opnieuw in gebruik genomen met een bespeling door Hans Otto.
Technische Daten
Disposition
Grand Orgue: Flûte à Cheminée 8', Prestant 4', Flûte 4', Nasard 2 2/3', Doublette 2', Tierce 1 3/5', Fourniture 3 rangs (1'), Cromorne/Trompette 8'.
Écho: Bourdon 8', Flûte à Cheminée 4', Flageolet 2'.
Pédale (C-f°): Bourdon 16', Flûte 8', Trompette 8'.
Koppeln: Accouplement du Écho au Grand Orgue, Tirasse Grand Orgue.
Nebenregister und Spielhilfen: Tremblant Doux.
Bild: Tjalling Roosjen
Blienschwiller, France (Bas-Rhin (67)) - Église Saintes Innocents
Gemeinde: Blienschwiller
Region:Alsace
Adresse: 4 Impasse de l'église, 67650, Blienschwiller
Beschreibung nr.: 2020834.
Gebaut von: Gaston Kern (1993)
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1734 von Johann Georg Rohrer
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1734 | Johann Georg Rohrer | Neubau | 1911 | Martin Rinkenbach | Neubau im alten Gehäuse | 1936 | Franz-Xaver Kriess | Verschiedene Tätigkeiten | 1964 | Louis Blessig | Restaurierung | 1993 | Gaston Kern | Reconstruction |
In 1734 bouwde Johann Georg Rohrer een orgel voor de kerk van Blienschwiller. Het binnenwerk is in 1911 verloren gegaan. Martin Rinkenbach bouwde in dat jaar een nieuw pneumatisch orgel achter het oude front. De oude frontpijpen werden in 1917 gevorderd, en zijn in 1936 vervangen door als pijpen beschilderde houten stokken door François Kriess. In 1964 is het orgel door Louis Blessig gereviseerd. Hierbij zijn nieuwe frontpijpen geplaatst. In 1993 voltooide Gaston Kern een reconstructie van het oorspronkelijke binnenwerk van Rohrer. Op 18 mei 1993 werd dit orgel opnieuw in gebruik genomen met een bespeling door Hans Otto.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Grand Orgue | 8 |
- Écho | 3 |
- Pédale | 3 |
Gesamtzahl der Stimmen | 14 |
Tonumfang Manual | C-d''', division between c' and cis' |
Tonumfang Pedal | C-f° |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Tonhöhe | a' = 435 Hz |
Temperatur | Equal temperament |
Disposition
Grand Orgue: Flûte à Cheminée 8', Prestant 4', Flûte 4', Nasard 2 2/3', Doublette 2', Tierce 1 3/5', Fourniture 3 rangs (1'), Cromorne/Trompette 8'.
Écho: Bourdon 8', Flûte à Cheminée 4', Flageolet 2'.
Pédale (C-f°): Bourdon 16', Flûte 8', Trompette 8'.
Koppeln: Accouplement du Écho au Grand Orgue, Tirasse Grand Orgue.
Nebenregister und Spielhilfen: Tremblant Doux.
Literatur |
Historische Orgeln im Elsaß : 1489 - 1869 / P. Meyer-Siat. - München ; Zürich : Verlag Schnell & Steiner, 1983. - (98. Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde). |
Weblinks |
http://decouverte.orgue.free.fr/orgues/bliensch.htm |
|
|
|
|
|