Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Wiesbaden, Deutschland (Hessen) - Katholische Pfarrkirche Sankt Elisabeth (Franziskanerkirche)
Gemeinde: Wiesbaden
Adresse: Zietenring 18, 65195, Wiesbaden
Website: http://bonifatius-wiesbaden.de/kirchorte/sankt-elisabeth/

Beschreibung nr.: 2018384.

Gebaut von: Gebrüder Späth (1962)

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1936 Gebrüder Späth69 Neubau
1962 Gebrüder Späth  Neubau
1990 Gebrüder Späth  Umbau

De Sankt-Elisabethkirche in Wiesbaden is in 1936 gewijd. De kerk behoort tot het in 1927 gebouwd Franciscanenklooster. De firma Gebr. Späth bouwde in 1936 een groot orgel met 53 stemmen, verdeeld over vier manualen en pedaal, voor de kerk. In 1944 werd het orgel verwoest door een bombardement. Alleen de speeltafel overleefde de orgel ongeschonden. Na de oorlog werd de kerk herbouwd. De firma Späth bouwde in enkele fasen het orgel weer op, gebruikmakend van de oude speeltafel. In 1962 was het orgel voltooid. Het had nu 43 stemmen. In 1990 werd het kerkinterieur gereviseerd. De firma Späth verplaatste het orgel van de westwand naar de kerkvloer aan de koorzijde. Het orgel werd tevens uitgebreid tot 53 stemmen. Het Positiv werd op wielen geplaatst en voorzien van een eigen klaviatuur. Het kan van het hoofdorgel worden weggerold, zodat het als klein koororgel te gebruiken is.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk15
- Positiv6
- Schwellwerk13
- Oberwerk10
- Pedal11
Gesamtzahl der Stimmen55
TastentrakturElectropneumatic
RegistertrakturElectropneumatic
Windlade(n)Slider chest, Cone chest

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Bourdon 16', Prinzipal 8' - 1990, Gamba 8' - 1990, Gedackt 8', Großnasat 5 1/3' - 1990, Oktave 4', Rohrflöte 4', Quint 2 2/3' - 1990, Oktave 2', Cornett 5 fach (8') - 1990, Mixtur 5 fach (2'), Fagot 16' - 1990, Hell Trompete 8' - 1990, Spanische Trompete 8', Clarine 4' - 1990.
Positiv (C-g'''): Holzgedeckt 8' - 1990, Blockflöte 4' - 1990, Prinzipal 2' - 1990, Nasat 1 1/3', Kleinmixtur 3 fach (1') - 1990, Vox Humana 8' - 1990.
Schwellwerk (C-g'''): Prinzipal 8', Konzertflöte 8', Salicional 8', Vox Cölestis 8' - 1990, Prinzipal 4', Flöte 4', Nasard 2 2/3', Italienische Prinzipal 2' - 1990; uit Forniture, Terz 1 3/5', Forniture 5 fach (2') - 1990, Fagott 16', Trompete 8', Clarine 4', Tremulant.
Oberwerk (C-g'''): Rohrgedeckt 8', Gemshorn 8', Prinzipal 4' - 1990, Gedacktflöte 4', Salizet 4' - 1990, Schwiegel 2', Sesquialter 2 fach (2 2/3') - 1990, Scharff 4 fach (1'), Hautbois 8' - 1990, Schalmey 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Prinzipalbass 16', Subbass 16', Quintbass 10 2/3' - 1990, Oktavbass 8', Bassflöte 8', Choralbass 4', Rohrpommer 4', Hintersatz 4 fach (2 2/3') - 1990, Posaune 16', Basstrompete 8', Clairon 4'.
Koppeln: Hauptwerk - Positiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Oberwerk, Positiv - Schwellwerk, Positiv - Oberwerk, Schwellwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Oberwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 freie Kombinationen, 1 freie Pedalkombination, Tutti, Pleno, Registercrescendo-Walze, Zungen Ab, Zungen Ab (Einzelabsteller), Manual 16' Ab, Cornett Ab, Mixtur Ab, Scharff Ab, Terz Ab.

Literatur Orgeln in Wiesbaden / Markus Frank Hollingshaus, Carsten Lenz. - Wiesbaden : Lenz-Musik, 2003.