Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Geilsdorf (Vogtland), Deutschland (Sachsen) - Dorfkirche
Gemeinde: Weischlitz
Region:Vogtland
Beschreibung nr.: 2014856.
Gebaut von: Christian Friedrich Polster (1834) - Opus 1
Christian Friedrich Polster bouwde zijn eerste orgel voor de dorpskerk te Geilsdorf in de jaren 1832-1834. Hij kreeg de opdracht vanwege de bouw van een nieuwe grotere kerk. Het oude orgel werd verkocht naar Reuth. Op 30 november 1834 werden kerk en orgel in gebruik genomen. Het orgel was echter nog niet voltooid. Johann Friedrich Fincke, cantor-organist te Plauen en Johann Gottlob Mende, orgelmaker te Leipzig, hielden toezicht. In mei 1835 werd het orgel door Fincke goedgekeurd. Het orgel is in de loop van de tijd verschillende keren gewijzigd. In 1903 werkte Emil Müller aan het instrument. Hij verving de Trompete 8' van het Hauptwerk door een Hohlflöte 8' en de Posaune van het Pedal door een Subbaß. De frontpijpen moesten in 1917 worden ingeleverd. Pas in 1929 werden ze vervangen door zinken exemplaren. Deze werkzaamheden werden uitgevoerd door Friedrich Otto Poppe. Deze wijzigde tevens de Cornett van 4 fach in 3 fach en plaatste een Aeoline 8' op het Oberwerk op een nieuwe mechanische kantsleep. In 1935 kreeg het orgel een windmotor. In de jaren 1947/1948 is het instrument door Jehmlich gereviseerd. Een restauratie werd in 1988 uitgevoerd door Arwed Rietzsch. Het orgel is daarbij in de bestaande toestand behouden. Evenwel werd de Aeoline 8' uit 1929 afgesneden tot een Superquinte 1 1/2'. Adviseur bij de restauratie was Bruno Heroldt.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Hohlflöte 8' - 1903, Gedackt 8', Octave 4', Flöte 4', Quinte 3', Superoctave 2', Cornett 3 fach - 1834/1929, Mixtur 3 fach.
Oberwerk (C-f'''): Bordun 8', Salicional 8', Quintatön 8', Flauto Traverso 8', Principal 4', Gemshorn 4', Flageolet 2', Superquinte 1 1/2' - 1988.
Pedal (C-d'): Violonbaß 16', Subbaß 16' - 1903, Principalbaß 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk - schuifkoppel, Pedal - Hauptwerk.
Geilsdorf (Vogtland), Deutschland (Sachsen) - Dorfkirche
Gemeinde: Weischlitz
Region:Vogtland
Beschreibung nr.: 2014856.
Gebaut von: Christian Friedrich Polster (1834) - Opus 1
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1834 | Christian Friedrich Polster | 1 | Neubau | 1903 | Emil Müller | Änders der Disposition | 1929 | Otto Poppe | Verschiedene Tätigkeiten | 1948 | Jehmlich Orgelbau | Restaurierung | 1988 | Arwed Rietzsch | Restaurierung |
Christian Friedrich Polster bouwde zijn eerste orgel voor de dorpskerk te Geilsdorf in de jaren 1832-1834. Hij kreeg de opdracht vanwege de bouw van een nieuwe grotere kerk. Het oude orgel werd verkocht naar Reuth. Op 30 november 1834 werden kerk en orgel in gebruik genomen. Het orgel was echter nog niet voltooid. Johann Friedrich Fincke, cantor-organist te Plauen en Johann Gottlob Mende, orgelmaker te Leipzig, hielden toezicht. In mei 1835 werd het orgel door Fincke goedgekeurd. Het orgel is in de loop van de tijd verschillende keren gewijzigd. In 1903 werkte Emil Müller aan het instrument. Hij verving de Trompete 8' van het Hauptwerk door een Hohlflöte 8' en de Posaune van het Pedal door een Subbaß. De frontpijpen moesten in 1917 worden ingeleverd. Pas in 1929 werden ze vervangen door zinken exemplaren. Deze werkzaamheden werden uitgevoerd door Friedrich Otto Poppe. Deze wijzigde tevens de Cornett van 4 fach in 3 fach en plaatste een Aeoline 8' op het Oberwerk op een nieuwe mechanische kantsleep. In 1935 kreeg het orgel een windmotor. In de jaren 1947/1948 is het instrument door Jehmlich gereviseerd. Een restauratie werd in 1988 uitgevoerd door Arwed Rietzsch. Het orgel is daarbij in de bestaande toestand behouden. Evenwel werd de Aeoline 8' uit 1929 afgesneden tot een Superquinte 1 1/2'. Adviseur bij de restauratie was Bruno Heroldt.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 11 |
| - Oberwerk | 8 |
| - Pedal | 3 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 22 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Hohlflöte 8' - 1903, Gedackt 8', Octave 4', Flöte 4', Quinte 3', Superoctave 2', Cornett 3 fach - 1834/1929, Mixtur 3 fach.
Oberwerk (C-f'''): Bordun 8', Salicional 8', Quintatön 8', Flauto Traverso 8', Principal 4', Gemshorn 4', Flageolet 2', Superquinte 1 1/2' - 1988.
Pedal (C-d'): Violonbaß 16', Subbaß 16' - 1903, Principalbaß 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk - schuifkoppel, Pedal - Hauptwerk.
| Literatur |
Orgeln im Sächsischen Vogtland : Eine Dokumentation zu einer eindrucksvollen Orgellandschaft / Albin Buchholz. - Lichtenstein/Sa. : Sächsische Orgelakademie e.V., 2005. - (Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde ; 212). |