Description complète d'orgue sélectionné
Uetersen, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Erlöserkirche (Kirch am Kloster)
Adresse: Ossenpadd 62, 25436, Uetersen
Description no.: 2013439.
Bâti par: firma Rudolf von Beckerath (1978)
L'orgue comprend le parent le matériel: de 1749 de Johann Diedrich Busch
In de kerk van Uetersen bouwde Johann Diedrich Busch in 1749 een nieuw orgel. Hij gebruikte hierbij pijpwerk uit het voorgaande instrument. In 1869 is het geheel omgebouwd door Jürgen Marcussen. Het orgel speelde bijzonder zwaar. Om dit te verhelpen hing Karl Schwenger in 1930 loden gewichtjes aan de toetsen. Eberhard Tolle voerde in 1957 een revisie uit, waarbij het orgel grondig werd herbouwd. Het resultaat van al deze werkzaamheden was niet meer bevredigend, zodat men de firma Von Beckerath in 1978 een nieuw binnenwerk liet bouwen, gebruikmakend van het nog aanwezige pijpwerk van Busch.
Données techniques
Composition
Hauptwerk: Gedackt 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 4-6 fach, Cimbel 2 fach, Trompete 8', Vox Humana 8'.
Brustwerk: Gedackt 8', Quintadena 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Spitzflöte 2', Sifflöte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharf 5 fach, Dulzian 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Quinte 5 1/3', Oktave 4', Nachthorn 2', Hintersatz 4 fach, Posaune 16', Trompete 8'.
Autres: Cymbelstern.
Accouplements: Hauptwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Brustwerk.
Jouer conseils: 4 Setzerkombinationen, Tutti.
Uetersen, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Erlöserkirche (Kirch am Kloster)
Adresse: Ossenpadd 62, 25436, Uetersen
Description no.: 2013439.
Bâti par: firma Rudolf von Beckerath (1978)
L'orgue comprend le parent le matériel: de 1749 de Johann Diedrich Busch
In de kerk van Uetersen bouwde Johann Diedrich Busch in 1749 een nieuw orgel. Hij gebruikte hierbij pijpwerk uit het voorgaande instrument. In 1869 is het geheel omgebouwd door Jürgen Marcussen. Het orgel speelde bijzonder zwaar. Om dit te verhelpen hing Karl Schwenger in 1930 loden gewichtjes aan de toetsen. Eberhard Tolle voerde in 1957 een revisie uit, waarbij het orgel grondig werd herbouwd. Het resultaat van al deze werkzaamheden was niet meer bevredigend, zodat men de firma Von Beckerath in 1978 een nieuw binnenwerk liet bouwen, gebruikmakend van het nog aanwezige pijpwerk van Busch.
Données techniques
Nombre de registres par manuel | |
- Hauptwerk | 12 |
- Brustwerk | 10 |
- Pedal | 9 |
Nombre de jeux total | 31 |
Transmission des clés | Mechanical |
Transmission des jeux | Electrical |
Sommier(s) | Slider chests |
Composition
Hauptwerk: Gedackt 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 4-6 fach, Cimbel 2 fach, Trompete 8', Vox Humana 8'.
Brustwerk: Gedackt 8', Quintadena 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Spitzflöte 2', Sifflöte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharf 5 fach, Dulzian 8', Tremulant.
Pedal: Subbaß 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Quinte 5 1/3', Oktave 4', Nachthorn 2', Hintersatz 4 fach, Posaune 16', Trompete 8'.
Autres: Cymbelstern.
Accouplements: Hauptwerk - Brustwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Brustwerk.
Jouer conseils: 4 Setzerkombinationen, Tutti.
Références |
|