Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Berlin - Evangelische Kirche am Hohenzollernplatz (Wilmersdorf)

Berlin, Deutschland (Berlin) - Evangelische Kirche am Hohenzollernplatz (Wilmersdorf)
Gemeinde: Berlin
Adresse: Hohenzollerndamm 202/203, 10717, Berlin-Wilmersdorf
Website: http://www.hohenzollerngemeinde.de/

Beschreibung nr.: 2014465.

Gebaut von: Furtwängler & Hammer (1932)
Destroyed (1943)


  • De kerk aan de Hohenzollernplatz is gebouwd de jaren 1930-1933 naar ontwerp van Fritz Höger. De firma Furtwängler & Hammer kreeg de opdracht voor de bouw van het orgel. Er was nauwelijks plaats voor een fatsoenlijk orgel, zodat het grotendeels uit zicht achter een boog kwam te staan. Het orgel was in het najaar van 1932 gereed. Het orgel klonk echter veel te zwak in de kerk, zodat besloten werd het uit te breiden met een vierde manuaal en een rugpositief.
  • Het bleef echter niet voldoen, en al in 1939 werden er plannen gemaakt het te vervangen door een nieuw orgel van Sauer, dat op de onderste galerij zou worden geplaatst. Het is niet meer zover gekomen: op 22 november 1943 stortte het kerkgebouw grotendeels in door bombardementen. Het orgel is geheel verloren gegaan.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk13
- Rückpositiv8
- Oberwerk16
- Brustwerk11
- Pedal14 (9)
Gesamtzahl der Stimmen62 (57)
TastentrakturElectrical
RegistertrakturElectrical
Windlade(n)Taschenladen

Disposition
Hauptwerk (C-a'''): Großprinzipal 16', Prinzipal 8', Holzflöte 8', Dolkan 8', Viola di gamba 8', Hornaliquot 5 1/3', Oktave 4', Russisch Horn 4', Quinte 2 2/3' - uit Kornett, Superoktave 2', Kornett 3-4 fach, Mixtur 4-6 fach, Trompete 8'.
Rückpositiv (C-a'''): Prinzipal 8', Singend Gedackt 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Superoktave 2', Tertian 2 fach, Mixtur 4 fach, Regal 8'.
Oberwerk (C-a'''): Lieblich Gedackt 16', Hornprinzipal 8', Violflöte 8', Rohrflöte 8', Aeoline 8', Vox Coelestis 8', Geigen Prinzipal 4', Nachthorn 4', Nasat 2 2/3', Gemshorn 2', Terzflöte 1 3/5', Progressio 2-4 fach, Septimen-Zimbel 4 fach, Dulcian 16', Horn 8', Regal 4', Tremulant.
Brustwerk (C-a'''): Großgedackt 8', Quintadena 8', Salicional 8', Prinzipal 4', Spitzflöte 4', Blockflöte 2', Gemshornquinte 1 1/3', Sifflöte 1', Scharff 3-4 fach, Rankett 16', Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Untersatz 32' - vanaf c transmissie van Subbaß, Prinzipal 16', Subbaß 16', Lieblich Gedackt 16' - transmissie, Prinzipalbaß 8', Rohrflöte 8' - transmissie, Violone 8', Oktave 4', Oktave 2', Rauschpfeife 3 fach, Posaune 16', Dulzian 16' - transmissie, Trompete 8', Regal 4' - transmissie.
Koppeln: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Brustwerk, Oberwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Oberwerk, Pedal - Brustwerk, Superoktavkoppel Hauptwerk - Oberwerk, Superoktavkoppel Hauptwerk - Brustwerk, Superoktavkoppel Pedal - Oberwerk, Superoktavkoppel Oberwerk, Suboktavkoppel Hauptwerk - Oberwerk, Suboktavkoppel Hauptwerk - Brustwerk, Suboktavkoppel Pedal - Oberwerk, Suboktavkoppel Oberwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 4 freie Kombinationen, Tutti, Zungen ab, Walze, Pedalwalze.

Literatur 500 Jahre Orgeln in Berliner Evangelischen Kirchen / Berthold Schwarz, Uwe Pape. - Berlin : Pape Verlag, 1991.