Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Hohenmölsen, Deutschland (Sachsen-Anhalt) - Evangelische Stadtkirche Sankt Peter
Gemeinde: Hohenmölsen
Adresse: Altmarkt, 006679, Hohenmölsen
Beschreibung nr.: 2013340.
Gebaut von: Ladegast & Sohn (1852) - Opus 8
Friedrich Ladegast bouwde in 1850-1852 een orgel met 24 stemmen voor de Stadtkirche in Hohenmölsen. Het orgel is vrijwel geheel in de originele staat bewaard gebleven. Op 20 september 1852 werd het orgel gekeurd door David Hermann Engel, organist van de Domkirche te Merseburg. Het orgel had in 1875 te lijden door regenwater, dat binnenkwam tijdens de bouw van de toren van de kerk. Ladegast voerde in 1876 een restauratie uit. In 1917 zijn de frontpijpen gevorderd. Vijf jaar later, in 1922, plaatste Wilhelm Rühlmann nieuwe exemplaren, gemaakt van zink. Rühlmann plaatste in 1939 een electrische windmotor. In 1952 was een ingrijpende reparatie nodig. Deze werd uitgevoerd door de firma Jehmlich. Zij vervingen de oude balgen door een nieuwe en wijzigden de winddruk. Er werden ruim honderd pijpen vernieuwd. In 1987 bleek het kerkgebouw zich in zo een slechte staat te bevinden dat het op last van de politie gesloten werd. Het orgel is in 1990 gedemonteerd en opgeslagen. Na restauratie van de kerk is het geheel gerestaureerd door Kristian Wegscheider en op 25 oktober 1998 kon het weer in gebruik worden genomen.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Doppelflöte 8', Principal 4', Spitzflöte 4', Quinte 3', Octave 2', Mixtur 4 fach (2').
Oberwerk (C-f'''): Gambe 8', Traversflöte 8', Lieblich Gedackt 8', Geigenprincipal 8', Flöte Amabile 4', Salicional 4', Waldflöte 4', Progressio Harmonica 1-3 fach (1 1/3'), Aeoline 16' - tongwerk.
Pedal (C-d'): Subbaß 16', Violon 16', Principalbaß 8', Violoncello 8', Octavbaß 4', Posaune 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcant.
Hohenmölsen, Deutschland (Sachsen-Anhalt) - Evangelische Stadtkirche Sankt Peter
Gemeinde: Hohenmölsen
Adresse: Altmarkt, 006679, Hohenmölsen
Beschreibung nr.: 2013340.
Gebaut von: Ladegast & Sohn (1852) - Opus 8
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1852 | Ladegast & Sohn | 8 | Neubau | 1922 | Wilhelm Rühlmann | Verschiedene Tätigkeiten | 1939 | Wilhelm Rühlmann | Verschiedene Tätigkeiten | 1952 | Jehmlich Orgelbau | Umbau | 1998 | Kristian Wegscheider | Restaurierung |
Friedrich Ladegast bouwde in 1850-1852 een orgel met 24 stemmen voor de Stadtkirche in Hohenmölsen. Het orgel is vrijwel geheel in de originele staat bewaard gebleven. Op 20 september 1852 werd het orgel gekeurd door David Hermann Engel, organist van de Domkirche te Merseburg. Het orgel had in 1875 te lijden door regenwater, dat binnenkwam tijdens de bouw van de toren van de kerk. Ladegast voerde in 1876 een restauratie uit. In 1917 zijn de frontpijpen gevorderd. Vijf jaar later, in 1922, plaatste Wilhelm Rühlmann nieuwe exemplaren, gemaakt van zink. Rühlmann plaatste in 1939 een electrische windmotor. In 1952 was een ingrijpende reparatie nodig. Deze werd uitgevoerd door de firma Jehmlich. Zij vervingen de oude balgen door een nieuwe en wijzigden de winddruk. Er werden ruim honderd pijpen vernieuwd. In 1987 bleek het kerkgebouw zich in zo een slechte staat te bevinden dat het op last van de politie gesloten werd. Het orgel is in 1990 gedemonteerd en opgeslagen. Na restauratie van de kerk is het geheel gerestaureerd door Kristian Wegscheider en op 25 oktober 1998 kon het weer in gebruik worden genomen.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 9 |
- Oberwerk | 9 |
- Pedal | 6 |
Gesamtzahl der Stimmen | 24 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Tonhöhe | a' = 440 Hz |
Temperatur | Equal temperament |
Winddruck | 70 mm |
Disposition
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Doppelflöte 8', Principal 4', Spitzflöte 4', Quinte 3', Octave 2', Mixtur 4 fach (2').
Oberwerk (C-f'''): Gambe 8', Traversflöte 8', Lieblich Gedackt 8', Geigenprincipal 8', Flöte Amabile 4', Salicional 4', Waldflöte 4', Progressio Harmonica 1-3 fach (1 1/3'), Aeoline 16' - tongwerk.
Pedal (C-d'): Subbaß 16', Violon 16', Principalbaß 8', Violoncello 8', Octavbaß 4', Posaune 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcant.
Gemischte Stimme | Zusammensetzung |
Mixtur 4 fach (Hauptwerk) | C: 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3'. c°: 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1'. c': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. c'': 5 1/3' - 4' - 2 2/3' - 2'. |
Progressio Harmonica 1-3 fach (Oberwerk) | C: 1 1/3'. c°: 2' - 1 1/3'. c': 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. gis'': 4' - 2 2/3' - 2'. |
Literatur |
|
Aufnahmen |
|
Weblinks |
https://www.ann-helena.de/orgelinfo/ladegast-orgel-hohenmoelsen/ |