Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Roisdorf, Deutschland (Nordrhein-Westfalen) - Sankt Sebastiankirche
Gemeinde: Bornheim
Beschreibung nr.: 2012005.
Gebaut von: Klais Orgelbau (1942) - Opus 971
In 1942 voltooide de firma Klais een drieklaviers orgel voor de parochiekerk van Roisdorf. Het instrument is in 1974 omgebouwd. De dispositie werd hierbij gewijzigd en het Schwellwerk is als koororgel voor in de kerk geplaatst. Het is echter wel gekoppeld aan het hoofdorgel en kan vanaf het derde manuaal bespeeld worden.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Bordun 16', Prinzipal 8', Holzflöte 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Rauschpfeife 2-3 fach, Trompete 8'.
Brustwerk (C-g'''): Gemshorn 8', Lieblich Gedackt 8', Prinzipal 4', Blockflöte 4', Schwegel 2', Sesquialter 2 fach, Mixtur 3-4 fach.
Chororgel (in zwelkast) (C-g'''): Gedacktpommer 8', Salicional 8', Querflöte 4', Waldflöte 2', Terzian 2-3 fach, Krummhorn 8'.
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Zartbaß 16' - transmissie, Prinzipalbaß 8', Gedacktbaß 8' - unit, Choralbaß 4' - unit, Flachflöte 2' - unit, Posaune 16' - transmissie.
Koppeln: Hauptwerk - Brustwerk, Hauptwerk - Brustwerk Suboktav, Hauptwerk - Chororgel, Brustwerk - Chororgel, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Brustwerk, Pedal - Chororgel.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 freie Kombinationen, Tutti, Registerwalze, Absteller für Zungen und Bordun 16'.
Übrige Quellen
Roisdorf, Deutschland (Nordrhein-Westfalen) - Sankt Sebastiankirche
Gemeinde: Bornheim
Beschreibung nr.: 2012005.
Gebaut von: Klais Orgelbau (1942) - Opus 971
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1942 | Klais Orgelbau | 971 | Neubau | 1974 | Klais Orgelbau | Umbau |
In 1942 voltooide de firma Klais een drieklaviers orgel voor de parochiekerk van Roisdorf. Het instrument is in 1974 omgebouwd. De dispositie werd hierbij gewijzigd en het Schwellwerk is als koororgel voor in de kerk geplaatst. Het is echter wel gekoppeld aan het hoofdorgel en kan vanaf het derde manuaal bespeeld worden.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 7 |
| - Brustwerk | 7 |
| - Chororgel | 6 |
| - Pedal | 7 (2) |
| Gesamtzahl der Stimmen | 27 (22) |
| Tastentraktur | Electropneumatic |
| Registertraktur | Electropneumatic |
| Windlade(n) | Cone chests |
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Bordun 16', Prinzipal 8', Holzflöte 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Rauschpfeife 2-3 fach, Trompete 8'.
Brustwerk (C-g'''): Gemshorn 8', Lieblich Gedackt 8', Prinzipal 4', Blockflöte 4', Schwegel 2', Sesquialter 2 fach, Mixtur 3-4 fach.
Chororgel (in zwelkast) (C-g'''): Gedacktpommer 8', Salicional 8', Querflöte 4', Waldflöte 2', Terzian 2-3 fach, Krummhorn 8'.
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Zartbaß 16' - transmissie, Prinzipalbaß 8', Gedacktbaß 8' - unit, Choralbaß 4' - unit, Flachflöte 2' - unit, Posaune 16' - transmissie.
Koppeln: Hauptwerk - Brustwerk, Hauptwerk - Brustwerk Suboktav, Hauptwerk - Chororgel, Brustwerk - Chororgel, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Brustwerk, Pedal - Chororgel.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 freie Kombinationen, Tutti, Registerwalze, Absteller für Zungen und Bordun 16'.
| Literatur |
Die Geschichte der Orgel in Bonn und im Rhein-Sieg-Kreis / Peter Jurgilewitsch, Wolfgang Pütz-Liebenow. - Bonn : Bouvier Verlag, 1990. |
- Jörg R. Becker