Orgel Databank | Beschreibung Orgel

Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel

Quelle: Elisabethkirche Hannover

Hannover, Deutschland (Niedersachsen) - Katholische Pfarrkirche Sankt Elisabeth
Gemeinde: Hannover
Adresse: Gellertstraße 42, 30175, Hannover
Website: http://www.st-elisabeth-hannover.de/
http://www.st-heinrich-hannover.de/

Beschreibung nr.: 2003314.

Gebaut von: Emil Hammer Orgelbau (1982)
Die Orgel enthält älteren Material: aus 1896 von Friedrich Becker, Pipes aus 1907 von Furtwängler & Hammer

Jahr	Orgelbauer	Opus	Aktivität
1896	Friedrich Becker		Neubau
1907	Furtwängler & Hammer		Umbau
1982	Emil Hammer Orgelbau		Neubau im alten Gehäuse

De parochiekerk van Sankt Elisabeth in Hannover is een neoromaans kerkgebouw, ontworpen door Christoph Hell. In 1895 werd het gebouw ingewijd. Opmerkelijk is het fraaie schilderwerk van de hand van Oskar Wichtendahl. In 1896 bouwde Friedrich Becker een orgel voor de kerk met zeventien stemmen (waarvan één gereserveerd), mechanische tractuur en kegelladen. De firma Furtwängler & Hammer kreeg in 1907 de opdracht het orgel te moderniseren en uit te breiden. Zij herbouwden het instrument met pneumatische tractuur, vervingen een aantal registers en breidden de dispositie uit tot 24 stemmen. Bij de bouw bleven enkele plaatsen vacant. Op het zwelwerk was een open plaats voor een Harmonia Aetherea of een doorslaande Clarinette 8'. Op het pedaal was ook een open plaats, waar een Flötenbaß 8', een Posaune 16' of een Harmonicabaß 16' gepland was. De gereserveerde stemmen zijn nooit geplaatst.
In 1981/1982 bouwde Emil Hammer een nieuw orgel in de kas van Becker. Bij de bouw werden 21 registers uit het vorige orgel. Het nieuwe orgel werd in gebruik genomen op 28 februari 1982.

Technische Daten

Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk	10
- Schwellwerk	14
- Pedal	12 (9)
Gesamtzahl der Stimmen	36 (33)
Tastentraktur	Mechanical
Registertraktur	Mechanical
Windlade(n)	Slider chests
Tonhöhe	a' = 440 Hz
Temperatur	Equal temperament
Winddruck	70 mm (Manualen), 80 mm (Pedal)

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Pommer 16' - 1896, Prinzipal 8', Gambe 8' - 1907, Traversflöte 8' - 1896, Oktave 4' - 1896, Flauto Amabile 4' - 1896/1907, Oktave 2', Cornett 5 fach (8') (from f°) - 1896/1907, Mixtur 5 fach (1 1/3'), Trompete 8' - 1907.
Schwellwerk (C-g'''): Bordun 16' - 1896, Geigenprinzipal 8' - 1896, Lieblich Gedackt 8' - 1896, Salicional 8' - 1896, Schwebung 8' (2 fach) (from c°) - 1907, Prinzipal 4', Gedacktflöte 4' - 1896/1907, Viola 4' - 1896/1907, Piccolo 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach (2 2/3'), Mixtur 5-6 fach (2'), Fagott 16', Clarinette 8' - 1907, Tremulant.
Pedal (C-f'): Violon 16' - 1896, Subbass 16' - 1896, Gedacktbass 16' - transmission, Oktavbass 8' - 1896, Spitzviolon 8', Gedacktbass 8' - transmission, Oktave 4' - 1896, Flötbass 4' - 1896/1907, Feldpfeife 2' - 1896/1907, Posaune 16', Trompete 8', Clarinettenbass 8' - transmission.
Koppeln: Koppelmanual, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.

Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen	De dispositie luidde in 1896: I. Manual (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Gamba 8', Octav 4', Harmonieflöte 4', Quinte und Octav 2 2/3' + 2', Mixtur 2-3 fach, Trompete 8'. II. Manual (C-f'''): Geigenprincipal 8', Gedeckt 8', Salicional 8', Concertflöte 4'. Pedal (C-d'): Violonbaß 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Posaune 16' (vacant). Koppelingen: Manualkoppel, Pedal - I. Manual. Speelhulpen: Volles Werk, Calcant. De dispositie luidde in 1907: Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Offenflöte 8', Gamba 8', Dolce 8', Octave 4', Gedecktflöte 4', Mixtur 2-4 fach, Trompete 8'. Schwellwerk (C-f'''): Lieblich Gedeckt 16', Geigen-Principal 8', Harmonieflöte 8', Quintatön 8', Salicional 8', Aeoline 8', Vox Coelestis 8', Gemshorn 4', Concertflöte 4', Labial-Oboe 8'. Pedal (C-d'): Subbaß 16', Gedecktbaß 16', Violonbaß 16', Principalbaß 8', Cello 8'. Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Schwellwerk 16', Hauptwerk - Schwellwerk 4', Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Schwellwerk 16', Schwellwerk 4'. Speelhulpen: Kalkant, Rohrwerkabsteller, Festkombinationen: Tutti, Forte, Piano, Registerschweller.

Übrige dispositiondaten

Mehrere dispositionen

De dispositie luidde in 1896:
I. Manual (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Hohlflöte 8', Gamba 8', Octav 4', Harmonieflöte 4', Quinte und Octav 2 2/3' + 2', Mixtur 2-3 fach, Trompete 8'.
II. Manual (C-f'''): Geigenprincipal 8', Gedeckt 8', Salicional 8', Concertflöte 4'.
Pedal (C-d'): Violonbaß 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Posaune 16' (vacant).
Koppelingen: Manualkoppel, Pedal - I. Manual.
Speelhulpen: Volles Werk, Calcant.

De dispositie luidde in 1907:
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Offenflöte 8', Gamba 8', Dolce 8', Octave 4', Gedecktflöte 4', Mixtur 2-4 fach, Trompete 8'.
Schwellwerk (C-f'''): Lieblich Gedeckt 16', Geigen-Principal 8', Harmonieflöte 8', Quintatön 8', Salicional 8', Aeoline 8', Vox Coelestis 8', Gemshorn 4', Concertflöte 4', Labial-Oboe 8'.
Pedal (C-d'): Subbaß 16', Gedecktbaß 16', Violonbaß 16', Principalbaß 8', Cello 8'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Schwellwerk 16', Hauptwerk - Schwellwerk 4', Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Schwellwerk 16', Schwellwerk 4'.
Speelhulpen: Kalkant, Rohrwerkabsteller, Festkombinationen: Tutti, Forte, Piano, Registerschweller.

Literatur	Ars Organi 2/1991. Internationale Orgeltagung der Gesellschaft der Orgelfreunde : 28. Juli bis 3. August 1991 Hildesheim : Programmheft.
Weblinks	http://www.goslariensis.de/hannopfor/stelisabeth.htm