Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Quelle: firma Walcker & Cie.

Quelle: firma Walcker & Cie.

Hamburg, Deutschland (Hamburg) - Christus-Kirche (Wandsbek)
Gemeinde: Hamburg
Adresse: Wandsbek-Markt, 22041, Hamburg-Wandsbek
Website: http://www.christuskirche-wandsbek.de/

Beschreibung nr.: 2009816.

Gebaut von: E.F. Walcker & Cie. (1967) - Opus 4955
Demolished (2007)


  • De Christus-Kirche in Wandsbek is de oude Evangelische Kirche in de plaats. De kerk werd in de nacht van 31 juli op 1 augustus 1898 door een grote brand grotendeels verwoest. Hierbij ging een orgel verloren dat pas in 1895 was geplaatst. Deze oude kerk was gebouwd in classistische stijl. Er is na de brand een nieuwe kerk gebouw in neogotische stijl. Deze kerk overleefde de Tweede Wereldoorlog, maar wel met schade.
  • In de kerk staat sinds 1967 een orgel van de firma Walcker. Dit orgel werd gebouwd met twee positieven in de balustrade. In 2007 is het orgel afgebroken op het hoofdwerkfront na. Achter dit front bouwde Hans Ulrich Erblöh een nieuw orgel.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk11
- Rückpositiv9
- Schwellwerk16 (15)
- Pedal15 (14)
Gesamtzahl der Stimmen51 (49)
TastentrakturMechanical
RegistertrakturMechanisch-Electrisch
Windlade(n)Slider chests

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Pommer 16', Prinzipal 8', Gemshorn 8', Oktave 4', Koppelflöte 4', Nasat 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 6 fach (1 1/3'), Scharff 3 fach (1'), Fagott 16', Trompete 8', Tremulant.
Rückpositiv (C-g'''): Holzgedeckt 8', Quintadena 8', Praestant 4', Nachthorn 4', Singend Oktav 2', Terzflöte 1 3/5', Quinte 1 1/3', Zimbel 4 fach (1/2'), Knopfregal 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''): Bordun 16', Holzprinzipal 8', Rohrflöte 8', Spitzgambe 8', Engprinzipal 4', Blockflöte 4', Waldflöte 2', Septime 1 1/7', Schwegel 1', Sesquialtera 2 fach, Oberton 3 fach (8/9'), Kornett 5 fach - samengesteld groepsregister, Mixtur 5 fach (2'), Dulzian 16', Oboe 8', Rohrschalmey 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16', Subbaß 16', Abschwächung 16' - uit Subbaß, Gedecktquinte 10 2/3', Oktavbaß 8', Baßflöte 8', Quinte 5 1/3', Choralbaß 4', Hohlflöte 4', Portunal 2', Hintersatz 5 fach (4'), Sordun 32', Posaune 16', Trompete 8', Clairon 4'.
Koppeln: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 4 freie Kombinationen, 2 freie Pedal-Kombinationen, Tutti, Zungen ab, Zungeneinzelabsteller, Crescendowalze, Walze ab.

Literatur
  • Orgelbau-Nachrichten. - In: Zeitschrift für Instrumentenbau, 18. Jahrg., No. 33, 21. August 1898.
  • Die Gestaltung des Orgelspieltisches / Werner Walcker-Mayer. - Ludwigsburg : E.F. Walcker & Cie., 1968.
  • Musik und Kirche, 2/1968.
  • Die Orgeln in Hamburg / Günter Seggermann. - München : Christian Verlag, 1997.

Bild: Jaap Huttenga. Datering: 1 mei 2013.
Bild: Jaap Huttenga