Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Quelle: Petrigemeinde Soest
Soest (Westfalen), Deutschland (Nordrhein-Westfalen) - Sankt Petrikirche (Alde Kerke)
Weitergeleitet von: Nürnberg - Sankt Sebaldkirche (1904 - 1977)
Gemeinde: Soest
Region:Westfalen
Adresse: Petrikirchhof 10, 59494, Soest
Website: http://www.petri-pauli.de/
Beschreibung nr.: 2009434.
Gebaut von: G.F. Steinmeyer und Co. (1904)
Demolished (2006)
In 1977 werd het Steinmeyer-orgel van de Sebaldikirche te Nürnberg vervangen door een nieuw instrument van Willy Peter. Het is hierop verkocht aan de Petrikirche te Soest. Het orgel is in eerste aanleg in 1904 gebouwd, maar werd in de jaren dertig omgebouwd en uitgebreid. In Soest kreeg het een nieuwe orgelkas. Het werd geplaatst tegenover de kansel aan de noordzijde van het kerkschip. De windladen van het Kronwerk en Schwellwerk waren sleepladen, het Hauptwerk had een Taschenlade, en het Pedal bezat een sleep- en een Taschenlade. In 2006 is het orgel vervangen door een geheel nieuw instrument. De speeltafel is geplaatst in de torenruimte van de Sankt Paulikirche te Soest.
Kurze Übersicht der Orte, an denen die Orgel gestanden hat
Technische Daten
Disposition
Oberwerk (C-a'''): Quintade 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Dulzflöte 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Prinzipalquinte 2 2/3', Oktave 2', Schwiegel 2', Sesquialter 2 fach, Mixtur 5-6 fach (1 1/3'), Quintzimbel 3 fach (1/2'), Trompete 8'.
Unterwerk (C-a'''): Rohrgedackt 8', Praestant 4', Pommer 4', Rohrnasat 2 2/3', Oktave 2', Blockflöte 1 3/5', Sordun 16', Krummhorn 8', Vox Humana 4', Tremulant.
Rückwerk (C-a'''): Nachthorn 16', Holzflöte 8', Quintade 8', Prinzipal 4', Klein Gedackt 4', Waldflöte 2', Oktave 1', Terz 4/5', Scharff 5 fach (1'), Fagott 16', Helle Trompete 8', Klarine 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Prinzipalbass 16', Subbass 16', Quinte 10 2/3', Oktavbass 8', Gedacktbass 8', Oktavbass 4', Quintade 4', Gemshorn 2', Flöte 1', Mixtur 5 fach (2'), Rauschpfeife 4 fach (5 1/3'), Posaune 16'.
Koppeln: Manual-Koppel I-II, Manual-Koppel I-III, Manual-Koppel II-III, Pedal-Koppel I, Pedal-Koppel II, Pedal-Koppel III.
Nebenregister und Spielhilfen: 3 freie Kombinationen, Handregister Ab, Zungen Ab, Walze Ab.
Quelle: Petrigemeinde Soest
Soest (Westfalen), Deutschland (Nordrhein-Westfalen) - Sankt Petrikirche (Alde Kerke)
Weitergeleitet von: Nürnberg - Sankt Sebaldkirche (1904 - 1977)
Gemeinde: Soest
Region:Westfalen
Adresse: Petrikirchhof 10, 59494, Soest
Website: http://www.petri-pauli.de/
Beschreibung nr.: 2009434.
Gebaut von: G.F. Steinmeyer und Co. (1904)
Demolished (2006)
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1904 | G.F. Steinmeyer und Co. | Neubau | 1977 | Builder unknown | Übersetzung |
In 1977 werd het Steinmeyer-orgel van de Sebaldikirche te Nürnberg vervangen door een nieuw instrument van Willy Peter. Het is hierop verkocht aan de Petrikirche te Soest. Het orgel is in eerste aanleg in 1904 gebouwd, maar werd in de jaren dertig omgebouwd en uitgebreid. In Soest kreeg het een nieuwe orgelkas. Het werd geplaatst tegenover de kansel aan de noordzijde van het kerkschip. De windladen van het Kronwerk en Schwellwerk waren sleepladen, het Hauptwerk had een Taschenlade, en het Pedal bezat een sleep- en een Taschenlade. In 2006 is het orgel vervangen door een geheel nieuw instrument. De speeltafel is geplaatst in de torenruimte van de Sankt Paulikirche te Soest.
Kurze Übersicht der Orte, an denen die Orgel gestanden hat
| 1904 | Nürnberg | Sankt Sebaldkirche |
| 1977 | Soest | Sankt Petrikirche |
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Oberwerk | 13 |
| - Unterwerk | 9 |
| - Rückwerk | 12 |
| - Pedal | 12 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 46 |
| Tastentraktur | Electropneumatic |
| Registertraktur | Electropneumatic |
| Windlade(n) | Slider chest, Taschenlade |
Disposition
Oberwerk (C-a'''): Quintade 16', Prinzipal 8', Gedackt 8', Dulzflöte 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Prinzipalquinte 2 2/3', Oktave 2', Schwiegel 2', Sesquialter 2 fach, Mixtur 5-6 fach (1 1/3'), Quintzimbel 3 fach (1/2'), Trompete 8'.
Unterwerk (C-a'''): Rohrgedackt 8', Praestant 4', Pommer 4', Rohrnasat 2 2/3', Oktave 2', Blockflöte 1 3/5', Sordun 16', Krummhorn 8', Vox Humana 4', Tremulant.
Rückwerk (C-a'''): Nachthorn 16', Holzflöte 8', Quintade 8', Prinzipal 4', Klein Gedackt 4', Waldflöte 2', Oktave 1', Terz 4/5', Scharff 5 fach (1'), Fagott 16', Helle Trompete 8', Klarine 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Prinzipalbass 16', Subbass 16', Quinte 10 2/3', Oktavbass 8', Gedacktbass 8', Oktavbass 4', Quintade 4', Gemshorn 2', Flöte 1', Mixtur 5 fach (2'), Rauschpfeife 4 fach (5 1/3'), Posaune 16'.
Koppeln: Manual-Koppel I-II, Manual-Koppel I-III, Manual-Koppel II-III, Pedal-Koppel I, Pedal-Koppel II, Pedal-Koppel III.
Nebenregister und Spielhilfen: 3 freie Kombinationen, Handregister Ab, Zungen Ab, Walze Ab.
| Literatur |
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |