Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Thomas Hesse. Datering: 31 May 2013.

Bild: Thomas Hesse

Hamersleben, Deutschland (Sachsen-Anhalt) - Stiftskirche Sankt Pancratius (Augustiner Chorherrenstift)

Beschreibung nr.: 2003318.

Gebaut von: Emil Hammer Orgelbau (1992)
Die Orgel enthält älteren Material: aus 1687 von Builder unknown

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1992 Emil Hammer Orgelbau  Neubau
2001 Emil Hammer Orgelbau  Vergrößerung
2005 Emil Hammer Orgelbau  Vergrößerung
2013 Emil Hammer Orgelbau  Vergrößerung

Op 14 oktober 2001 werd een nieuw orgel in gebruik genomen in de Stiftskirche Sankt-Pancratius te Hamersleben. Het orgel werd gebouwd door de firma Emil Hammer. Het instrument staat opgesteld achter een historisch front uit 1687. In 1992 was het Rückpositiv al geleverd. Dit werd op 4 oktober 1992 in gebruik genomen. 's Morgens was er een dankdienst, waarna er om 16.00 uur een inwijdingsconcert werd gegeven door B. Schneider uit Braunschweig. Hauptwerk en Pedal werden in 2001 geplaatst. Het Unterwerk was nog gereserveerd. In 2005 is ook dit gedeelte opgeleverd. Een viertal registers is tenslotte in 2013 geplaatst. Ook is in dat jaar het rugpositief gereviseerd en werd de intonatie van dit werk herzien.Het eerste concert op het voltooide orgel werd op 2 juni 2013 gegeven door Matthias Mück.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk11
- Rückpositiv8
- Unterwerk12
- Pedal10
Gesamtzahl der Stimmen41
TastentrakturMechanical
RegistertrakturMechanical
Windlade(n)Slider chests
Tonhöhea' = 440 Hz
TemperaturWerckmeister II
Winddruck75 mm (manualen) en 90 mm (pedaal)

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Bordun 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Gambe 8', Octava 4', Blockflöte 4', Quinta 2 2/3', Oktave 2', Kornett 3-5 fach (8'), Mixtur 4 fach (2'), Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Gedackt 8', Praestant 4', Holzflöte 4', Waldflöte 2', Quinta 1 1/3', Cymbel 3 fach (1'), Dulcian 16', Vox Humana 8', Tremulant.
Unterwerk (C-g'''): Hohlflöte 8', Gedackt 8', Salicional 8', Principal 4', Violflöte 4', Nassat 2 2/3', Schwiegel 2', Traversflöte 2', Terzflöte 1 3/5' - 2013, Mixtur 3 fach (2') - 2013, Fagott 16' - 2013, Oboe 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principalbaß 16' - 2013, Subbaß 16', Violon 16', Quintbaß 10 2/3', Oktavbaß 8', Baßflöte 8', Oktavbaß 4', Mixtur 4 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompetenbaß 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Unterwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Unterwerk.

Literatur
  • Die Barockorgel des Augustiner Chorherrenstift Hamersleben / Christian Eickhoff. - Folder uitgegeven t.g.v. de ingebruikname van het rugwerk op 4 oktober 1992.
  • Ars Organi 3/2001.
Übrige Quellen
  • Jörg R. Becker

Bild: Groenling.
Bild: Groenling