Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Altwied, Deutschland (Rheinland-Pfalz) - Evangelische Kirche
Gemeinde: Neuwied

Beschreibung nr.: 2004353.

Gebaut von: Oberlinger Orgelbau (1992)
Die Orgel enthält älteren Material: aus 1756 von Johann Wilhelm Schöler

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1756 Johann Wilhelm Schöler  Neubau
1924 Paul Faust  Neubau im alten Gehäuse
1992 Oberlinger Orgelbau  Neubau im alten Gehäuse

Johann Wilhelm Schöler bouwde in 1756 een nieuw orgel voor de kerk in Altwied, geschonken door de Sophia Amalia von Stein, Wied und Runkel, nicht van de juist overleden vorst Friedrich Alexander. Op 27 september 1756 was het instrument voltooid. In 1924 bouwde Paul Faust een nieuw orgel voor de kerk. Het oude front van Schöler bleef behouden en werd voor het nieuwe orgel geplaatst. Het orgel kreeg nu twee manualen en pedaal. Om het te kunnen plaatsen moest de oude orgelkas grotendeels worden gesloopt. In 1970 kon men een tweedehands orgel aanschaffen, afkomstig uit de Marktkirche in Neuwied. Het Faust-orgel werd gedemonteerd. Het historische front en de delen van de oude orgelkas die nog over waren gingen naar de firma Oberlinger. De gemeente in Altwied besloot in 1988 om de firma Oberlinger een nieuw binnenwerk bij de oude Schöler-kas te laten maken. Op dit moment was het echter niet meer bekend wie de bouwer van het orgel was geweest. Dankzij archiefonderzoek van Jürgen Rodeland kwam dit feit in hetzelfde jaar naar boven. Besloten werd toen om het binnenwerk van Schöler deels te reconstrueren, maar ook om het werk uit te breiden met een tweede manuaal. Dit Echowerk werd geplaatst in de gesloten onderkas. Op 12 april 1992 kon het instrument in gebruik worden genomen met een bespeling door Sabine Paganetti. Door Bernd Kämpf uit Neuwied werd 's middags het eerste concert op het nieuwe orgel gegeven.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk10 (9)
- Echowerk7
- Pedal3
Gesamtzahl der Stimmen20 (19)
TastentrakturMechanical
RegistertrakturMechanical
Windlade(n)Slider chests
Tonhöhea' = 440 Hz
TemperaturNeidhardt I
Winddruck67 mm

Disposition
Hauptwerk (C-c'''): Bourdon 8', Quintadena 8', Principal 4', Gemshorn 4', Kleingedackt 4' - gereserveerd, Quinte 3', Octave 2', Terz 1 3/5', Mixtur 3 fach (1'), Trompete 8' (B/D).
Echo (C-c'''): Großgedackt 8', Salicional 4', Flaut Travers 4', Nasard 3', Waldflöte 2', Cimbel 3 fach (1/2'), Vox Humana 8' (B/D), Tremulant.
Pedal (C-d'): Subbaß 16', Principalbaß 8', Posaune 16'.
Koppeln: Hauptwerk - Echo, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Echo.
Nebenregister und Spielhilfen: Echo Forte.

Gemischte StimmeZusammensetzung
Mixtur 3 fach (Hauptwerk) C: 1' - 2/3' - 1/2'. c°: 2' - 1 1/3' - 1'. c': 4' - 2 2/3' - 2'.
Cimbel 3 fach (Echo) C: 1/2' - 1/3' - 1/4'. c°: 1' - 2/3' - 1/2'. c': 2' - 1 1/3' - 1'. c'': 4' - 2 2/3' - 2'.
Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen De oorspronkelijke dispositie luidde volgens het contract uit 1755:
Manual (C-c'''): Quinta Dena 8', Buordon 8', Principal 4', Gems Horn 4', Floete Travair 4', Quinta 3', Octav 2', Mixtur 3 fach (1'), Vox Humana 8', Tremulant.
Pedal (C-f): Subbass 16', Principalbass 8'.
Literatur Ars Organi 1/1993.