Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Taltitz, Deutschland (Sachsen) - Dorfkirche
Region:Vogtland
Beschreibung nr.: 2015428.
Gebaut von: Christoph Opitz (1876)
Christoph Opitz leverde in 1876 een tweeklaviers orgel aan de dorpskerk te Taltitz. Het is gebouwd met mechanische tractuur en kegelladen. Adviseur bij de bouw was Friedrich Moritz Gast uit Plauen. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd. Deze zijn in 1919 door Alfred Schmeisser vervangen door zinken exemplaren. In 1953 restaureerde Reinhard Schmeisser het orgel. Op het Oberwerk verving hij de Flöte 8' door een Larigot 1 1/3' en op het Pedal de Principal 8' door een Weitpfeife 4'. Het orgel is in 1984 wederom gerestaureerd, ditmaal door Georg Wünning. Hierbij is de dispositie van het Oberwerk volledig vernieuwd en werd het pedaal voorzien van een Offenbaß en een Choralbaß.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Gedackt 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Cornett 3 fach, Mixtur 4 fach.
Oberwerk (C-e'''): Gedackt 8' - 1984, Rohrflöte 4' - 1984, Schwiegel 2' - 1984.
Pedal (C-c'): Subbaß 16', Offenbaß 8' - 1984, Choralbaß 4' - 1984.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcantenklingen.
Taltitz, Deutschland (Sachsen) - Dorfkirche
Region:Vogtland
Beschreibung nr.: 2015428.
Gebaut von: Christoph Opitz (1876)
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1876 | Christoph Opitz | Neubau | 1919 | Alfred Schmeisser | Verschiedene Tätigkeiten | 1953 | Reinhard Schmeisser | Änders der Disposition | 1984 | Georg Wünning | Änders der Disposition |
Christoph Opitz leverde in 1876 een tweeklaviers orgel aan de dorpskerk te Taltitz. Het is gebouwd met mechanische tractuur en kegelladen. Adviseur bij de bouw was Friedrich Moritz Gast uit Plauen. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd. Deze zijn in 1919 door Alfred Schmeisser vervangen door zinken exemplaren. In 1953 restaureerde Reinhard Schmeisser het orgel. Op het Oberwerk verving hij de Flöte 8' door een Larigot 1 1/3' en op het Pedal de Principal 8' door een Weitpfeife 4'. Het orgel is in 1984 wederom gerestaureerd, ditmaal door Georg Wünning. Hierbij is de dispositie van het Oberwerk volledig vernieuwd en werd het pedaal voorzien van een Offenbaß en een Choralbaß.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 10 |
- Oberwerk | 3 |
- Pedal | 3 |
Gesamtzahl der Stimmen | 16 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Gedackt 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Cornett 3 fach, Mixtur 4 fach.
Oberwerk (C-e'''): Gedackt 8' - 1984, Rohrflöte 4' - 1984, Schwiegel 2' - 1984.
Pedal (C-c'): Subbaß 16', Offenbaß 8' - 1984, Choralbaß 4' - 1984.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcantenklingen.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
|
Literatur |
Orgeln im Sächsischen Vogtland : Eine Dokumentation zu einer eindrucksvollen Orgellandschaft / Albin Buchholz. - Lichtenstein/Sa. : Sächsische Orgelakademie e.V., 2005. - (Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde ; 212). |