Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Schleswig, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Schloßkapelle Schloß Gottorf
Gemeinde: Schleswig
Adresse: Schloß Gottorf 1, 24837, Gråsten

Beschreibung nr.: 2013434.

Gebaut von: Jürgen Marcussen (1860)
Die Orgel enthält älteren Material: aus 1567 von Johann von Groningen
Interior removed (2002)

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1567 Johann von Groningen  Neubau
1591 Gottschalk Burchert  Übersetzung
1625 Gottschalk Burchert  Vergrößerung
1705 Hinrich Wiese  Restaurierung
1860 Jürgen Marcussen  Neubau im alten Gehäuse

Voor de kapel van Schloß Gottorf bouwde Johann van Groningen in 1567 een nieuw orgel. Het is in 1591 door Gottschalk Burchert overgeplaatst naar de huidige kapel, die in 1590 was voltooid. Burchert voegde in 1625 een rugpositief toe aan het orgel. In 1705 werd orgel gerenoveerd door Hinrich Wiese. Het had daarna 22 stemmen, verdeeld over twee manualen, met aangehangen pedaal. In 1860 bouwde Marcussen een nieuw orgel in de kapel. De oude hoofdwerkkas plaatste hij als rugpositief. Er zijn twee registertrekkers met het opschrift 'vacant'. Waarschijnlijk zijn deze bedoeld geweest voor twee tongwerken. In 2002/2003 bouwde Mads Kjersgaard een reconstructie van het oorspronkelijke binnenwerk in de oude kassen. Wat er met het Marcussen-orgel is gebeurd is niet bekend. Mogelijk is het afgebroken.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk6
- Rückpositiv4
- Pedal3
Gesamtzahl der Stimmen13
TastentrakturMechanical
RegistertrakturMechanical
Windlade(n)Slider chests

Disposition
Hauptwerk (C-f'''): Spitzflöte 8', Oktav 4', Flöte 4', Gedacktquinte 2 2/3', Oktav 2', Mixtur 3-4 fach.
Rückpositiv (C-f'''): Lieblich Gedackt 8', Prinzipal 4', Quinta 1 1/3', Cymbeloktav 1/2'.
Pedal (C-c'): Untersatz 16', Oktave 8', Quintade 4'.
Koppeln: Pedalkoppel.

Literatur Denkmalorgeln zwischen Nord- und Ostsee / Günter Seggermann, Wolfgang Weidenbach. - Kassel : Merseburger Verlag, 1992. - (Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde ; 127).