Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Großdalzig, Deutschland (Sachsen) - Erlöserkirche
Gemeinde: Zwenkau
Website: http://www.ev-kirche-zwenkau.de/
Beschreibung nr.: 2018312.
Gebaut von: Carl Gottlob Häcker (1805)
In 1805 bouwde Carl Gottlob Häcker een nieuw tweeklaviers orgel voor de Evangelische Kirche, thans Erlöserkirche genoemd, te Großdalzig. Het orgel kreeg een neogotische orgelkas. In 1877 voerde Friedrich Ladegast werkzaamheden aan het orgel uit. Daarbij is de dispositie uitgebreid met een Violon 16' op het pedaal. Na 1877 is het nog verschillende malen verbouwd, als laatste in 1970 door de firma Schmeisser. De vermelde dispositie is uit 1877.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Quintatön 16', Principal 8', Gedackt 8', Viola die Gamba 8', Flöte 8', Gedackt 4', Gemshorn 4', Quinte 3', Octave 2', Flageolet 1', Mixtur 4 fach.
Oberwerk (C-e'''): Gedackt 8', Flauto Traverso 8', Quintatön 8', Principal 4', Flauto 4', Octave 2', Flauto & Cornett 2 fach.
Pedal (C-d'): Violonbaß 16' - 1877, Subbaß 16', Principalbaß 8', Quintbaß 6', Posaunenbaß 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Schwebung, Calcantenzug, 3 Sperrventile.
Großdalzig, Deutschland (Sachsen) - Erlöserkirche
Gemeinde: Zwenkau
Website: http://www.ev-kirche-zwenkau.de/
Beschreibung nr.: 2018312.
Gebaut von: Carl Gottlob Häcker (1805)
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1805 | Carl Gottlob Häcker | Neubau | 1877 | Ladegast & Sohn | Restaurierung und Vergrößerung | 1970 | Reinhard Schmeisser | Umbau |
In 1805 bouwde Carl Gottlob Häcker een nieuw tweeklaviers orgel voor de Evangelische Kirche, thans Erlöserkirche genoemd, te Großdalzig. Het orgel kreeg een neogotische orgelkas. In 1877 voerde Friedrich Ladegast werkzaamheden aan het orgel uit. Daarbij is de dispositie uitgebreid met een Violon 16' op het pedaal. Na 1877 is het nog verschillende malen verbouwd, als laatste in 1970 door de firma Schmeisser. De vermelde dispositie is uit 1877.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 11 |
| - Oberwerk | 7 |
| - Pedal | 5 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 23 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Quintatön 16', Principal 8', Gedackt 8', Viola die Gamba 8', Flöte 8', Gedackt 4', Gemshorn 4', Quinte 3', Octave 2', Flageolet 1', Mixtur 4 fach.
Oberwerk (C-e'''): Gedackt 8', Flauto Traverso 8', Quintatön 8', Principal 4', Flauto 4', Octave 2', Flauto & Cornett 2 fach.
Pedal (C-d'): Violonbaß 16' - 1877, Subbaß 16', Principalbaß 8', Quintbaß 6', Posaunenbaß 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Schwebung, Calcantenzug, 3 Sperrventile.
| Literatur |
Im Wandel der Zeit : Die Ladegasts und ihre Orgel / Alexander Koschel. - Weißenfels : Orgelfachverlag Fagott, 2004. |